Lijst van brieven op datum
13 oktober 1881
van
Multatuli
aan
Adriaan Daniël baron van Verschuer (bio)
Volledige Werken. Deel 21. Brieven en dokumenten uit de jaren 1881-1882 (1990)
*13 oktober 1881
Brief van Multatuli aan A.D. Baron van Verschuer. (Brieven W.B.X, blz. 128-130).
Nieder-Ingelheim, 13 Okt. '81. (....)
Overigens zyn wy wel. Dat is physiek. Op m'n stemming kan ik niet roemen. Ik ben moe van teleurstelling. Op geen enkel gebied schyn ik, ook by benadering slechts, myn doel te mogen bereiken. Als niet de noodzakelykheid my voortzweepte... ja, wat dàn? Als 't leven een schaakparty was, zou ik zeggen: ‘ik geef de party op!’ Het eentonig getob verveelt me.
Deel me wat mede van uw stemming. Leest ge veel, en wat? Ik heb dezer dagen met aandacht Made. de Remusat's Mémoires gelezen. Arme Napoleon I!
Het is m.i. een belangryk werk. Eerst was ik tegen de schryfster ingenomen. Ik hield haar uitkleeden van Napoleon voor 'n introduktie by de Bourbons. (Ze schreef namel. in 1819.) Dat ze eerst nu in druk verschynen pleit niet tegen dat vermoeden, daar zy 't manuscript kon doen circuleeren, en dan was 't effekt nog grooter daar ze 't in dat geval in haar keus had het slechts daar te geven waar ze 't noodig achtte, en polemiek met andersdenkenden of beter-geinformeerden afsneed.
Zonder nu nog te verzekeren dat deze impressie geheel en al grondeloos is, moet ik toch erkennen dat zy den indruk maakt 'n respectable vrouw geweest te zyn. Men mag haar niet te snel uitmaken voor den valet de chambre d'un grand homme, althans niet in de ergste beteekenis van 't woord. Dat er soms in haar naar benedenhalen van Napoleon iets kleingeestigs ligt, kan evenwel waar zyn. 't Is byv. komiek haar te hooren klagen, dat hy... nooit 'n behoorlyke entree of sortie de salon maakte. Wel verbazend! Belangryk is 't werk. 't Komt me voor als een nekslag voor de Bonapartisten. Geen 10 Victor Hugo's of Rocheforts met hun ‘Chatiments’ [1.] Chatiments: ‘Les châtiments’ (De bestraffingen), reeks epische gedichten van Victor Hugo, door de dichter in 1851 in ballingschap geschreven; overigens niet tegen Napoleon I maar tegen Napoleon III (‘le petit’ - de kleine) gericht. of ‘Lanterne’ [2.] Lanterne: ‘La Lanterne’ (De lantaren), een satirisch weekblad opgericht in 1868 door Victor Henri, graaf van Rochefort-Luçay, een frans journalist die zich voor de Commune en tegen Napoleon III uitsprak. zetten den ‘Grandhomme’ zoo in 't hemd als deze mémoires. Toch wordt daarin iets anders nog veel meer dan Napoleon zelf van z'n nimbus beroofd. Het is de roem en eerzucht, het najagen van z.g.n. hoogheid. Ik kan je verzekeren dat een myner hoofdindrukken was: medelyden met Napoleon! Wat 'n getob had hy te dragen! Geheel nieuw was my die indruk niet. Reeds voor veel jaren (ook naar aanleiding van gesprekken met den ouden Generaal Cleerens [3.] Cleerens: Johannes Baptista Cleerens (1785-1830), militair en bestuursambtenaar in Ned-Indië, overigens nooit tot de rang van generaal opgeklommen.) berekende ik dat het saldo zyner gewaarwordingen in zake geluk, nadeelig moet geweest zyn. Erkennende dat het boek van Made. de Remusat me veel te leeren geeft, mag ik toch verzekeren dat ik by intuitie (of liever door toepassing myner analogische methode) veel gegist heb van wat zy als feit vertelt. Ook myn schetsje van Napoleons wyze van doen, en de toon die in z'n omgeving heerschte, het bonte, komedieachtig-opgesierde, 't popperig-gemeene, alles beheerscht door vrees voor den meester wiens eenige wet (ten-aanzien zyner omgeving, niet: in politiek) z'n humeur was.... zie, er blykt me uit die Mémoires dat m'n fantasie juist gegist had. Ik verbeeld me dat Made. de R. m'n teekening niet desavoueeren zou. Ik wou dat je 't boek las, en daarna, of als je zoowat op de helft bent, eens 't schilderytje bekeek dat in m'n zesden bundel voorkomt [4.] Zie bij 12 oktober 1881, noot 15.. My zelf heeft de gelykenis getroffen.
Made. de Remusat's Mémoires loopen slechts tot 1808. Jammer. Toch begryp ik nu beter dan vroeger dat Napoleon, toen hem werd voorgeslagen van St Helena te vluchten en nog eens te beginnen, daarin geen lust had. 't Verwondert me nu al dat-i van Elba terugkeerde. Reeds vóór de russische campagne namelyk waren er indices dat z'n piedestal ondergraven was. Tot en met (misschien reeds vóór) Austerlitz had zyn stygen 't toppunt bereikt. Stilstand is onmogelyk. Ergo moest hy dalen. De franschen zelf hadden hun bekomst van zyn en hun gloire!
Talleyrand [5.] Talleyrand: Charles-Maurice de Talleyrand-Périgord (1754-1838), frans diplomaat, befaamd om zijn amorele opportunisme. verschynt in Made. de R's werk in een ander licht dan ik hem meende te moeten zien. Dien man zou ik, by gebrek aan kennis, geheel verkeerd geteekend hebben, althans als ik op Made. de R. mag vertrouwen, wat ik geloof. Zy komt my eerlyk voor. Ik ben benieuwd of 't waar is dat Talleyrand's Mémoires bestaan, en zoo ja, of ze nog by myn leven zullen uitkomen. Maar ik meen haast te moeten betwyfelen of hy zich de moeite heeft gegeven ze te schryven. Volgens de karakterteekening van Made. de R. was hy er te onverschillig en te gemakzuchtig toe.
Er komen in haar werk magnifiek geteekende portretten. De maarschalken komen er kaal af. Hortense [6.] Hortense: dochter van Josephine de Beauharnais, zie hieronder, uit haar eerste huwelijk, later koningin van Nederland. was (volgens haar) 'n engel. Josephine [7.] Josephine: Joséphine Tascher de la Pagerie, weduwe van generaal Beauharnais, eerste vrouw van Napoleon. een... goedaardig en beminnelyk maar wuft liplapje. Louis Napoleon niet veel beter dan 'n smeerlap. De heele familie van zyn kant schynt niet veel byzonders geweest te zyn.