Lijst van brieven op datum
10 oktober 1881
van
Eduard Bernhold (bio)
aan
Johan B.H. Bremer, Christina Bremer bio
Volledige Werken. Deel 21. Brieven en dokumenten uit de jaren 1881-1882 (1990)
10 oktober 1881
Brief van Wouter aan de heer J.B.H. Bremer en C. Bremer-Snelleman, gedikteerd aan Mimi. Enkel gevouwen velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 beschreven. (M.M.)
Zeg, het is heel goed dat deze hondjes van papier zyn. dat vind ik ook heel goed. ik vind ze ook heel aardig maar niet zoo aardig als de katjes. En ik groet myn heer Bremer en mevrouw Bremer. Nu? wat nu? Ik moet eens denken! Zeg dat ze me dat boek maar sturen, omdat, misschien, kom ik eens niet in Brussel. Een speld is net zoo fyn als 'n hondjes haar, en ik heb van daag de kat op Witrok gezet! En zeg dat ik papa en ma heel erg gegroet heb omdat jy 't me gezegd hebt in den brief. En zeg eens dat mynheer Douwes Dekker niet wy, maar nog een anderen mynheer Douwes Dekker [#] een neef die ons bezoekt die heeft me nog meer mooie prentjes gegeven. Maar ik wil je niet verlegen maken! Ben je nu al verlegen?
U heeft me gevraagd hoeveel woorden tante Marie my al geleerd heeft, en ik antwoord: wel dertig! Vindt U dezen brief aardig geschreven? Kom, geef nu een antwoord ja of neen? Zeg nu gauw, ik kan er niet meer op wachten, en toen hier de carousel was, toen heb ik Mama een heel mooi hondje gegeven wit en geel en met een blauw hals bandje om. Vindt u zoo'n hondje aardig of niet? En myn tafeltje was op de slaapkamer, en toen heeft ma my geholpen het naar beneden te dragen, en toen heb ik haar 5 penningen gegeven om Wouters lieve ma heel ryk te maken, dat ze niet zoo'n arme vrouw was die langs de weg liep, zoo'n bedelaar. En filip vertelt me van 'n hond die wy misschien krygen kunnen, ik had het zoo graag! ik zou lachen van plezier en de kamer en 't heele huis rondspringen, en papa wil die arme lieve witrok niet doodschieten, en ik ook niet. En gretchen is weg.
Wouter