Lijst van brieven op datum
10 juli 1881
van
Mimi Douwes Dekker (bio)
aan
Gosewina Carolina de Haas-Hanau (bio)
Volledige Werken. Deel 21. Brieven en dokumenten uit de jaren 1881-1882 (1990)
10 juli 1881
Brief van Mimi aan mevr. G.C. de Haas-Hanau. Twee dubbele velletjes postpapier, waarvan blz. 1-6 en 7(⅔) beschreven. (M.M.)
N. Ingelheim
Zondag 10 Juli 81
Lieve Lien - Hoe dikwyls heb ik je niet al willen schryven, maar altyd werd het uitgesteld dan hierom en dan daarom. En je schreef toch dat je verlangde wat van dek te hooren. Ja, lien, wat zal ik je zeggen? Dat is niet alle dagen gelyk. Dan is er iets (en helaas maar al te dikwyls is dit het geval!) wat hem ontstemt, nu iets groots, dan weer een opstapeling van kleinigheden en daarna overwint hy die neerslaande indrukken weer en voelt zich wel en zelfs opgewekt. Maar rust die hy zoo noodig hadt vooral om te werken, vindt hy maar niet. Dit is in korte woorden een beeld van 't geheel. Ons huisje is allerliefst. Dat wil zeggen... er zyn 100 dingen waaraan men 't recht zou hebben zich te ergeren, en we maken van dat recht helaas soms gebruik. Slecht verw, niets haaks, nu ja 100 erger opwekkende gebreken, maar 't geheel - is allerliefst. en 't uitzicht goddelyk en de lucht zoo heerlyk. We waren voor een paar dagen in Mainz en haalden daar beiden met displaisir adem. Zo verwend zyn we al in dit opzicht. Overigens brengt dit huisje en tuin en vooral by een eerste inrichting drukte mee. De tuin de hond de meid de jongen - alles moet nageloopen worden om van Woutje niet te spreken. Zoodat dek soms beweert niets aan my te hebben daar ik de slaaf ben van 't huishouden. Dek zelf zou ook graag wat rust hebben en genieten van den tuin (die overigens wat aanleg en zo aangaat, nog niet heel mooi is.) maar hy heeft voortdurend andere dingen aan 't hoofd die hem teveel bezig houden. Daar heb je Robbers - die overigens geloof ik met de beste bedoelingen bezield in zyn brieven een gebrek aan takt verraadt die dek bevreesd maakt verder met hem onder zyl te gaan. Dan de correctie van den Havelaar (dek is nu aan de nooten toe) en de pynlyke indrukken daardoor telkens opgewekt. Dan deks brief aan Taco de Beer die deze in de Portefeuille publiceerde (heb je hem gelezen?) en de aanval van 't afschuwelyke N.v.d.D. dat wel de goedheid had het in 't midden te laten of dek gemeen laf of onbezonnen was! Daarna, zeker door toedoen van funke gaf 't nieuws er een draai aan en retracteerde [1.] retracteerde: van rétracter, herroepen (fr.) nu ja maar heel slinks en flauw en zóódat dek er geen genoegen mee nemen kon. Valette heeft op zich genomen (ook in de Portefeuille) 't N.v.d. dag mores te leeren en dekzelf had de Veer of wie anders er in dat Nieuws gemoedelyke zootezeggen gemeenheid opdischt graag ter verantwoording geroepen - maar, nu ja ik weet niet hoe 't gaan zal. Het is zoo moeilyk menschen te vinden. Was jy maar een man, Lien, en wat onafhankelyk. Op jou zou dek zeker kunnen rekenen! Bah, je weet niet hoe ontstemd hy er van is, en dan dat in de dagbladen niemand party voor hem getrokken heeft tegen zulke dolle indigne [2.] indigne: onwaardig (fr.) beschuldigingen.
Wel wel een kunstmatige kippenfabriek voor die lieve Jo Dupont [3.] Jo Dupont: Josephine Hendrika Dupont (geb. Rotterdam 19 april 1860), was gehuwd met Johan François Snelleman (geb. Rotterdam 26 december 1852). Zij was een dochter van Josepha W.L. Dupont-Dames (geb. Rotterdam 15 augustus 1834). De laatstgenoemde zal bedoeld zijn.! hoe prozaisch. Ze moet dat ook vinden. Nu als men er ryk mee wordt... en ryk te zyn is niet prozaisch. En anders alles nog by 't oude? Haas heeft het druk. en jy woont nu beneden in den tuinkamer en je verheugt je over de bloemen. Och wy hebben ook allerlei liefs. Zürchers die in Kreuznach gelogeerd waren hebben ons herhaaldelyk een dagje bezocht en waren uit over ons huisje enz. Ze vonden ook dat dek er zoo heel goed uitzag in vergelyking met zyn laatsten tyd in Holland. en ik geloof wel ze daar gelyk in hadden. Dek is ook wel, soms, maar hy kan niet tot rust komen, dat is het erge van 't geval. Wou springlevend en den heelen dag buiten. We hebben groenten en vruchten in overvloed uit den tuin ook kippen en... een haasje! het heeft zich laten vangen mir nichts dir nichts [4.] mir nichts, dir nichts: zomaar, zonder meer (du.) en Wou en ik hebben 't opgevoed met melk en brood. Hy is ook een groote liefhebber van rystenbry net als zyn pleegvadertje Wou, en je weet over 't geheel niet hoe buiten we hier zyn. Een roodstaartje heeft haar nest gebouwd vlak aan den trap nr den jongen zyn kamer en gister was er een zwaluwtje in de keuken verdwaald.
Ons meisje dat ik hier in N. Ing. huurde is een allerliefst kind. Ik mag haar gezicht zoo graag en ze ziet er zoo fatsoenlyk uit, dat ik hoop haar te kunnen behouden, maar wat het werk aangaat is ze onhandig en - enfin dáárvoor zit er geen nerf in. Net een lief logeetje! Dat is wel lastig. Ik moet haar veel meer naryden en zelf hand aanslaan dan me lief is. maar als ik haar nu weg doe - enfin het oude liedje. Hoe is 't toch met je kindermeid die zoo aardig spelen kon - maar tegelyk zoo jokte en die je eens verdacht van 't slot van de kast verdraaid te hebben? - Ons Gretchen vindt dek ook lief. Zy hindert hem niet. ik hoop maar 't met haar klaar te spelen, een schoonmaakster er by? bah! Wat huishoudelyk praatje, he?
Het spyt me wel jelui er niet aan denkt, dezen zomer eens over te komen. Och maar denken kan ik 't me wel. Wy ook hadden afgesprooken met de Zurchers een klein uitstapje te maken nr Kirn en Oberstein (het agaatland) en langs de moezel terug. Alles was afgesproken en voor Wou alles op zyn best geschikt, maar toen het er op aan kwam hem alleen te laten viel het me als lood op 't hart. dek ook en we telegrafeerden het af. en het was toch een tourtje waarop ik me sinds jaren verheugd had. Dek deed het maar om mynentwil.
Och lieve lien wat 'n slordige brief! en zooveel stooringen. Wou heeft zondags altyd een pr kinderen by zich en ze spelen verstoppertje dat geeft een geloop! en dan doet hy zich zeer en dan ben ik bang voor m'n vogelnestje, en, kortom ik wil m'n vervelende brief niet langer maken. je hoort dan toch iets. Ook moet ik op den hond passen, dat hem geen leed geschied. We hebben een allerliefst jong dier. Wou heeft hem om de kleur van zyn vacht ‘Witrok’ gedoopt. Ja, ik ben een ryke vrouw met 'n man en 'n zoon met ideen. Want heusch Wou doet ook aan dat artikel, ofschoon hy 't woord nog niet kent.
Nu dag lien! Heel veel groeten aan Haas en de kinderen van ons beidjes. Zie je de Wolfjes nog al tegenwoordig? Wat zyn die gedroogd bloemen die je dek gaf beeldig. Och neen, ik heb er nog niets aan gedaan. ik houd ter nauwernood met naaiwerk by.
Nu is 't theetyd. dag lien
Mimi
DD