Lijst van brieven op datum
8 februari 1881
van
Multatuli
aan
Jan Leendert Beijers
Volledige Werken. Deel 21. Brieven en dokumenten uit de jaren 1881-1882 (1990)
8 februari 1881
Brief van Multatuli aan J.L. Beijers. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 beschreven. (U.B. Leiden; fotokopie M.M.)
Waarde Heer Beijers!
Wel, dat's vriendelyk en prettig!
De ‘adjudant’ (Staalman heet hy, dus ‘Staalman met Sjaalman’) zal naar ik met hem afsprak over 'n paar uurtjes hier komen, en ik zal hem terstond naar U verwyzen.
Zoudt ge de goedheid hebben, by gebrek aan kaarten, daarin te voorzien door 't afgeven van Uw eigen adres- of firmakaarten? Maar ik gis dat heden by 't slechte weer, de navraag wel gering zal zyn. Hoe dit zy, ik zend Staalman, by aankomst terstond tot U. Wat Uw vriendelyk aanbod betreft, my van dienst te zyn, op 't oogenblik weet ik niets. Mocht er iets wezen, dan zal ik zoo vry zyn Uwe hulp inte roepen. Daar ik met rytuig naar de spreekzaal ga, kan ik m'n vrouw mee nemen. Anders had ik haar aan Uw zorg toe vertrouwd. Zy is heel dankbaar voor ‘Hildegonde v D. [1.] Hildegonde van D.: Hildegonda van Duyvenvoorde, een novellenbundel uit 1879, van C. Terburch, pseudoniem van Isaac Esser Jr. Een tweede druk dateert van november 1880.’ Ik hoorde veel goeds over [2.] over: oorspr. stond er van. Terburgh.
Nog ben ik niet met mezelf eens over 't onderwerp van van avend. Heel vriendelyk en hoogachtend gegroet. Ik hoop U van avend in m'n wachtkamer te zien.
UWEdDWdr
Douwes Dekker