Lijst van brieven op datum
15 januari 1881
van
Multatuli
aan
Mimi Douwes Dekker (bio)
Volledige Werken. Deel 21. Brieven en dokumenten uit de jaren 1881-1882 (1990)
15 januari 1881
Brief van Multatuli aan Mimi. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
Op envelop een stempel Aangeteekend en poststempels Leiden 15 jan 81 en Geisenheim 15/1 81 en het adres Mad. Douwes Dekker Geisenheim Rheingau, met daarboven in handschrift het woord ‘aangeteekend’.
Leiden, hotel Levedag.
Lieve beste Mies! Uitblazen vandaag! Ook Delft is achter den rug en 't was zeer goed. (Veel beter dan Leiden, hoewel de Leidsche krant gunstig schryft. Er gaat een ex. hierby.) Ja, gistravend heb ik goed gesproken, schoon ik niet zeggen kan dat er veel menschen waren. Meestal de jongelui van vrye studie en maar weinig dames.
Ik neem Funke onderhanden over z'n Nieuws. Oordeel laat ik vry maar ik vorder behoorlyker toon. Ik zend hem byv. de Leidsche Ct en morgen ook de Delftsche om z'n redakteurtjes 'n lesjen in toon te geven.-
Ja, ik heb 'n heerlyken rustdag voor me, juist hier te Leiden waar ieder denkt dat ik lang weg ben. Mooie kamer, goed licht, allerte bediening. 't Kon niet beter. Zoolang mogelyk houd ik hier hoofdkwartier, d.i. 'savends nà 'n lezing te Schiedam, Haarlem Haag hier terug. Dat is aangenamer dan telkens van bed &c te veranderen. Ook 't in- en uitpakken scheelt veel. Nu blyft m'n boeltje liggen zooals ik 't hebben wil.
Maar die kou gistr'avend! Dat was 'n sjouw. En na de voordracht met 'n nat hemd naar in en van den trein. Toch ben ik heel wel. Morgen ben ik by Zurcher. Dat heet: 'savends hier terug. Van de drie opgegeven vrye dagen koos hy pr telegram Zondag. En nu regel ik dáárnaar sommige dingen met rotterdam, Waltman &c. En vandaag blyf ik thuis!-
Daantje [2.] Daantje: Adriaan Daniël, baron van Verschuer (1848-1924), bewonderaar en goede kennis van Multatuli. kwam gister by me en was als altoos. Hy wou me naar den trein brengen doch ik bedankte omdat ik hem niet in de kou wou laten ryden voor niemendal. Ook was ik moe, en hygend door de scherpe kou. (Maar nu héél wel)
Ik ga nu 'n briefje aan Wou schryven-
't Is al af.-
En, wel beschouwd, kan ik je vandaag wel al 300 gl zenden. Ik houd genoeg in handen en heb nog te goed van Haspels. Ik hoef dus niet op de afrekening te wachten. Ben je nu met die 300 gl. geholpen? Zoo neen, geneer je niet. Ik zou je meer zenden maar dan moet je nog n paar dagen wachten, en misschien heb je hieraan genoeg. Dan hoef je [1.] hoef je: oorspr. stond er kan je. dáárop niet te wachten om je reis te bepalen. Meinentwege hoe gauwer hoe lièver. En mocht je nu om een of andere reden liever vroeger willen gaan dan Fredi of Chris of Marie Versl. je wachten, ga dan maar in 'n Logement. Je bent alzoo in 't bepalen van je reis geheel vry, niet alleen van my maar ook ten-opzichte van je logeer menschen. Zeker heb je 'n brief van mevr. de Haas gehad om je te vragen. Je kunt dus ook dáár terecht. Doe het naar goed vinden.
Heb je méér geld noodig, geneer je niet.-
Schryf na ontvangst dezes (ik gis dat je 'm maandag ochtend krygt) nog ééns naar Levedag, d.i. als je niet zeker bent in 't uitrekenen van 't adres ‘spreeklokaal’ in de plaats waar ik voordraag.
Nu dag beste Mies, ik hoop dat je geen al te koude reis moogt hebben! Of er nu nieuwe kaartjes zyn om dóór Keulen te komen om nieuwe te nemen. Het nemen van 'n nieuw kaartje dáár, zou zoo lastig niet wezen als men z'n goed kon doen overboeken door 'n dienstman. Maar ze zeiden my dat ‘der Herr selbst dazu kommen sollte.’ Een bespottelyke tyrannie. En vooral als je met 'n kind reist! Ik hoop dat je een durch billet krygen kunt. Dàn heb je wat aan je rust kwartiertje in Keulen.
Het doorgaan tot Cleef
komt me
of Crefeld
geraden voor. Dan kan Wou in tyds naar bed, en den volgenden dag heb je keus van trein.
Misschien wil je dien volgenden dag (al is't dan in 'n logement) een dag te Arnhem blyven om de Oebe's te zien en mondelings afspraak te maken. Misschien is't je makkelyk van dáár uit te regelen wanneer je naar de Haas, Versluys, Fredi & Chris wilt gaan! En naar anderen in't Noorden. Overmorgen rapporteer ik over Z's omgeving.