Multatuli.online

8 november 1880

Brief van G.L. Funke aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 en 4 (¾) beschreven. (M.M.)

Met gedrukt kopje G.L. Funke Nieuwe Heerengracht bij de Amstel, 37.

Amsterdam, 8 Nov 1880

Beste Dekker!

Gaarne voeg ik hierbij f 440.-, makende met de aan N. Fribourg uitgekeerde f 60.-, de gewone uitkeering.

Ik voel er alles van wat het u in de gegeven omstandigheden kosten moet om andermaal hier te lande op te treden en neem hartelijk deel in uw verdriet, óok omdat het u geheel den lust benam anders dan mondeling uw groote gaven te demonstreeren. Ik heb dan ook maar dezer dagen bundel II, geheel gelijk aan de vorige editie herdrukt, wetende hoezeer eene herziening van dien vroegeren arbeid U op nieuw zou ontstemmen.

Toch moet het mij van 't hart dat het ‘uitgeven’ Uwer geestesproducten zoowel voor Uw toekomst, als bij overlijden voor Uwe beide lieve nablijvenden, op den duur vrij wat voordeeliger zou zyn dan de wel is waar aanzienlijker dadelijke opbrengst uwer voordrachten. Van de minder materieele voordeelen zal ik nu niet spreken, maar U bij dezen enkel zwart op wit herhalen 't geen we vroeger wel eens mondeling behandelden, nl. dat zoolang mijne financieele omstandigheden niet belangrijk minder worden (en daartoe is weinig kans!) Ge er op rekenen kunt levenslang f 500.- als rente Uwer werken te ontvangen. Na Uw overlijden zal die rente ook aan Uwe vrouw; zoolang zij niet hertrouwt door mij uitgekeerd worden, altijd zoo ik de mijnen daardoor niet te kort doe. En zooals ik zei is daarvoor weinig vrees. Acht Ge deze belofte van weinig waarde omdat ze U geen zekerheid voor eenigen tyd aanbiedt, dan ben ik gaarne bereid mij onder alle omstandig-heden vooreerst in het eerstvolgend tiental jaren tot genoemde uitkeering te verplichten.

Nu zal die rente mij binnen kort langs andere weg moeten toevloeien dan tot heden, want ik heb, vooral ter wille van mijn gezin, het besluit genomen om vòòr 't einde dezes jaars al mijn boeken te verkoopen en mij, vooreerst althans, enkel met mijn blad bezig te houden. Ge weet dat ik sedert eenigen tyd dat plan reeds had 1o omdat mijn leven geheel in ‘zaken’ opging en 2e omdat 't mij in de laatste jaren onmogelijk was mijn boeken zoo te exploiteeren als alleen door jaarlijksche reizen mogelijk was. Ten einde nu niet het verdriet te hebben mijn inderdaad goede ‘artikelen’ te zien uitdrogen, moeten ze onvermydelijk onder den hamer komen en daardoor jong bloed ontvangen. Weldra zullen Uwe boeken alzoo een nieuwe periode van uw leven intreden; een tijdperk dat, naar ik vast geloof, van heel wat meer beteekenis zal zijn dan 't geen ik er meê doorleefde, omdat sedert de laatste 10 jaar de publieke meening jegens U vrij wat rechtvaardiger werd. Al schudt Ge 't hoofd, tóch is 't zoo, en neem ik aan U dat te bewijzen. Voor zoover dat nog noodig mocht zijn, zal ik mijn confrères dat bewijs óok leveren en daarom ben ik vrij zeker dat men vechten zal om de eer van Uw uitgever te zijn!

Als Ge hier komt, mondeling meer over dien verkoop. Wees inmiddels met Mimi, ook namens mijn vrouw, hartelijk gegroet en moed gewenscht.

tt

G L Funke

Moet ik ook in '81 voortgaan met die maandelijksche toelage aan N.F.?