Lijst van brieven op datum
28 februari 1880
van
Multatuli
aan
Jacob Haspels (bio)
Volledige Werken. Deel 20. Brieven en dokumenten uit de jaren 1879-1880 (1989)
28 februari 1880
Brief van Multatuli aan J.M. Haspels. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 beschreven. (M.M.)
Sneek Saturdag middag beste Haspels! Ik vond hier Uw brief by Agema. Dankuwel!
Van Zuylen, dien ik voorstelde gemakshalve niet mee te gaan naar Sneek (daar ik als van ouds op de hulp van Agema rekende) stond er op, my te vergezellen. Ik had het hem willen uitsparen omdat Sneek zoo'n malle uithoek is. Ik hoor van V.Z. dat er van middag slechts 100 pl. genomen waren. Dit is weinig, en als ik merk dat het slecht bezet, of dat het publiekje hier flauw is, dan kom ik liever niet terug. Maar dit is voor later!
Ik beken, bly te zyn dat nu byna deze drukke week doorgeworsteld is. Vermoeid kan ik niet zeggen dat ik me voel, maar wel verveelt me de zaak, en de opbrengst is ellendig. Ze komt noch overeen met het geschreeuw over sympathie, noch met de tevredenheid telkens na afloop van 'n voordracht, noch ook (gedurig!) met myn taxatie. Zoowel te Assen als te Leeuwarden [1.] Leeuwarden: oorspr. stond er Groningen. heb ik aan V.Z. geld gevraagd (waarvoor beide keeren bon) en er bleek me dat-i over de voordrachten van 23 tot 26 febr. ± 200 gl minder in kas had (laat het 150 zyn) dan ik berekend had. De onkosten, vooral te Groningen, waren zeer hoog, doch dit alleen maakte niet het verschil in rekening dat ik nu bedoel. Ik dacht dat Leeuwarden, waar 't zeer vol was, 'n afrekening van fl 300 zou opleveren en 't blykt maar ruim 200 te zyn. te Groningen Im! [2.] Im: idem. Beste Haspels, gerust ben ik niet! By alle noodige omzichtigheid in zulke dingen, moet ik U toch de waarheid zeggen. Doe of zeg niets, SVP. doch mondeling nader.
Morgen zal ik pr rytuig 'n station trachten te bereiken dat me in staat zal stellen naar Deventer te gaan, waar ik twee rustdagen houden wil, juist omdat ik daar niet gelezen heb en dus meer kans ongestoord eens op m'n verhaal te komen. Den 3n ga ik vandaar naar den Bosch, doch ik zal te Utrecht even halt houden in 't Kasteel van Antwerpen, waar ik een & ander uit 'n daar achtergelaten koffer halen moet. Een dáárheen geadresseerden brief zou ik dus vinden.
't Is by ½8, nu [3.] nu: oorspr. stond er dan. ga ik naar m'n spreeklokaal. Ik ben wee van wyzighedens!
Dag beste kerel. Doe niets ik zal U er over spreken!
Hartelyk gegroet
Uw liefh.
Dek