Lijst van brieven op datum
30 maart 1879
van
Eduard Bernhold (bio)
aan
Mimi Douwes Dekker (bio)
Volledige Werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879 (1989)
30 maart 1879
Brief van Majoor E. Bernhold aan Mimi. Enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1-2 beschreven. (M.M.: Dossier Bernhold, bijlage 23.)
in Holland empfangen [1.] Bovenschrift van de hand van Multatuli.
Erlangen, 30. März 1879
Sehr verehrte gnädige Frau!
Darf ich um gütige Nachricht bitten, ob Sie nach Wiesb zurück gekehrt sind? ob Sie noch nicht bereut haben, das arme Kind angenommen zu haben? ob Ihr Gemahl nicht anderen Sinnes geworden ist. - ich bitte Sie herzlich um gütige Beantwortung dieser Fragen, wobei ich den herzlichen Wunsch voraussetze, dass Sie und Ihr Gatte sich wohlbefinden. Die Curatelbehörde verlangt Entscheidung und von Ihrer gütigen Antwort hängt mein Entschluss ab. Ich werde die Angelegenheit zu Ihrer beider Zufriedenheit regeln, nur möchte ich noch gerne Ihre Willensmeinung wissen.
Ich will für heute nichts weiter beifügen, da ich nicht weiss, ob und wann gnädige Frau diese Zeilen erhalten.
Mit den innigsten Wünschen des Wohlergehens für Sie und Ihren Herrn Gemahl grüsse ich Sie herzlich und bitte in Anbetracht des Ungewissheit meine wenigen Zeilen zu entschuldigen.
Mit inniger Hochachtung
ergebenster
Eduard Bernhold Maj
(Auf diese Anfrage haben wir telegraphisch und brieflich geantwortet dass wir um keinen Preis den kleinen Kerl verlieren möchten. Die telegr Depesche lautete: ‘Trennung eine psychologische Unmöglichkeit’
D.D.) [2.] Onderschrift van Multatuli in duitse schrijfletters.
Vertaling:
in Holland ontvangen
Erlangen, 30 maart 1879
Zeer geëerde, hooggeachte mevrouw,
Mag ik om uw welwillend bericht vragen of u naar Wiesbaden bent teruggekeerd? of u nog geen spijt heeft dat u het arme kind hebt aangenomen? of mijnheer uw echtgenoot nog niet van mening veranderd is? - ik verzoek u vriendelijk om welwillende beantwoording van deze vragen, waarbij ik de hartelijke wens vooropstel dat u en uw echtgenoot het goed maken.
De Raad van toezicht eist een beslissing en van uw goedgunstig antwoord hangt mijn besluit af. Ik zal de kwestie tot uw beider tevredenheid afhandelen, ik zou alleen nog graag uw gevoelen vernemen.
Voor dit moment wil ik hier niets aan toevoegen, omdat ik niet weet, of en wanneer u, hooggeachte mevrouw, deze regels ontvangt.
Met de innigste wensen voor het welvaren van u en uw echtgenoot, groet ik u heel hartelijk en verzoek u, met het oog op de ongewisheid [van deze korrespondentie] te willen verontschuldigen dat ik zo kort schrijf.
Met zeer innige hoogachting
uw zeer toegenegen
Majoor Eduard Bernhold
(Op dit verzoek hebben wij telegrafisch en per brief geantwoord dat wij de kleine kerel voor geen geld zouden willen missen. Het telegram luidde: ‘Scheiden is een psychologische onmogelijkheid.’
D.D.)