Multatuli.online

26 maart 1879

Brief van mevr. G.C. de Haas-Hanau aan J.M. Haspels. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-2 en 3 (¼) beschreven. (M.M.)

WelEdele Heer,

Dank voor uwe mededeeling [1.] Zie bij 23 maart 1879. omtrent de voordracht van M. Ik zelf, hoe gaarne ik hem ook hoor, durf daarop nooit influencee-ren. 'k Ben altijd bang dat het publiek niet voldoende zal opkomen. Ach! er wordt zooveel gedaan om hem te dwarsboomen! - Gij schrijft mij ‘zweep er de lui heen s.v.pl.’ Dagelijks ondervind ik dat dit gemakkelijker is gezegd dan gedaan. Toch zal ik de moed nooit opgeven. Mijn intieme vrienden gaan er allen heen even als ik, met de meeste belangstelling, de grootste ambitie. Een lezing van Multatuli is een feest voor ons! - Zoodra ik meen een gunstige gelegenheid te hebben om over M. te spreken en zijn zaak te bepleiten, doe ik dit zoo goed ik kan. Meestal echter zonder gunstig gevolg. Zeer weinig menschen zijn met hem ingenomen, velen zijn onverschillig voor hem en zeer velen zijn hem erg vijandig. 't Is treurig en verbazend! En dan die ellendige Rotterdamsche pers waarnaar zooveel menschen de ooren laten hangen! 't Is wanhopig!

Als Ge lust hebt eens te hooren hoe sommige litterarische personen zich in gezelschap durven uitlaten over M., zelfs tegenover menschen die ze weten dat hem zeer genegen zijn, dan ben ik gaarne bereid U dit eens te vertellen. 'k Had laatst de eer eens flink voor M. te kunnen vechten en 'k deed het met te meer ambitie naar mate 't mij duidelijker bleek dat alle aanwezigen op de hand waren van mijn tegenpartij. De menschen zijn in hun koppige haat dikwijls onverbeterlijk en worden soms nog erger als men hun flink durft tegenspreken en zonder aanzien des persoons, hun beweringen durft bestrijden. Gelukkig is en blijft Multatuli groot, in spijt van al den haat die men hem toe draagt!

Met achting

Uw dienstw. G.C. de Haas-Hanau

v/h. 26 Maart 79