Lijst van brieven op datum
13 december 1878
van
G.L. Funke (bio)
aan
Multatuli
Volledige Werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879 (1989)
13 december 1878
Brief van G.L. Funke aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 en 4 (½) beschreven. (M.M.) Met gedrukt kopje G.L. Funke Nieuwe Heerengracht bij de Amstel, 37.
Amsterdam, 13 Dec 1878
Beste Dekker. Ik geloof met U dat de Heer J. Hartog stapels kopie zou kunnen maken voor boeken als hij er één gaf, en ben zeker dat hij niet liever zou willen. Wanneer hij daartoe echter niet geholpen wordt door eenig genootschap van geleerden, die uit hun kas suppleeren wat zoo'n uitgaaf als schadepost oplevert, dan zal hij niet licht een uitgever vinden. Wel is zijn uitgaaf van de Spectatoriale geschriften van 1741-1800 vrij goed verkocht, maar dat is zóó'n zeldzaam toeval in den boekhandel, dat zeer weinigen daarop hun kans durven wagen. Bedenk daarbij dat zulke boekdeelen, àls ze niet goed verkocht worden, voor den uitgever vele honderden guldens verlies opleveren, iets wat natuurlijk maar zeer enkelen kunnen dragen. Ik zou zulke boeken alléén willen uitgeven wanneer ik er 1o den auteur plezier meê deed, 2o hij niet à priori geld voor zijn moeite vroeg, maar b.v. tevreden was met ¾ van den eventueelen winst, 3o indien hij goed vond geen present exemplaren uit te deelen. Nu, Ge begrijpt dat maar zelden eenig auteur zich aan zulke voorwaarden zou onderwerpen, en tòch zouden er vrij wat meer goede boeken het licht zien als in 't algemeen de auteurs meer geloofden in het eergevoel der uitgevers en met hen wilden meêspeculeeren! Al vlei ik mezelf metéén, durf ik gerust beweeren dat bij verweg de meeste Nederl. uitgevers het eigenbelang niet verder gaat dan hun door 't ‘heilige moeten’ wordt opgelegd. Waren de HH. Auteurs maar voor één kwart zoo goed van vertrouwen als Gij, geloof me dat zou allergunstigst op onze litteratuur werken. Zooals Gij is er niet één; ook is er niet één die zoo zeer des drukkers taak gemakkelijk maakt, en ook dàt is directe winst voor den uitgever.
Met groote belangstelling las ik wat Ge mij over Huet schrijft en niet minder verlangend zie ik naar den herdruk Specialiteiten uit. Juist had ik dezer dagen een zeer onaangename zamenkomst met hem, waarvan ik U als Ge hier zijt, verslag zal doen. Ook mij is 't zeer duidelijk gebleken dat hij als litterator volstrekt niet voor geknoei terug deinst als dat in zijn kraam tepas komt. In zijn betrekking tot ‘Nederland’ weet ik prachtige staaltjes meê te deelen! Let op: met dat tijdschrift is hij ook al spoedig op voet van oorlog - of hij palmt het geheel in.
Dat staaltje van Campbell is al heel koddig!
Ik begrijp best dat Ge aan ‘Pruisen en Nederland’ veel te veranderen heb. Laat dat svpl wachten tot ná de correctie van ‘Vorstenschool’, want zoo U dat schikt woû ik dàt stuk reeds in Januari gaan drukken.
Dat Uwe vrouw meêkomt, vind ik goed overlegd, maar dat zij in Hoorn haar hoofdkwartier houdt doet me denken dat Ge niet machtig veel aan haar hebben zult. Kan dat niet gewijzigd worden? 't Zou voor u jammer zijn!
Ik hoorde dezer dagen dat Eduard in den Haag zou zijn. Weet Ge daar iets van?
Men vertelde mij dat hij bij de familie Uwer vrouw gehuisvest was en hier te lande een betrekking zocht.
Nu, als Ge hier komt, hoop ik dat Ge alle muizenissen op zijde kunt zetten en u recht op uw gemak zult voelen. Wees inmiddels recht hartelijk met de Uwe van ons gegroet
tt
GLF