Lijst van brieven op datum
14 november 1878
van
Eduard Bernhold (bio)
aan
Multatuli
Volledige Werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879 (1989)
14 november 1878
Brief van Majoor E. Bernhold aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.: Dossier Bernhold, bijlage 22.)
Erlangen, 14. November 1878
Hochverehrter Herr Dekker!
Jeder Stand hat seine Pflichten und Lasten und zeitweise mehr als sonst - so ging es mir durch den Umzug mit meinem Bataillon von Germersheim in hiesige Garnison, wesshalb ich bitte, mich zu entschuldigen, dass ich Ihre freundliche Zeilen erst heute beantworte - die ich um so höher schätze, als Ihnen ja nach eigener Aussage schreiben nicht angenehm ist; Ihre Worte haben mir die letzten Skrupel und Bedenken genommen, wofür ich Ihnen von Herzen dankbar bin.
Es ist mir ein wohlthätiger Gedanke, dass der kleine Walther auch Ihnen Freude macht, Ihr Herz gewonnen hat - ich hoffe, des Kleinen Heimat wird nun bald gesichert sein, da ich Ihrer verehrter Frau Gemahlinn vor Kurzem das so lange auf sich warten lassende wichtigste Papier zugesandt habe.
Ich schreibe Ihnen nicht, um wieder eine Antwort zu erwarten, sondern Ihnen innig zu danken für die liebenswürdige Aufnahme, für das freundliche Entgegenkommen einem Ihnen gänzlich fremden Manne gegenüber, welchem Sie eher ein ungünstiges Urtheil entgegen tragen konnten.
Ich habe Ihr Haus mit schmerzlicher Empfindung betreten und bin tief beruhigt von Ihnen gegangen; ich habe den damals so sehr bedauernswerthen Kleinen einige Tage alt im tiefsten Winter auf meinen eigenen Armen im Wagen fortgeführt und ihn in zufällig glückliche Pflege gegeben - die Mutter wollte das ihr lästige Kind nicht behalten, was blieb mir zu thun übrig? ich stehe allein und konnte mithin den armen Kleinen nicht zu mir nehmen - meine Geschwister wolken nicht, weil über die Mutter traurig gesprochen wurde und weil sie mein Verhalten in dieser Angelegenheit, welches ich als Pflicht betrachtete, tadelten und dem Verlangen, das Kind armen Bauersleuten gegen Entschädigung zu übertragen, widersetzte ich mich.
Mag es nun gehen, wie es will - ich weiss den Kleinen liebevoll aufgenommen, weiss, dass er gut erzogen wird und sollte das Geschick es fügen, dass er je meiner Hilfe bedarf, so thue ich ja gerne Alles.
Bitte mich Ihrer Frau Gemahlinn herzlich zu empfehlen.
Mit dem innigen Wunsche, dass es Ihnen gut gehen möge, dass Sie Freude an dem Kleinen erleben möchten, dass er Ihre Hoffnungen erfülle, grüsst Sie mit herzlicher Hochachtung
Ihr dankbarer
Eduard Bernhold
Vertaling:
Erlangen, 14 november 1878
Iedere maatschappelijke positie brengt zo zijn plichten en lasten mee en bij wijlen meer dan op andere momenten - zo verging het mij door de verhuizing met mijn bataljon uit Germersheim naar het garnizoen waar wij nu zijn, reden waarom ik U verzoek mij te verontschuldigen dat ik Uw vriendelijke woorden pas vandaag beantwoord - woorden die ik des te hoger schat nu, zoals uit Uw eigen uitlatingen blijkt het schrijven U niet aangenaam is; Uw woorden hebben mij van de laatste skrupules en twijfels bevrijd en daar ben ik U van harte dankbaar voor.
Het is voor mij een weldadige gedachte dat ook U plezier beleeft aan de kleine Wouter en dat hij Uw hart veroverd heeft - ik hoop dat het verblijf van de kleine jongen bij U nu spoedig geheel veilig wordt gesteld, aangezien ik mevrouw Uw hooggeachte echtgenote kort geleden het belangrijkste stuk heb toegestuurd dat zo lang op zich had laten wachten.
Ik schrijf U niet om opnieuw een antwoord te mogen verwachten, maar om U innig te bedanken voor de liefdevolle opname van het kind in Uw huis, voor het vriendelijke tegemoettreden van een U volledig vreemde maar over wie U zich eerder een ongunstig oordeel had kunnen vormen.
Ik heb Uw woning met een gevoel van pijn betreden en ben volledig gerustgesteld weer bij U weggegaan; ik heb de destijds zo beklagenswaardige baby, enige dagen oud, in het hartje van de winter in mijn eigen armen in een rijtuig meegenomen en hem aan een toevallig gunstig uitvallend pleeggezin toevertrouwd - de moeder wilde het haar in opspraak brengende kind niet houden, wat restte mij te doen? Ik stond alleen en kon dus het arme kind niet bij mij houden - mijn broers en zusters wilden het niet, omdat de moeder op een betreurenswaardige manier over de tong ging en omdat ze mijn optreden in deze kwestie die ik mijn plicht achtte, hekelden en ik verzette me tegen hun wens het kind tegen vergoeding van de kosten aan arme boerenmensen in handen te geven.
Het moge nu verder gaan zoals het lot wil - ik weet dat het kind vol liefde is opgenomen, dat het goed wordt opgevoed en als de toekomst zou beschikken dat het ooit mijn hulp nodig heeft dan zal ik gaarne alles doen.
Ik verzoek U mijn groeten over te brengen aan mevrouw Uw echtgenote.
Met de innige wens dat het U goed moge gaan, dat U vreugde aan het kind mag beleven en dat hij Uw hoop vervult, groet U met hartelijke hoogachting
Uw dankbare
Eduard Bernhold