Multatuli.online

2 april 1878

Brief van Multatuli aan Mimi. Twee dubbele velletjes postpapier, geheel beschreven. (M.M.)

Rotterdam, dinsdag avend in m'n kamertje! by ½ 10.

Je bent 'n gekke meid! M'n telegram is weg. Ik hoop dat je daardoor 'n beetje kalm en gelukkig zult wezen. Ik heb je heel lief, en 't is 'n groote schande dat je 'r naar vraagt.

Gemeen in Rotterdam dat de br. voor 11 in de bus moeten zyn anders schreef ik je lang van avend. Maar ik heb na m'n thuis-komst ½ 8 tot nu (½ 10) geluierd, d.h. al brieven lezende. Er lagen er wel 10. En pakketten & kranten! Gut, ik heb zoo'n drukte. En op reis had V. Helden me ook al twee maal 'n pakketje gezonden. Jou brieven zyn allen terecht. Wees niet bang. 't Zou me niet ontgaan als er een mankeerde. Drie naar ZZee, juist! Alles terecht. En hier vond ik er drie. Ik schreef je al (van den Bosch?) dat ik vlaste op twee brieven van je hier te vinden. Nu er waren er drie. Dus dat viel mee. Maar de telegram [4.] In dit telegram verzocht Mimi zeer dringend twee brieven met klachten en verwijten harerzijds niet open te maken. Vgl. 4 april 1878. Dit bracht me in erge spanning. Eerst wou ik de br. niet openmaken, heusch maar ik bedacht dat het me vreeselyk agiteeren zou en dat was jammer. Nu, ik heb ze geopend, en waarlyk by 'n paar passages hardop gelachen!

Ik ben namel. zoo wèl en monter omdat alles zoo goed marcheert dat het jammer wezen zou iets te bederven door agitatie. En ik beschouw je verdrietige stemming als voorby gaande, vooral daar je eergister onwel was. Ik verlang niet minder dan jy, maar óók heb ik er pret in je zulke opgeruimde brieven te schryven en je te kunnen zeggen dat je toekomst onbezorgd wezen zal. Maar meid, juist daarom ook moet ik Tandem op goeden voet brengen. (Vandaag te Utrecht 'n trein overgebleven om Van Hall te benoemen. Hy is 'n beste!)

Ik heb nog geen één te Amsterdam, denk eens. Daar moeten er minstens vyf zyn. Ik doe waarlyk groote dingen, maar dat moet met beleid gaan en beleid is = tyd. Verheug je nu asjeblieft in 't reusseeren en wees geduldig. Je lykt op Non. Die begrypt ook niet dat ik niet zoo maar in eens naar Munchen kan komen

(later meer daar over. Ze is zeer ontwetend, en begrypt niets. Wel hartelyk nu in uitdrukking. En ik beschuldig haar niet van valsheid, maar... enfin. Later! Ook háár stel ik maar altyd uit. Ik zend haar geld en roep maar al: geduld! Dat wil zeggen, ze moet eerst wat wyzer wezen.) -

En hier komen? Lieve Mies, als ik je hier kon wegstoppen op m'n kamertje, graag! Ook had ik je nu graag eens by m'n voordrachten. Maar... de relatien! Ik ril als ik er aan denk je by Truida te zien. En meen je in Holland te kunnen zyn zonder dàt? Ik vrees neen! En Truida zelf zou ik nog kunnen slikken, door haar namelyk ronduit een en ander te zeggen maar háár relatien, bah! Het kàn niet, lieve Mies.

Wèl beloof ik je dat ik als de voordrachten afgeloopen zyn, en de reis naar Amsterdam (waarin Hoorn begrepen zal zyn) dat ik dan niet hier zal blyven voor Specialiteiten & andere schryvery. Dit had ik zelf al bedacht.

Och denk toch niet dat ik flauw ben. Je ziet toch uit m'n brieven hoe ik me overal en telkens met je bezig houd. Je kunt m'n heelen reis van uur tot uur volgen. Dat zou ik immers niet doen als ik je niet lief had?

Ik zeg je heel ernstig waar dat je gissing over 't zenden van Koenraad niet den minsten grond heeft. Ik wou Haspels die allerliefst fideel en trouw is, 'n gracieuseté doen, en ook jou iets aardigs bezorgen omdat ik 't zoo'n lief ventje vond. En dat ik V.H. zond, was 1o omdat jy erg verkouden was (je keel) en om hèm 'n uitgangetje te bezorgen. 't Spyt me nog dat-i niet 'n paar dagen langer te W. gebleven is. Hy is waarlyk goed en trouw.

Och, ik bid je wees toch opgeruimd. Ik verlang dol naar jou en zelfs naar onze woning. Ik wil zoo graag je kamertje zien en alles en ook ons kind. Wees niets bang dat ik er geen aardigheid in hebben zal. -

Als ik thuis kom heb ik zoo vreeselyk veel te werken, o! Maar niet onpleizierig. Ik wil alle dagen vroeg opstaan. Tenminste niet zoo laat!

Ik zit hier (vooral vergeleken by hotels & ‘logeeren!’) zoo erg prettig. De bediening is uitstekend! Met 'n yver en hart als je je niet van vreemden kunt voorstellen. Toen ik zei: ga jy maar naar bed, Carolientje ('n draakje!) ik zal de brieven wel naar de bus brengen, zei ze: ‘hè, m'nheer?’ Zoo is haar moeder ook. Ik vond ½ 8 kachel aan, en thee gereed. Och, verheug je toch dat ik 't zoo goed heb. - Heb je m'n briefje van van ochtend uit den Bosch? 't Was niet op ppapier. Dat was òp. -

Gut, wat 'n gek logement in den Bosch. -

De voordracht werd buitengewoon toegejuicht. Ieder zei dat men zooiets nooit in den B. gezien had. -

Ik ben voortaan geheel zeker van de réussite van de voordrachten. En ze kosten me niets. Is 't niet wonderlyk! -

Morgen schryf ik je weer, en dan niet zoo haastig, of - wacht misschien sla ik morgen eens over. Ik moet m'n rustige twee dagen vóór Schoonhoven goed besteden. Ik heb wel 10 dingen te overleggen. Maar er is niets onaangenaams by. En ik wil eens terdeeg genieten van geen spoor. Toch moet ik erkennen dat ik nu veel minder souffreer omdat ik 1o kl. reis. Dat scheelt veel.

Jy droomt akelig, en ik heb van avend in m'n coupé (geheel alleen) geslapen en prettig gedroomd. Maar ik weet alleen dat het me speet toen ik wakker werd gemaakt met: Rotterdam! Dat 's nog nooit gebeurd. En van de halt te Gouda wist ik niets!

Lieve lieve beste Mies, wees toch opgeruimd en haal je geen malle dingen in je hoofd. Ik heb je heel lief, en dat moest je nu weten. Ik ben zoo bly dat je nooit weer gebrek zult lyden. Ook na m'n dood niet. Is dat niet heerlyk voor my. Verheug je 'r in om mynentwil. Och, och die yzeren of zilveren sleutel! -

En m'n stuk over wysbegeerte! 't Zal goed zyn. Iets dat epoque maken [1.] epoque: epochemachend - opzienbarend (du.) moet. Volledig, logisch konsekwent. -

Ik ben veel sterker dan ikzelf ooit geweten heb. Dat moet jou toch innig veel pleizier doen. -

Ik ga 'n paar beschuiten [2.] beschuiten: oorspr. stond er beschuitjes. met kaas eten. Liever dan weekgeworden brood. -

Felicité (het 2e draakje, nòg kleiner en even vlug en flink, onbegrypelyk handig) krygt ook 'n jurkje. -

Dag beste Mieske. Houd jy je nu ook eens dapper en grübele nicht! [3.] grübele nicht: tob niet (du.), in duitse schrijfletters.

dag kind! Hoe kan je zoo gekjes wezen? -

Let je wel op, of m'n brieven sluiten? Er mag geen gaping wezen. -

Nu m'n beschuiten. -

Hm, hm, ik zal je geen geld meer durven zenden. Dan zeg je dat ik je daarmee afscheep! -

Schoonhoven gaat door bemiddeling van Haspels. Wees gerust. Ik heb Admiraal naar hem verwezen over de geldkwestie. Er heeft werkelyk iets gebroeid voor 2 Maart. Maar 't is verdrongen door Tandem. Best? Ik gis dat er ergens geld ligt, maar ze weten nu niet hoe er mee te doen. Op z'n tyd zal ik hun 'n wenk geven. Alle wel willendheid wordt naar Tandem verwezen. 't Is 'n praktische en onfeilbare organisatie! Dat erkende V. Hall ook. Hy was allerliefst. Men moet van hem houden.

Als 't nu niet om je gekke brieven was had ik dezen morgen eerst verzonden. Dus je wint er by. Hm!