Lijst van brieven op datum
2 maart 1878
van
Multatuli
aan
Mimi Douwes Dekker (bio)
Volledige Werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879 (1989)
2 maart 1878
Brief van Multatuli aan Mimi. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
2 Maart Middeburg [1.] Middeburg: Kennelijke verschrijving. by den heer Hamer waar ik allerprettigst gelogeerd ben lieve beste Mies! Gister heb ik naar ik meen geen br. verzonden. 't laatst wat je van me hoorde was 't groetje eergist'ravend in den br. van V. Helden. -
Ik ben hier gister aangekomen en heb gister avend ‘gesproken’. Straks ga ik naar Goes, en daar dezelfde vertooning. Dáár zal ik 'n brief vinden van Zierikzee, waaruit ik te weten kom of ik te Z. den 3n of den 4n spreken moet. In allen geval kom ik den 5n te Rotterdam terug. Ook zal ik zeker te Goes vele brieven vinden, daar men ze daarheen zal hebben geadresseerd in de meening dat ik in de vroegte van hier zal
vertrekken. Maar ik heb met
den heer Hamer
(Jacq. de Witt Hamer advokaat)
een der aangenaamste en knapste menschen die ik ken, afgesproken eerst van middag te gaan, omdat omdat [2.] Verdubbeling door het omslaan der pagina. ik liever nu hier, dan van middag te Goes, wat tyd over houd. Maar 't is nu jammer dat ik de brieven, waaronder misschien van jou, eerst zoo laat kryg. ‘Misschien’ want daar ik je zei: schryf ééns naar Zeeland, d.i. Zierikzee, kan 't best zyn dat je voorlaatste brief nog naar Rott gegaan is, en dat ik dien vind by m'n tehuiskomst, na reeds den lateren te Zierikzee ontv. te hebben. -
Nu, ± 3 uur, is V. Helden al 'n heel eind met het ventje op weg. Ik ben benieuwd naar bericht van aankomst &c. Heel aardig. -
Misschien heeft V.H. je gezegd dat ik gister morgen 'n brief ontving die me verdriet deed, zonder er meer van te weten. Ik wilde hem [3.] hem: oorspr. stond er 't hem. niet zeggen wàt het was. Spreek jy er dus ook niet over. Maar om te beletten dat je fantaisie je wat verkeerds voorstelt, ziehier wat de zaak is.
Toen ik voor 3 jaar zoo weifelde om àl of niet uit Holland te gaan was dit hoofdzakelyk om - enfin, iets als nu: Tandem! Maar ik had toen den geschikten vorm niet gevonden. Hoe dit zy ik treuzelde. In die dagen kreeg ik 'n uitdrukkelyke uitnoodiging van den Kinderdyk [4.] Kinderdijk: in deze plaats woonden nakomelingen van de familie Smit, bij wie Multatuli in 1867, terugkomend uit Antwerpen, gelogeerd had. Op 18 januari 1868 had hij van hen een bedrag van f 300, - ontvangen. Vgl. V.W. XII, blz. 154 en 643. toch vooral voor m'n vertrek by hen te komen. Ik beloofde het, maar op 't laatste ogenblik eensklaps besluitende te vertrekken, liet ik die visite in den steek. En 't speet me, maar er moest 'n eind aan m'n uitblyven komen.
Ik wou die fout ditmaal niet weer maken, en dacht er dus over van Dordrecht komende by hen aan te gaan. Maar de dagen tusschen 2 voordrachten in ben ik gewoonlyk zoo moe en zenuwachtig, dat ik dan liever op m'n kamertje zit. Ik schreef dus van Dordrecht een zeer vriendelyken brief, waarin ik uitlegde waarom ik liever niet nu kwam, maar dat ik belet zou vragen voor 'n dagje zoodra die lezingen afgeloopen waren. En zie, daar kryg ik gister ochtend 'n zeer lompen brief waarin de oude hr. S. me zegt dat-i me niet kan ontvangen! Je begrypt hoe ik gestemd was en ben over zoo'n behandeling, en ik peins me gek naar de oorzaak. Ook weet ik niet of ik eenvoudig zwygen zal, of zeer styf en vormelyk reden vragen van dat gedrag. Maar... antwoord kryg ik dan toch niet. Het zit me erg in de keel. -
De lezing gist'ravend was zeer goed. Och, dat zal 't nu voortaan altyd wezen. Wees daarover maar niet ongerust meer. -
Van Helden zal je veel kunnen vertellen. Wel geen nieuws, maar alles (of byna alles, want op reis is-i niet by me) de visu [5.] de visu: uit eigen aanschouwing (lat.). Dat is aardig voor je. -