Multatuli.online

26 februari 1878

Brief van Multatuli aan Mimi. Vijf dubbele velletjes postpapier, geheel beschreven. (M.M.)

De brief is op 28 februari voltooid en onvolledig bewaard gebleven.

Dinsdag avend, Rotterdam

Gister (maandag) niets verzonden. Maar je moet 'n briefkaart van Funke hebben gekregen, en van ochtend 'n telegram van Oeberius, die met vrouw en zuster van Arnhem was gekomen om de voordracht bytewonen. Hyzelf was ook by ‘poëzie’ geweest. -

Je zegt ‘den 1 Maart heb je nog 'n voordracht.’ Wel ja, en nog velen daarna. 't Regent uitnoodigingen. Le Gras V.Z. & Haspels slaan er velen af. Maar Zierikzee moet aangenomen worden. Mevr. Mulock Houwer heeft me gevraagd in 'n allerliefsten brief dien ik je zenden zal. Ik heb er op getelegrafeerd: ‘Dan kom ik te Z.zee, al zat de rail vol duveltjes!’ -

Goed dat je aan Chris geschreven hebt. Ik ontving 'n gekken brief van Merens. Ik schreef reeds voor m'n bezoek by Fredi [1.] by Fredi: oorspr. stond er aan Fredi aan Pool hoe mal druk ik 't had en verzocht hem dat ook aan Merens uitteleggen, maar fré wist niet of Pool 't gedaan had. Hy was niet thuis. Zy was allerliefst en hartelyk ook. Ze beloofde uit zich zelf dat ze je schryven zou. Ik schreef 4 kaartjes voor haar, maar weet niet of ze er geweest zyn. Ik heb naar hen gezocht, doch zag niet goed. Fre's kindje is 'n engeltje. Ze heeft geloof ik jou oogen, of die van Fre tenminste. Ik heb 'n paar uur by Fre gezeten, en had expres geen koffi gedronken om by haar wat te gebruiken. Ze was heel lief. Overigens verzocht ik haar (en dit doe ik velen!) my te beschouwen als dood zoolang ik die voordrachten houd. De menschen die ze bywonen, vinden dit begrypelyk. V. Helden zei iets aardigs. Toen ik zei: ‘ik besteed eigenlyk aan voorbereiding maar één uur’ antwoordde hy: ‘ja, één uur en dertig jaren!’ Zoo is het ook! Ieder vindt dat m'n voordrachten zoo vol zyn. De couranten doen hun best me te smoren, maar 't lukt niet. Ik hoorde velen die er over verontwaardigd waren. Mevr Oeberius & haar zuster waren woedend over die poging tot doodzwygen. Nu, 't schaadt me niets! Ze kunnen ‘Tandem’ (de gouden sleutel!) niet smoren, en daarop komt het nu hoofdzakelyk aan.

Je maakt 'n kamertje voor jezelf in orde. Goed! Onder [2.] onder de teekeningen etc.: oorspr. stond er De teekeningen (....) zyn. de teekeningen van schryftafels is niet die ik gezien heb, nam: eenvoudige tafel met 'n opstaand randje aan den achterkant. Wil je daar eens naar vragen?

En, is er in geval van nood, 'n (liefst ongemeubl.) kamer by Fliedner te huur? Ik heb Fredi opgewonden voor de monsterreunie, en dat zal ik Chris ook doen. -

Zwart pak? Goed. Maar ik heb nog geen arrêt om de maat te laten nemen. Met dit pak wil ik m'n voordrachten afmaken. M'n moeder zei: ‘met oude kleeren moet men nieuwe verdienen.’ -

Och, die lieve vischjes! t Doet me toch aan! Maar 't is goed! Die gemeene smid. Juist goed nu dat hy Pythagoras niet kreeg. -

Ik lees in m'n zomerbroek. Die zit me makkelyker dan de nieuwe. Die zal goed zitten als ik den rooden uitgooi. -

't Is hier schoon, zacht weer. Dat moeten we weer bezuren in Mei. -

Gut, zoo prettig dat je nieuw geld kreeg nog net voor dat je 1000 mark op waren! Je moet niet alleen niet te kort komen, maar zelfs niet in angst zitten dàt je tekort komen zult. Wees niet bang. Ik zet het je, iets uittegeven of te bestellen dat ik niet goedvind, vooral als 't voor jezelf is. Volg toch je eigen wil, zonder vragen. 't Is geen gunst, Mieske, 't is je volledig recht, en ik heb er pret in dat je dat recht gebruikt.

Ik schryf van avend aan Haspels dat ik 't provenu van de Amsterd. voordracht geheel apart wil ontvangen omdat het bestemd is voor 'n byzonder doel. Hoeveel 't is kan ik volstrekt niet berekenen, maar jy krygt het intact en 't mag niet in de gemeenschap. 't Is jou speldegeld. Later kryg je veel meer. 10 % van al de inkomsten, dat zal als Tandem goed aan den gang is (mislukken kàn niet) zeker wel 100 gl smaands bedragen, en meer! -

Zeg, nu we 't zoo ruim zullen krygen, zullen we een schoonen hond koopen. Als-i langharig is, kunnen we 2 of 3 maal sweeks 'n dienstman nemen om hem te wasschen en te kammen of al was 't alle dagen. [3.] Hier ontbreekt naar Mimi's mededeling (Pée 1939, blz. 70) 1 dubbel vel.

meebrengen. Je ziet dat ook jy op je wenschen bediend wordt. Zóó zal 't voortaan wezen. De wereld was omgekeerd, en ik heb ZED terecht gezet. -

O, één narigheid! Gister bleek me dat 'n juffer naast me piano speelt! In godsnaam! Dat zal ik 'n volgend jaar beletten. Dan huur of koop ik zoo'n woning, en zet er byv. V. Helden in (zonder piano). -

Karel [4.] Karel van Dam, Multatuli's vroegere bediende. is nu te Amstm by me geweest. Hy beviel me heel goed. Inderdaad goed ontwikkeld. Hy zal z'n weg wel maken. -

‘Zonde van onze woning te Wb. als ik in Holland 'n vry bovenhuis had?’ O neen, ik zou er toch maar 'n paar maanden zyn. t Is maar om 'n pied à terre te hebben, met eigen meubels en geregelde eigen bediening. Nu kost me het dresseeren telkens moeite. -

Ik heb weer goed gegeten vandaag. -

By Mevr Löhr ééns geweest. Telkens brieven die ik slechts gedeeltelyk lees. Ik schryf haar dat ik dood ben zoolang die voordr. duren. De familie De Haas ook. En Oeberius. En Schröder te Amsterd. Hy is by me geweest in Rondeel, maar ik was er nog niet. Dus ik vond 'n kaartje. Ik antwoordde (ook op háár brieven) ‘tydelyk dood!’ -

Nu heb ik nog 4 [5.] 4 brieven: oorspr. stond er 5. brieven van je te doorloopen, en straks komt er zeker een van gister (maandag) want de laatste was Zondag middag op den trein gedaan. Dat staat op 't adres. Weet je nog. Dien vond ik van ochtend hier. V. Helden had hem in den zak by den trein. -

Heden kwam iemand van Dordrecht ('n onbekende) vragen wat hy te D voor me doen kon? Van m'n populariteit is geen voorbeeld. Ik verzocht hem: kamer logement, kachel aan, afhalen spoor en dan me alleen laten. 't Zal geschieden. 't Is komiek, Mieske, zoo als ik bediend word. Ieder die me nadert, doet adjudantsdienst. Op 't kronen en zalven na, ben ik koning. Je hebt er geen begrip van. Later zal je ook dáárin deelen. -

Ja, als 'n kraantje [6.] De woorden stromen bij die lezingen, naar Multatuli's gevoel, naar buiten als water uit een kraan.. Gister was-i terdeeg open. -

De regeling der komst van V.H. met dat kleine ventje liet ik aan hem over. Hy gaat eerst van hier, nadat hy me op den trein naar Middelburg gebracht heeft, en dan kan-i 2 of 3 nachten te W.b. blyven. Ik raad je aan het kleine ventje maar in je bed te nemen. Bevalt je dat niet, koop dan maar 'n bed, maar dat later ook voor 'n groot mensch dienen kan. 't Zal te pas komen by de monsterreunie. -

Heden klein koffertje gekocht. Heel netjes voor reisjes van 3, 4 dagen. Wat 'n nieuwe dingen als je me weer ziet! -

Brief van Mathilde [7.] Bestemd voor Mimi. over de voordracht. Ik vind het mal dat ze 'm aan my zendt. Maar ze zegt geen postzegel te hebben! Ook dàt vind ik mal en agitant. Ik kon haar best geld zenden maar heb geen lust in de bereddering van 't aanteekenen, morgen. -

't is ½ 11 dinsdag. Ik vraag de Juffr. 3 beschuitjes met kaas. -

Van avend geen brief. Heb je naar 't Rondeel gezonden? 't laatste bericht is van zondag. -

Ik zie uit Mathilde's brief dat Fredi er geweest is. Ik had 't niet gezien. -

Neen, ik ben niet zenuwachtig, door ‘'n jonge dame op m'n kamer’. Ik was zonder dat zenuwachtig, en de onhandigheid, de takteloosheid de naïve... lompheid van Mathilde maakte my boos. Dat ben ik nog of weer: Ik zal 't haar schryven, maar wat ernstiger zonder drift! Haar hart is edel, maar haar lompheid is onverdragelyk. Dat vragen gistravend (¼ voor 8) haar te chaperonneeren was geradezu [8.] geradezu: ronduit (du.) afschuwelyk. En dan 't obligaat ‘thuisbrengen,’ dat ik Funke heb moeten opdragen, hy die ook moe was [9.] was: oorspr. stond er is. èn van eigen zaken en voor my. -

t Is me zoo gek als je in je br. spreekt van de lezing in den Haag, te Leiden &c. Dat ligt alweer lang achter my. Ik wisch alles uit m'n geheugen wat ik niet precies noodig heb. -

Tracht niet meer zenuwachtig te wezen over myn spanningen. Ik ben er glad doorheen. Van mislukken eener voordracht is geen spraak meer. Ikzelf begryp 't niet, maar 't gaat vanzelf, en als buiten my om. -

Och, Annet! Dat 's 'n verdrietig ding! Ik vrees telkens dat je gelyk hebt, en juist dàt vind ik naar. Ik had haar graag heelemaal gehad! Maar als men niet op haar rekenen kan... dat is zoo stremmend! - Je intriguetje [10.] Het eerste signaal inzake Mimi's (voorlopig geheime) plannen om een kind te adopteren. intrigeert me! Wat drommel heb je? Een dwaasheid waarmee je my verrassen wilt als ik thuis kom? Kom, zeg 't maar, of zeg er méér van. Dan zal ik raden. Heb je Putz geadopteerd? Dat zou ik op zichzelf heel aardig vinden, maar jammer omdat ik 'n schooner dier hebben wou, een zeer schoone daar je dol van houden kunt. Gut nu ga ik denken dat je een van die honden van den Neroberg gekocht hebt. Nu goed, maar ik wensch je 'n mooier toe. In allen geval wat je doet, is goed. Ik zou 't aardig vinden. -

Toch ben ik ongerust over je keel. En Seyberth zei 't was maar verkoudheid. Ik hoop het. -

Over Non zeg ik alleen dat ik bezig ben haar door largesse [11.] largesse: royaal zijn (fr.) te dwingen tot gehoorzaamheid. Op al wat me in haar schryven niet bevalt, antwoord ik niet. Ik heb haar geschreven dat ze voortaan nooit meer gebrek aan geld hebben zal. En ze vraagt: (na betuigingen van blydschap en na allerlei vragen om inlichting die ik nu niet geef) ‘of dan E nu zal kunnen studeeren?’ Ik zal haar daarop antwoorden: ‘ik denk dat dat niet gaan zal.’ Als ze dan schryft: ‘hé, en je zegt dat je zoo ryk geworden bent’ zal ik antwoorden: ‘o ja, dat is ook zoo. maar ik dacht dat je vroeg of Edu studeeren kon? 't Is me gebleken dat hy daartoe te - en te - en te - is. Dat kan ik niet veranderen met geld. Als-i tot studeeren in staat was zoudi niet als 'n kwajongen van hier zyn weggeloopen omdat hy te lui en te geblazeerd was om z'n lessen te leeren. Met geen schatten kan ik 'n 24 jarigen grysaard tot 'n behoorlyk jongmensch maken. Zie jy daar kans toe?’ &c -

Den brief voor Edu uit Parys zal ik aan Non zenden, en er by zeggen dat ik niet verkies z'n boodschapper te wezen. -

Blumer heeft teekeningen van tafel zonder Aufsatz, maar met 'n opstaand gewerkt randje. -

t Is waar dat eikenhout niet in de schryfkamer past. -

He, wil je misschien de lamp in de schryfkamer laten hangen en voor de salon 'n betere koopen? Al was 't 'n driearm. -

Als je 't zoo beschikt dat ik jou tafel kryg, is 't my wel. Als je dan maar maken laat voor jou. En netjes naar je zin. -

V. Helden weet van ‘Tandem’ Hyzelf heeft de lid en sectie kaarten laten drukken, stempels snyden &c. (Vandaag had hy om 9 uur nog niet gegeten, en was moe) Dus je mag 't noemen, maar spreek niet over de vermoedelyk ryke opbrengst. Spreek er over als 'n pensioen dat me nu eindelyk met behulp van honorarium in staat zal stellen redelyk te leven zonder die dagelyksche zorgen. - Ik denk dat ik morgen jou geldje kryg. Dan zend ik 't dadelyk. - Of je die botanische handleiding met gedroogde planten al hebt! 't Kost 'n kleinigheid, geloof ik. Ik betaal 't hier by V.D.H. [12.] Van der Hoeven en Buys: boekhandel te Rotterdam. & Buys. Dit à Go [13.] à G.: a gouverno - tot richtsnoer (handelsterm). -

Hoe kan je zeggen dat je my geen genoegen kan doen? Je doet het. Je brieven zyn erg erg erg lief. Als ik nu maar wist wat voor ‘dwaasheid’ je begaan hebt. Als 't is wat ik zoo even dacht, zou ik 't inderdaad alleraardigst vinden. Juist heel lief! -

Ik geloof dat jyzelf m'n voordracht van gister mooi zoudt gevonden hebben. -

Neen, te Rotterdam mag je niet komen. Ik ril er van. Evenmin mag ik toestaan dat je met M.A. in haar hotel komt, waar men gewoon is haar met Schenkel te zien! Ik neem die S haar doen niet kwalyk, mits zy 't maar niet kwalyk neme dat jy niet mag riskeeren voor haar gezelschap te worden aangezien. En M.A. zelf is compromittant. Ik zie haar liever 3 maal in huis dan eens op straat. Als 't noodig is zal ik haar dit ronduit zeggen. -

Gut, ik geloof zoo dat het van den Neroberg is, je zoogen. dwaasheid! Alleraardigst! Het zou lief zyn! -

Ja, voor de Rottr niet pakkende voordracht had ik me 't meest ingespannen -

Deze brief wordt erg dik. Des te beter als ik je jou geldje zend, dan is-i toch aangeteekend. Anders ben ik bang zoo'n dikke te verzenden. -

Ja. Iterson was lief. Digna zal me 'n onderwerp voor Breda geven, op den laatsten dag. -

En mevr. Oeberius te Arnhem. Ze was er verrukt over. -

Locomotieven [14.] Nummers van de krant van die naam., ja! Hier. Ik laat ze lezen door V. Helden. -

Dank, huwelyksfeest Berlyn. Nog niet gelezen.

Ik eet by Leygraaff, 'n beste restaurant, vlak by de Westerstraat. -

Vervolg morgen.

Woensdag te Dordrecht, 4 uur

Zie zoo, ik zit in 'n goede kamer met al m'n net schryfgereedschap, en ook in makkelyk tenue. Om 8 uur voordragery. Je ziet dat ik de zaak makkelyk op neem, want ik doe eerst je brieven af, waarmee ik gistravend niet niet [15.] niet niet: verdubbeling door begin op nieuwe pagina. klaar kwam.

Dordrecht 28 febr. 78

Donderdag morgen, in 'n ander logement

Gistr'avend na de lezing zond ik je 'n briefje. Alles best. Het publiek was opgetogen. En ikzelf zeg dat het goed was. Ik had je er by willen hebben. Dat gevoel heb ik anders zelden of nooit. Het was goed. En voortaan zal 't altyd goed zyn. Dus daarover geen zorg meer, zoo min als over geldzaken. (Tooveren, hé?) -

En nu de oorzaak van 't afbreken gister middag 4-5 uur in hotel (!) Rodier en 't voortzetten nu in hotel(!) De Vries. Ik had me in huisgewaad gestoken, pantoffels, wattenjasje &c al m'n schryftoestel (netjes & kompleet) gerangeerd, en wou beginnen. Maar ik zag geen lucifer. Ik schelde. Men bleef lang weg en bracht eindelyk, 3, 4, lucifers op 'n schoteltje. Ik zei:

- hé, heb je geen Zweedsche. Die dingen stinken zoo. 't Slaat me op de keel. -

Och, waartoe die malle historie precies te vertellen. 't Slot was dat ik na velerlei brutaliteit te hebben ondergaan, m'n boeltje weer inpakte en naar 'n ander logement ging.

Heel gelukkig dat m'n voordracht geen voorbereiding noodig had. Ik had niets geen haast. Evenmin agitatie. 't Gaat tegenwoordig vanzelf, en beter dan ooit. 't Is komiek. -

Nu wil ik dezen brief hier, waar ik goed zit en vriendelyk behandeld word, afmaken, en eindelyk verzenden. Dat ik hierin geen geld doe is waarachtig niet uit gebrek. O neen. (Gister aan Nonni door m'n ‘secretaris’ - ik wil imponeren! - weer 60 gl. en jou kan ik met plezier weer 'n paar honderd zenden). Maar ik wil je jou lezing precies en intakt geven en dàt kan ik op 't oogenblik niet doen, omdat ik geen afrekg heb. 't Schynt dat de onkosten op de lezingen grooter zyn dan ik dacht maar... ik gis dat Haspels wat achterhoudt om by 't scheiden van de markt te zeggen: ‘dit is nog voor je in kas.’ Doch 't kan me niet schelen.

Hé, denk er aan dat M.A. 'n kletster is. Ze mag vaguement [16.] vaguement: vaagweg (fr.) weten dat er plan bestaat ‘M.H. een pensioen te bezorgen’ maar niets van de groote ruimte van middelen die ons wacht. Blyf vis à vis [17.] vis à vis: tegenover (fr.) haar in 't matige, burgerlyke. -

Ik ben heusch zeer wel, en onbegrypelyk helder van hoofd. 't Is me of ik alles begrypen kan. -

Ja, ‘goed roeren kunnen’ eens voor al! -

Gister (te Rotterdam nog) bezoek van Iterson. Gut hy is zoo lief en zoo knap, en zoo hartelyk! -

Neen. V. Helden vergezelt me niet. Hy pakt alles voor me in, brengt en haalt me naar & van trein, en doet te Rotterdam 't noodige. Hy heeft het zoo druk voor me dat-i onlangs niet voor 'savends laat gegeten heeft. Dàt zyn juist de dingen die my anders zoo afmatten. En door die regeling worden my de voordrachten zoo ligt. Hy, V.H., is best! Het kon niet beter. -

Ik heb nu 'n mooi reiskoffertje waarin al m'n portefeuilles, schryfgereedschap, en 't noodige voor huis & verschoon tenue. Alles knus. Een kwartier na m'n aankomst in 't logement ben ik als thuis. -

Jou herinnering aan 't log. in de bocht van Guinee is lief. En in myn gedachte maakt je dat zoo onschuldig, waarby dan ook je lief frisch gezicht komt. Je was natuur en dan dat schoone vertrouwen. Want je aard & opvoeding was juist zoo fatsoenlyk. -

Bovenst. staat in verband met Willème en dat bewuste pak waar in o.a. 'n hemd. Welnu, voor Willème is geen zorg. Maar ik vraag niet. En, om 'n reden. Ik gis dat ik overmorgen te Goes 'n bericht kryg, of liever 'n pakket met geld. Ze zyn aller welwillendst, en denken aan m'n verjaardag, dit weet ik. Verneem ik op 2 Maart over [18.] over: oorspr. stond er van. die brusselsche zaken niets (d.i. ontv. ik niets om in één slag die zaken door jou te laten afdoen, want ik heb den solieden Bos gezegd dat ik 't afdoen buiten jou of my om, zou beschouwen als 'n vyandelyke daad )dan zeg ik dat het niet hoeft, en dat ikzelf 't zal doen. Daartoe zie ik nat.k best kans, al was 't morgen. Wees op alles gerust. Je kunt niet te vrolyk gezind wezen ook over m'n hart voor jou. Maar je moest je dáárvan te zeker achten om toe te geven in gekke jalouzietjes. Al had ik nu eens 'n caprice wat zou dat! Nu, op dit oogenblik is het 't geval niet, maar ik zeg dit voor 't vervolg. Laat me maar altyd begaan. Jy bent en blyft de chaussée, en 't links of rechts afwyken op 'n bypaadje, uit luim, is geen reden tot klachte dat ik den grooten weg verlaten heb. Vind je me en bloc genomen, en redeneer eens van '61 af, zoo vreesselyk ontrouw? -

Neen in de Nederlanden was niet ‘erg, erg’. 't Was innig lief. Heb je ooit gemerkt, ook als ik driftig was, of boos op je, dat ik daarvan 'n ànder gevoel had? Nooit! -

Straks te Rottm vind ik zeker 'n brief van je. Je laatste is van Dinsdag. En ik zie daaruit dat je maandag niet schreef. Ik had al getelegraf. naar Rondeel. -

Ik geloof nu zeker dat je verrassing in verband staat met Neroberg. Ik zal 't snoepig vinden.

Zeg Marie ronduit dat ik niet gaarne heb dat je in dat logement komt. Bedenk dat al die menschen haar als... begeleidster van S. te zien! en als ze lastig aandringt, zeg haar dat dan ook namens my. Schenkel mag doen wat ze wil, maar juist daarom mogen wy laten wat we willen. Dàt is liberalisme, en Marie's aandringen om deel te nemen in háár allures is niet liberaal. -

Ik ben heel kalm. Zie je dat nu in m'n schryven. Zeer veel agiteerende dingen zullen voortaan niet meer bestaan. -

Ja, deze winter was naar. 't Spreekt vanzelf. Ik was zwanger. Nu ben ik aan 't verlossen, en 't kind is [19.] is: oorspr. stond er zal (...) zyn. flink & gezond. Daarom de kraamvrouw ook. -

Te Amstm bezoek van de dochter van Edu's baker. Ik heb beloofd haar moeder optezoeken als ik er weer kom. -

Neen, je bent niet verdroogd ‘als 'n scharretje.’ Volstrekt niet. Je bent 'n lieve frissche vrouw die recht [20.] recht: oorspr. stond er 't recht. heeft op levenslustigheid. Daarmee kan je juist my wat jong maken. Ik geniet er van als jy vurig, en vroolyk en zelfs hartstochtelyk bent. Hoe saaier ik, hoe opgewekter jy. Ik word juist door jou levenslust aangestoken, want ik ben jaloers à rebours [21.] à rebours: van de weeromstuit (fr.). Jou pret maakt me gelukkig. -

Aardig dat je Zondag zoo'n bezoek had, of neen, ‘laatst’ zeg je en Riek [22.] Riek: de zoon van Marie Anderson. was de eenige heer by 6 vrouwtjes. -

Die gekke V. Salis met haar tafeltje en haar ziekte. Zóó, lacht Anna om het tafeltje! Dat prouveert voor haar.

Hé, schryf eens aan Versluys en zet er o.a. in dat ik hem onlangs 'n briefje schreef over ‘dien Westra’. Of-i dat ontv. heeft. -

En fabr. ook 'n brief aan dien besten Bruinsma. Beschryfhem m'n drukte zoo wat, en zeg dàt dat de oorzaak is van m'n zwygen aan hem & Hilda. Het zyn niet de voordrachten die me afmatten maar de reizery, en de aanhoudende verwisseling van localiteit. En telkens met vreemd kellnervolk te doen. -

Ik lees weinig of niet verslagen in Couranten. Eigenlyk kan 't me niet schelen. De menschen die me hooren zyn 99 van de 100 opgetogen. Dàt is genoeg en kan niet gesmoord worden. Gister by 't uitgaan verdwaalde ik in 'n corridor onder de menigte. Ik hoorde 'n heer met dames spreken en ving op: ‘Het is verbazend! Wat 'n taal!’ & ‘ja, en in 'n oogenblik leidt hy je de heele schepping door!’ Precies, dat is de alles samengrypende poëzie. Daarom valt me alles zoo makkelyk. -

Ja, de briefkaart van Vos na den Haag moet goed geweest zyn. Gut wat ligt dat al weer ver achter my! En Amsterdam ook. Alles verschynt & verdwynt als 'n weerlichten.

't Meeste pleizier heb ik in jou brieven en om aan je te schryven. - Neen, ik hoef niet ‘taai’ te zyn om uittehouden. 't Kost me niets meer. Alleen de sporen vervelen me, en dàt is zoo erg niet. Van binnen ben ik kalm en prettig. -

Zeg aan V. Helden dat hy zoo schoon gehandeld heeft door m'n woedend opvliegen zoo goed te verdragen. Schoon en... verstandig. Want na zulke proeven is hy me juist te meer waard. En er ligt karakter in. Ik drukte hem neer als 'n stalen veer die terstond daarop zich weer oprichtte alsof er niets gebeurd was. 'n Stuk week yzer knakt, breekt & blyft liggen. Ik apprecieer dat zeer. En 't zal hem zeer voordeelig zyn. Zeg hem ook dat ik nooit iemand in den steek laat, die zich aan me hecht, en dat het verstandigste egoïsme der personen die by me hooren bestaat in 't aanhangen van my, niet in 't behouden van 'n kwasi - (maar valsch) karaktermässige zelfheid. 't Is als in 't whisten waarin m'n z'n partner in de hand moet spelen, (als men zelf slechte kaarten heeft) en ik ben eens vooral de partner die 'n goed spel heeft. Het spel van den ander komt er niet op aan. Ik troef z'n heeren als 't me zoo goeddunkt, en hy mag niet klagen. Want dáárdoor maak ik vole [23.] vole: al de trekken halen in het omberspel., en hy deelt in den uitslag. -

Best dat je Fliedner weer hebt aangenomen. Dat is makkelyk. -

‘Kipje’ en jezelf ‘goed geven’. Dat is heerlyk! Ja, dat reciproceeren van Marie is gek en vermoeiend. Enfin. Als je 't er belet, zou je 't hulp vragen (en verleenen) afsnyden. En dat màg niet. -

Met Funke alles best. Hy was [24.] was: oorspr. stond er is. zoo in z'n schik dat ieder zoo tevreden was. Z'n levendige oogen straalden. -

Je zegt Willème 500 fr. (?) Gut, dàt kon ik je wel terstond zenden. Maar ik wacht 2 Maart af. Ik hoorde al zeggen: ‘Ja, 't is nu wel jammer dat-i den 2 Maart niet hier is.’ Net of daar wat achter stak. Maar als ik me vergis, kan 't me ook niet schelen. -

Na Dord rust? Wel neen, ik ga morgen (Vrydag) naar Middelburg., Saterdag Goes en dan (3, 4 of 5) naar Zierikzee.

Lees inl. brief van Mevrouw Houwer. Ik heb getelegrafeerd dat ik te Zierikzee kom al lag de weg vol duvels. -

Ik heb te Amstm 'n mooien parapluie gekocht. Laat repareeren wat er aan den onzen stuk is. Hy schuift zoo òp, van den punt naar boven. -

Aan Lecomte te Delft zal ik denken. -

Neen ik heb geen blaadjes verscheurd. Dat waren die waarmee deze begint. (De eerste twee).

Couranten beteekenen niets. Ze willen me smoren maar 't zal niet gaan.

[25.] Het volgende in blauw potlood in de marge. Adresseer éénmaal 'n brief Zierikzee daarna Rotterdam. dag Mies, ik ga naar Rottm.