Lijst van brieven op datum
26 februari 1878
van
Multatuli
aan
Mimi Douwes Dekker (bio)
Volledige Werken. Deel 19. Brieven en dokumenten uit de jaren 1878-1879 (1989)
26 februari 1878
Brief van Multatuli aan Mimi. Enkel gevouwen velletje en een half enkel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
Dinsdag ochtend
Rondeel
Wel, Mieske, 't gaat crescendo! 't Is nog nooit zoo goed geweest als gist'ravend over wysbegeerte. Ieder was erg tevreden, en Funke's gezicht straalde nog meer dan by poëzie. -
Heel vol was 't niet, maar toch redelyk, zoodat jouw lezing wel iets bedragen zal. Je krygt het precies! Gut, zoo'n pret voor me. -
Ik denk wel aan Willeme. Dat gaat jou niet aan. Alles zal in orde komen. -
Ik was gister, en ben vandaag byzonder wel. -
Nader berichten volgen. -
Straks terug naar Rotterdam. Ik ben den heelen reis nog niet zoo wel geweest als gister en nu. Kompleet flink. Al stond er nog 'n nul achter de pretentie van Willeme, tòch zal je je br. [1.] De bij Willème achtergelaten brieven. hebben.
En jy zult ze halen dat spreekt. -
Ook Charl. de Gr. [2.] Charlotta de Graaff. Vgl. V.W.X, blz. 739. Zij had Multatuli al in januari 1863, volgens Marie Anderson, enkele duizenden guldens gehend. zal ik tevreden stellen. -
beschouw je maar als 'n ryk mensch. -
Over 'n jaar zal je 'n villa kunnen koopen als je daar zin in hebt. - Fredi was... om te stelen.
Ze zal je schryven [3.] Ze zal je: oorspr. stond er Heeft ze je (....). over m'n bezoek o ze was allerliefst. Zeg haar dat ik dit vond. Tandem zal prachtig worden! het kan niet missen. Ik heb 't nu bedacht en voer het uit. Als ik nog 5 jaar leef, laat ik je 'n vermogentje na, en al ware dat niet, dan toch 'n zeer deftig inkomen. Dàt noem ik manoeuvreeren, hè?
Denk niet dat ik droom. Ik heb verstand van zaken, en niet de Wertheims [4.] Befaamde bankiersfamilie in die tijd. A.C. Wertheim was lid van de Multatuli-commissie.
&c
dag mies.
Braunius Oeberius (met vrouw & zuster uit Arnhem overgekomen: o beeldig hartelyk!) nu hy zei: och wat zie je 'r beter uit dan by poëzie. (toen was hy er ook, maar alleen) Ik antwoordde (of liever schreef hem zoo even want ik wil hem nu niet spreken in de vroegte) ‘telegrafeer dat aan m'n vrouw.’
Zeker doet-i-'t!
Z'n vrouw en zuster waren innig hartelyk. Niet te beschryven. En ik heb beloofd te Arnhem by hen te logeeren op conditie dat ik zooveel ik wil op m'n poot mag spelen, en weggaan zonder te groeten. ‘O graag, graag, riepen zy allebei, en hy ook.’ -
De familie Schröder was er weer, en ik kreeg 'n herinnering aan de belofte hen te komen zien. -
Ik antw. ja, maar als de voordr afgel. zyn. Nu ben ik 'n half mensch.