Multatuli.online

24 februari 1878

Brief van Multatuli aan Mimi. Twee dubbele velletjes postpapier, geheel beschreven. (M.M.)

dit is 't begin van

een dikken brief.

6 uur

Rotterdam, Zondag avend

in m'n kamer, dus:

goddank!

lieve beste Mies. Van middag na m'n tehuiskomst kreeg ik je brief van saterdag morgen. Nu heb ik er vier te beantwoorden. Wel, berichtte ik je de ontvangst van de drie vorigen maar zonder te antwoorden. -

Eerst myn wedervaren. Zeker heb je de briefkaart van Vos & Loffelt. Ik had hem met je adres er op, in den zak en zy hebben hem na de lezing beschreven. Wat ze er op zetten, weet ik niet. Zeker dat het goed geweest was. Dat er weinig menschen waren, kan me niet schelen. Geld heb ik wel noodig, maar 't komt er op 'n 100 gl niet op aan, en weldra niet op 1000 ook! -

Na de lezing met Vos & Loffelt samen zitten praten [*] en soep met 'n tong gegeten [2.] soep met 'n tong gegeten: oorspr. stond er en 'n tong met aardappelen., schoon ik in 't Keizershof ook al gegeten had. Dus: je ziet dat ik gehoorzaam..

Heel gemütlich [1.] gemütlich: in duitse schrijfletters, gezellig (du.). Eén uur naar bed, maar ik kon niet slapen. Daardoor ben ik zeer vermoeid opgestaan. Vervolgens allerlei bezoek. Als ik niet Haspels had moeten spreken die tusschen 1-4 komen zou, was ik van middag 'n uur gaan slapen, om dezen avend lang te kunnen opzitten. Maar dat kon niet. Nu heb ik vroeger dan gewoonlyk gegeten en drink vroeger thee (op dit oogenblik) en ga vroeg naar bed.

Straks komt v. Helden nog om orders voor morgen te halen. (Hy is uitstekend!) en om aftespreken hoe laat hy me op den trein bezorgt. Ook moet hy aan Funke schryven en nog een en ander. In de slaapkamer wou ik 't bed dicht aan den muur hebben, maar kon geen laken spykeren, omdat het nette behangsel op 'n raam zit (op linnen). Dus gister naar den Haag gaande, zei ik: laat maken van latten een . Spyker daar 'n laken op, en schuif het bed aan. Van ochtend toen ik ½ 12 thuis kwam, wàs 't er! Dat is 'n gevolg van myn knorren omdat 'n tafel die er had moeten staan, eerst ‘straks’ komen zou. Ik zei dat ik geen straksen aannam. &c. Zoo moet ik doen, en nu hy 't eenmaal weet, (en de juffr. ook) marcheert alles best. Ik moet zeggen dat ze goede orde onder de kinderen houdt. Als ik thuis ben, mogen ze niet boven m'n hoofd spelen. In één woord, m'n verblyf is zoo goed als 't maar bedacht worden kàn. De kamer is knus, alles precies zooals ik 't hebben wil. Als 't Nov. of Dec was, nam ik 'n open kachel met cokes. Nu is 't niet de moeite waard 'n andere te huren. Je wensch dat ik thuis komende wat rust nemen kan [3.] kan: oorspr. stond er zal., zal meer dan bevredigd worden. Ik zal nooit meer gedwongen zyn iets te doen om aan geld te komen, noch na m'n thuiskomst, noch later. En jy zult nooit meer in den brand zitten, ook niet na m'n dood. ‘Wel, mynheer, weet gy wel dat gy een toovenaar zyt,’ zei Huet. Precies! Maar ik moet m'n tyd afwachten, en die is gekomen. Jy bent m'n lieve beste Mies, en hebt recht dapper meetedoen. Me dunkt dat je genoeg ellende verdragen hebt, en moedig! Dus ik ben voornamelyk bly om jou. Schryf maar gerust aan de zusjes iets als: er is uitzicht dat Dek eindelyk deftig gepensioneerd zal worden. Dat is prettig.’

illustratie
illustratie

 


(‘deftig’ is voor:
ryk maar dat hoef
je niet te zeggen.
En ‘uitzicht’ beteekent
dat het zoo is.)

Ja, 't lykt tooveren, maar waar is het! Misschien zend ik morgen weer 60 of 100 gl aan Nonni. Ik wil haar imponeeren. Wees niet bang dat ik met leege handen zal thuis komen. Dat kàn niet. (tooveren, he?).

(Daar hoor ik V. Helden den trap opkomen. Hy heeft 'n huissleutel, en legt jas en hoed in de achterkamer. Alles is militair ordelyk. Zóó alleen kan ik alles doen goed gaan en zóó zàl 't goed gaan!). - M'n aventuurtje in den trein van hier naar Rottm was zoo. By toeval kwam ik in 'n wagon met nog 6 of 7 rookende heeren. 't Beviel me niet maar ik vond het uitstappen niet de moeite waard. Daar kwam op 't laatste oogenblik hygend 'n ‘dame’ (iets als modemaakster) met 'n énorme groote ronde platte doos. Wel drie voet in doorsnee. Ik zei:

- maar... men rookt hier.

- Eh? Comment!*

- On fume ici, madame.

- Cela n'y fait rien, pourvu que j'entre.

En ik nam haar doos aan, en ze raakte er in. De doos deelde den wagon in tweeen. En zy:

- Mon Dieu, quel pays! Figurez vous mr que ce commissionaire &c &c.amp;c. Ces gens.. etc, amp;c -

Ik: Oui madame, c'est un pays exécrable...

- N'est ce pas, msieur!

Ik: pitoyable, misérable, détestable,

- oui, m'sieur, etc.

Volgt vertelling van de gruwels die de kommissionair aan haar begaan had.

Ik. En France tout est beaucoup mieux, Madame.

- Oh, je ne dis pas, Mais...

- Madame, en Frrrance tous les commissionnaires sont des gentilhommes!

- Pardon, M'sieur! Mais...

- Des anges!

- Mais monsieur...

- Des hommes d'esprit...

- Mais, m'sieur...

- Tandis qu'ici, dans ce pays maudit, nous n'avons que des gueux..

- M'sieur, je ne dis pas cela, mais..

- Des niais, des nigauds, des rustres..

- Mais..

- Si la Frrrrance avait la bonté de nous annexer..

- Mais..

- Et de nous inonder de ses commissionaires..

- Mais..

- Et de ses maréchaux...

Enz. Enz. Enz. En.

Al de heeren lachten schaterend en zy (nogal 'n mooie vrouw) keek half knorrig over 't voor den gek houden, half lachend.

Toen was 't uit,

‘N oogenblik daarna beweerden de heeren aan de andere zy van de doos, dat hun venster digt moest, en 't myne open.

Ik. Madame, ces messieurs me prient d'ouvrir cette fénêtre ci. Le permettez vous?

- Mais.. m'sieur..

- Le permettez vous, madame? Dans ce vilian pays on ne fait rien sans la permission des dames.

Ze wou niet zeggen: ja of neen.

Ik liet het half neer, en vroeg weer of 't haar beviel? Ze was verlegen over 't lachen, en wou niet antwoorden. Ik zei

- Je vous jure.... françaisement madame, c.à.d. j'affirme... c.à.d. je ne sais pas trop, c.à.d. je n'en sais rien du tout, c.à.d. je vous jure françaisement, que dans ce vilain coupé, rempli de vilains hollandais, rien ne se fera sans votre permission frrrrrançaise, madame! Enz Enz Enz. Ze keek boos. -

Kort voor den Haag [4.] den Haag: oospr. stond er Rott. zette ik m'n hoed op (om hem te kunnen afnemen) en vroeg heel beleefd:

- Pardon Madame, voudriez vous me dire si vous connaissez l'adresse de la maison où vous voulez vous rendre.

- Mais M'sieur..

- Je veux vous débarasser des commissionaires de ce vilain pays Madame

- Mais m'sieur

- L'adresse, s'il vous pl. Madm?

- Calavare marke, six, zei ze eindelyk.

- Cela suffit.

We kwamen aan. Ik nam haar doos (énorm) en gaf hem aan 'n pakjesdrager. Toen haar reistasch, idem. Toen reikte ik haar de hand, en zei tot den dienstman: Vigilante!

- Mais.. m'sieur!

- C'est mon affaire, madame!

En:

- Entrez, madame!

- Mais, monsieur..

Ik betaalde den koetsier, en zei: Kalvermarkt, zes. Adieu Madame!

- Mais, M'sieur

- Adieu, madame!

Uit! -

Vos en Loffelt die me hadden opgewacht by 't uitstappen, wisten eerst niet hoe ze't hadden. Ik zei: ‘goed, wacht even, Ik heb hier eerst wat aftedoen. Zy beiden, dor, droog en stuntelig, begrepen er eerst niets van, maar hebben later hartelyk gelachen. En m'n française zal de Hollanders veel aardiger vinden dan vroeger. - Van Hollanders gesproken. Ik heb half & half 'n plan om de 9000 gl. by te steueren [5.] by te steueren: aan te zuiveren (naar het du.) die er nog ontbreken voor de expeditie naar Nova Zembla. Fransen v.d. Putte, lid der Commissie (prins Hendrik ook, geloof ik) doet het niet, en vraagt ‘bydragen’. Misschien zeg ik: 't hoeft niet, ik zal 't geven. Als ik wil, kan ik. De vraag is of ik willen zal. Ja, als ik wil, zal ik 't binnen 14 dagen geven.

Nu denk je zeker dat ik gek ben, en dan denk je verkeerd, meid. En dan zal ik zelf er nog wel meer dan die 9000 gl by winnen ook. Daarover meer als ik besloten ben. Misschien doe ik 't niet, maar als ik 't in myn belang goedkeur, kan ik 't doen. En binnen 14 dagen! 't Zou wel aardig zyn, niet waar, als ik m'n naam aan die expeditie verbond. Ik houd zooveel van Barends & Heemskerck. En wat 'n slag voor Fr. v.d. Putte! -

Gut, ik ben zoo mal slaperig. En 't is pas 7¾ uur. Ik zal 'n nacht van belang maken. Om 9 uur ga ik er in. -

Verbeeldje, in 'n gedrukte preek van Ds Nieuwenhuis [6.] Domela Nieuwenhuis: Nog godsdienst? Reeds godsdienst? Toespraak gehouden in de Evangelisch-Lutherse Kerk te 's-Gravenhage op zondag 25 november 1877. 's-Gravenhage, Mensing & Visser 1878. te s' Hage worden aangehaald:

‘de gulden woorden van den dichter: (vier regels)

Wie 't goede doet opdat een god hem loonen zou

&c tot..........

laf’

(uit geb. v.d.Onw.) -

V. Helden zendt je de brochure (de preek) Zóó verandert de geest! Die woorden op den kansel! En: dominé? Ik begryp er niets van. - Ik ben als dronken van den slaap en zend dezen brief niet (d.i. van avend niet) om je niet te doen denken dat ik gek of ziek ben. Gut neen, maar erg moê! Ik zal liever eerst morgen sluiten.

* Vertaling van de franse passages:

- Hè? Wat zegt u?

- Men rookt hier, mevrouw.

- Dat hindert niet, als ik er maar in kan.

- Mijn god, wat een land. Verbeeld u mijnheer dat die kruier etc. etc. Die lui etc. etc.

- Ja mevrouw, het is een afschuwelijk land...

- Zo is het maar net, mijnheer.

- Meelijwekkend, ellendig, weerzinwekkend.

- Ja, mijnheer etc.

- In Frankrijk is alles veel beter mevrouw.

- O, dat zeg ik niet, maar...

- Mevrouw, in Frrrankrijk zijn alle kruiers edellieden!

- Pardon, mijnheer, maar...

- Engelen!

- Maar mijnheer...

- Verfijnde geesten

- Maar mijnheer...

- Terwijl hier, in dit verwenste land, je alleen maar bedelaars hebt...

- Mijnheer, dat zeg ik niet, maar...

- Dwazen, onnozelen, boerenpummels..

- Maar...

- Als Frrrankrijk de goedheid had ons te annexeren...

- Maar...

- En ons te overstromen met zijn kruiers...

- Maar...

- En met zijn maarschalken...

- Mevrouw, deze heren vragen mij dit raam open te zetten. Vindt u dat goed?

- Maar, meneer...

- Vindt u het goed, mevrouw? In dit rotland doen we niets zonder de toestemming van de dames.

- Ik zweer u... franselijk, mevrouw, dat wil zeggen, ik verzeker... dat wil zeggen ik weet niet precies, dat wil zeggen ik weet er niets van, dat wil zeggen ik zweer u franselijk, dat in deze rotcoupé, vol met rothollanders, er niets zal gebeuren zonder uw franse toestemming, mevrouw.

- Pardon mevrouw, zoudt u me willen zeggen of u het adres weet van het huis waar u naar toe wilt!

- Maar mijnheer...

- Ik wil u verlossen van de kruiers in dit rotland, mevrouw.

- Maar mijnheer

- Het adres alstublieft mevrouw?

- Kalavare marke zes.

- Dat is voldoende.

- Rijtuig!

- Maar... mijnheer!

- Laat u het maar aan mij over, mevrouw!

- Stapt u maar in, mevrouw!

- Maar, mijnheer...

- Kalvermarkt zes. Vaarwel mevrouw!

- Maar, mijnheer!

- Vaarwel, mevrouw!