Multatuli.online

16 februari 1878

Brief van Multatuli aan Mimi. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)

Amsterdam 16 febr.

Saterdag 1878

Lieve beste Mies, ik ben zoo bly dat de lezing hier zoo goed is afgeloopen. Niet dat ik tevreden ben maar ‘men’ was - ik geloof nòg enthousiaster dan de jongeluî te Delft. En dat van Amsterdammers. Funke die zich identifieert met de zaak (omdat-i alles [1.] alles: oorspr. stond er deez' avond. beredderd had en dus als 't ware vis-à-vis [2.] vis-à-vis: tegenover (fr.) 't publiek, er by hoorde) was verrukt. Z'n gezicht straalde van genoegen. Hy heeft beloofd je te schryven. Ook zal hy je 225 gl. zenden. Maar er is natuurlyk veel meer. Ik nam 75 gl. en ik denk dat-i nog wel over de 100 gl in kas heeft die hy aan Haspels zendt. Want Haspels heeft ook nog in kas. Ook liggen er nog 200 gl in m'n kast te Rotterdam. De afrekening volgt later. Jy hebt nu voorloopig je 1000 mark. Is 't niet komiek? Nu voorzie ik dat m'n tournée 'n ware triomftocht worden zal. Laat me maar gerust begaan. Ik zal maken dat de opbrengst van die lezingen (hoe flink ook) 't minste wezen zal van wat ik bereik. Je zult geen armoe meer lyden! -

Maar nu moet ik rapporteeren van Utrecht, d.i. Betsy. (Ik kan je zeggen dat ik me geweld moet aandoen om me aan Utrecht te herinneren. Alles gaat zoo snel, en 't aantal beelden dat voor m'n geest voorbygaat, is zoo groot, dat het zyn te Utrecht me voorkomt als lang geleden.

Eerst dus vond ik in 't nog geheel in staat van wording verkeerend winkeltje slechts 'n vrouw die er uitzag als 'n werkster. ‘De dames zouden gister gekomen zyn, maar waren er nog niet.’ Wat later ontv. ik van Betsy 'n briefje uit Haarlem dat ze eerst 'n dag later komen zouden, dat is: 's avends van dien dag. neen, den volgenden morgen ik weet niet meer [3.] Deze zin later tussengeschreven.. Dien avend moest ik lezen. Den volgenden morgen kwam ik eerst ca 1 uur. Ik had geschreven: 10 a 11, maar kon niet eer, want ook te Utrecht had ik 't druk.


(By 't weggaan heb ik daar weer allerlei laten liggen. 't Alleen reizen zou onmogelyk wezen als ik niet ruim geld had om telkens te koopen wat me mankeert. Hier:

pantoffels
onderhemden
bovenhemden
kousen
scheermessen

gister was ik doornat van

zweet, en er is iemand gekomen

die 't my afwischte! -


Een brief van Nonni! Nog niet gelezen. Ik breek even af.
Ik zend (door funke maar) telegrafisch aan Nonni 100 gl.

Daarover later. ik kan niet alles verteilen -

Brief van Mevr. Schröder of ik kom theedrinken. Geantwoord: later! later! -


Hoor eens 't schryven gaat niet. Ik verga van drukte.-
Zooeven heb ik m'n hotel betaald 2 nachten, geen diner

(gister slechts 'n kop bouillon) met (prinselyke!) fooien 35 gl. En dat moet om bediening te hebben naar m'n behoefte (hier) en salon &c &c -

Van nacht hoop ik je beter te schryven. Ik ben by Betsy geweest. Ze was allerliefst, en ik geloof dat ze 't aardig vond koffie voor me te maken. De boel was in wanorde maar 't [4.] 't: oorspr. stond er ze. geneerde haar niet. Ik heb 'n warmen stoof gehad omdat de vloer gedwyld was. Juff. B. was zéér vriendelyk. Ze lykt precies op Zuur. Ze kon z'n broer wezen. Later meer dat begryp je.


Uit Utrecht ben ik weg geloopen zonder afscheid.
Maar ik heb B. 'n briefje van hier geschreven.-
Math. [5.] Mathilde Op de Coul. bereddert voor me wat ze kam -

t Was zoo vol dat er op de estrade menschen achter me zaten. En naast me zoo naby dat ik Mevr. Schröder en haar man wel 'n hand had kunnen geven.

O, alles best! 'n ware triomftocht. Help Marie wat.