Lijst van brieven op datum
27 april 1877
van
Multatuli
aan
G.L. Funke (bio)
Volledige Werken. Deel 18. Brieven en dokumenten uit de jaren 1875-1877 (1987)
27 april 1877
Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Enkel gevouwen velletje, waarvan blz. 1-3 en 4 (¼) beschreven. (M.M.)
Wiesbaden 27 April 1877
Beste funke! Dank voor Uwen brief van den 22n. Na ryp beraad doe ik niets in die vuile historie van V.D. Voo. [1.] Vgl. 19 april en 26 juni 1877. Een polemiek zou hem juist lyken, en al wat ik tegen z'n indelikate en valsche manier van doen inbreng zou op-nieuw worden gebruikt als reklame voor z'n voddigen ‘Tolk v.d. Vooruitgang.’ 't Eenige wat ik doen kan, is te zorgen dat zoo iets niet weer gebeurt, nam. door zuinig met schryvery te wezen.
Ik zit 'n beetje te tobben met het sluiten van bundel VII. Ik weet wel dat ik, zoo als ge schryft, met 'n paar blzz. volstaan kan, maar 't is niet om de volume. Juist vandaag vraagt me de drukkery op 'n proef van bundel V, waar 't slot van VII blyft? Los heeft daarin volkomen gelyk, maar zoo'n man kan niet begrypen waaraan zoo'n kleinigheid ('n beetje kopie maar! - hapert. Ik ben alweer door allerlei zaken erg gepreokkupeerd, en kan maar niet tot 'n besluit komen. Toch zal ik 't vandaag afmaken, hoe dan ook, want ik begryp volkomen dat gy en Los niet langer wachten kunnen.
Onder de rustbeletselen is ook dat Mimi's broêr die voor 'n 14 dagen uit Napels z'n onverwachte aankomst meldde, sedert eenige dagen by ons is. [2.] Johan Albrecht Hamminck Schepel (1843-1901). Zie brief van 19 april 1877. Hy is 'n beste makkelyke jongen, maar... ziek. Althans zoo beschouw ik hem, schoon hyzelf zich goed wil houden. Ik stel er hoogen prys op hem hartelyk te behandelen, eensdeels om den wille van Mimi, en ook uit eigen aandrift omdat hy eigenlyk de eenige van M's verwanten is, die my hartelyk tegemoet kwam. En om dit nu telle quelle [3.] telle quelle: hier: zomaar (fr.) uittevoeren heb ik wat meer geld noodig dan ik verwachten kon. Hy zelf is ruim by kas en zou niets liever willen dan dat wy over zyn beurs disponeerden. In 'n gewoon geval zou ik dit ook eenvoudig doen maar inverband met allerlei beschouwingen (onder ons ik vrees dat-i elders zal geplukt worden!) wil ik me groot houden. Daarom, beste kerel, verzoek ik U, als ge eenigszins kunt, my tweehonderd gulden te zenden. Ik weet wel dat ik zooveel niet te goed heb, maar als ik u alles uitlegde waarom ik 't doe, zoudt ge me gelyk geven.
Wees intusschen hartelyk gegroet van
tt
DD
Als Albert (zoo heet hy) naar Holland gaat, zal ik zoo vry zyn hem by U te introduceeren. Maar ik vrees dat-i nog voor eerst niet zal mogen reizen. 't Is 'n beste jongen.