Lijst van brieven op datum
18 februari 1877
van
Multatuli
aan
G.L. Funke (bio)
Volledige Werken. Deel 18. Brieven en dokumenten uit de jaren 1875-1877 (1987)
18 februari 1877
Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Dubbel en enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1-5 beschreven. (M.M.)
Wiesbaden, 18 febr 1877
Beste Funke! Dank voor de f200 die ik alweer prompt op m'n verzoek ontvangen heb. En ge schryft, ook de f100 naar Venetie gezonden te hebben. Hartelyk dank!
In 't briefje dat de f200 aan my begeleidt, zegt ge dat het U ‘ietwat teleur stelde’ toen ge niets van my hoorde na 't zenden van Uw rekening Courant. Ik zeg nu dat uw ietwat 'n zeer zachte uitdrukking is. Ge hadt reden tot groote verstoordheid. Uw regeling der zaken was meer dan de billykheid meebracht, ze was grootmoedig. En dan geen woord weerklank! Wel nu, zoo als ik U zeide, ik wist het niet! ‘Maar, zeg je, ook dàt is verdrietig!’ Ja, maar nu weet ik het, en ik betuig U m'n hartelyke erkentelykheid.
Veroordeel gy van uwen kant die schynbare onverschilligheid niet te zwaar, of liever tracht U intedenken in de positie van iemand die door verdriet verteerd wordt. Ik schrik voor brieven, en beef by 't openmaken. Dit zou eenvoudig kinderachtig zyn, als 't niet ook en vooral 'n fysieke aandoening was die ik niet overwinnen kan. Doch afgescheiden hiervan heb ik 'n voortdurend getob met m'n kinderen. Ten gevolge van 'n korrespondentie met Eduard was 't nu te verwachten dat-i komen zou
(ik sluit z'n laatste brief hierin)
maar ik stond er op dat-i Non zou meebrengen. Hy zegt dat ze in Augustus komen zou.
dit doet de kanarie
die over m'n blaadje
loopt [1.] Deze aantekening onder aan de bladzij verwijst naar een grote inktvlek door de A van Augustus.
Ik twyfel er aan of ze 't doet. Allerlei volk heeft [2.] heeft: oorspr. stond er hebben. de kinderen tegen Mimi (die hun nooit dan goed gedaan heeft) opgehitst.-
Nu dan, ik stond er op dat Non mee zou komen, en beschouwde die belofte tegen Augustus maar als 'n uitvlucht. Aan 't gewicht van dat schilderen geloof ik ook niet. De kans om in ‘Kunst’ iets te leveren dat waarde heeft is zeer gering en gewoon talent is niets waard. Maar als ik m'n opinie daár over (en over zoo véél omtrent dat verblyf in Italie!) ronduit schryf, geef ik door ‘ouwemannige knorrigheid’ 'n pretekst te meer om weg te blyven. Ik zweeg dus daarover, en schreef aan Edu dat-i hartelyk zou ontvangen worden, en dat ik U verzoeken zou hem f100 te zenden. Welnu, hy is nog niet hier, en ook heb ik geen bericht van z'n vertrek. Wat dit nu weer beduidt, begryp ik niet maar 't is zeer irritant.-
Gedurende al die onderhandelingen zyn wy aan 't zoeken van 'n eenigszins ruimer woning geweest, en staan daarover in halve afspraak, maar nu weer niets vernemende, weten we niet hoe te doen. 't Is ergerlyk, en ik kan m'n ergernis niet uiten omdat ik dan de reeds zoo losse banden geheel verscheur.-
Ik zal voortaan maar niets meer op de proeven zetten, en reken er op dat gy de goedheid hebt pers revisie te vragen. De bladen (zooals ik ze kryg) zyn zeer mooi, en zeker al 2, 3 maal nagezien. Maar als ge geen tyd of lust hebt voor de persrevisie zend ze dan S.V.P. aan my. Ik korrigeer met pleizier, al was 't 10 maal.-
Voor 'n dag of vyf (?) verzocht ik U f25. in 'n Bloemlezing te leggen en die te doen bezorgen aan
Mejuffr. Hermina Freybourg
Luth. Diakonie hofje
Konynenstraat.
Ik schreef die stumpert dat ze dat ontv. zou, en nu schryft ze my, niets ontv. te hebben. Wilt ge de goedheid hebben dit alsnog te laten doen? Maar laat S.V.P de knecht die 't brengt niets van den inhoud weten, anders maakt hy zich wichtig. Misschien waart ge op reis toen m'n briefje kwam.-
Ja, vel 23, 24, 25 & 26 volgen terstond. Geef asjeblieft de gereedliggende vellen niet uit.-
Hartelyke groete van ons beiden, ook aan Uw Vrouw.
tt
DD