Lijst van brieven op datum
12 november 1876
van
Multatuli
aan
Jan Waltman jr. (bio)
Volledige Werken. Deel 18. Brieven en dokumenten uit de jaren 1875-1877 (1987)
12 november 1876
Brief van Multatuli aan J. Waltman Jr. Dubbel en ⅔ enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1-5 beschreven. (M.M.)
Zondag [1.] Moet zijn: zondag 12 november. ‘Eergister’ slaat immers op brief van 9 november (zie brief van Mimi van 11 november) die op 10 november te Wiesbaden moet zijn aangekomen.
Wiesbaden
Novr 1876
Beste Waltman! Eergister middag kwam uw brief, en ik kon op m'n vingers narekenen wat er moest instaan. Uit schuldbesef had ik den moed niet, hem te openen. Nu, zondag morgen, zegt me myn vrouw dat zy hem geopend en beantwoord heeft, omdat ze het belang der zaak begreep, en ook inzag dat ik bang voor uw brief was.
Nu heb ik hem gelezen, en de inhoud is zoo als ik gissen kon. Ge zyt volkomen in uw recht - daarover valt niets te zeggen. Maar, och kerel, help me een beetje met uw gewone welwillendheid. Sedert 'n week of wat ben ik inderdaad druk aan 't werk. Ik had na 'n verdrietige sufheid die meer dan 'n jaar geduurd heeft, en waaronder ik zelf 't meest leed, 'n berg van verplichtingen voor me. Ook de VII bundel Ideën die net als Specialiteiten zoo vreeselyk hokte. (En meer dingen nog) Toen ik in 't laatst van september, [2.] laatst van september: oorspr. stond er begin van de vorige maand. wel genoodzaakt was m'n tegenzin en onmacht te overwinnen stond ik als de ezel tusschen twee of meer bossen hooi. Alles viel me even moeielyk, en elken nacht weifelde ik tusschen 't beloofd blyspel (waaraan ook behoefte is!) de Specialiteiten, en de Woutergeschiedenis. Dan begon ik aan 't een, dan aan 't ander, en niets lukte. De V. Vlotensche kampagne had me door bitterheid onmachtig gemaakt. Een geregelde gedachtenloop was me onmogelyk, en ik had geen drie regels geschreven of er kwam niets dan wrevel uit m'n pen.
Wel tienmaal veranderde ik van bezigheid, alles perste en drong even hard. Eindelyk raakte ik in 't laatst [3.] laatst: oorspr. stond er begin. van September wat aan den gang met Wouter, en werkte goed door, zoodat ik nu reeds 8 vel van de ontbrekende 13 af heb. (6 gedrukt, en 2 wacht ik [4.] wacht ik: oorspr. stond er in. proef) Als ik nu m'n vaart daarin kan aanhouden, is die bundel in 10 a 14 dagen klaar, en ik zal me wat lichter voelen. Breek ik nu dàt weer af, dan raak ik weer aan 't suffen. Ik stel den grootsten prys op uw goede meening, en daarom zend ik u die reeds afgewerkte 6 vel ter inzage. Zend ze me svp weerom.
Ik doe dat om u opmerkzaam te maken op zekere passage in 't eerste vel (vel 14) De daar uitbrekende wrevel is 't die my 't werken belette, en wat nu Publiek er van te lezen krygt, is maar 't overblyfsel van, ik durf zeggen 100 maal meer kopie, die telkens in den prullemand ging. Gedurig werd ik woedend en kon niet voortgaan. 't Zelfde gebeurde my met uw Specialiteiten. De zaak was voor my weer aan den gang te komen, met wat dan ook! Nu ben ik daarin in zoover geslaagd, maar als ik nu Wouter afbreek, hok ik weer!
Meen toch niet dat nu dat afwerken van die bundel Ideen ten nadeele van Specialiteiten is. Ik moest met iets weer aan den gang komen, en die Ideen lukten 't eerst. Ook met m'n blyspel beproefde ik 't telkens, maar gedurig viel er te-onpas 'n dosis peper in. 't Was 'n gemartel voor me.
Laat me asjeblieft die nog ontbrekende 5 vellen Ideen afmaken, ik ben dan in vaart en stemming van werken, en zal me ontlast hebben van 'n gedeelte van m'n stemming, gelyk U later blyken zal uit vel 20 en 21 waar ik de Vondel aanprystaktiek behandel. Ik zal nà die Ideen terstond Specl. afmaken, en my haasten zooveel ik kan. Nu eenmaal aan den gang zynde, werk ik gauw.-
Dank voor mededeeling over Bloemlezing. Mag ik F. opmerkzaam maken op 't kwantum dat gy daarin hebt afgestaan?-
Wees hartelyk gegroet. Ik erken m'n schuld, of liever m'n verplichting en uw recht. Schuld heb ik eigenlyk niet, want men had m'n stemming bedorven, maar dit kunt gy niet helpen. Ik zal werken zoo hard ik kan. Als 't wat meeloopt, ben ik in 10 dagen klaar. Bedenk dat ik, als ik eens die twee dingen door elkaar ga halen, noch 't een, noch 't ander terecht komt! adieu t.a.v. DD - daar ik uw edelmoedigheid ken, deel ik u mede dat ik niet om geld verlegen zit. 't eenige is dat ik flink aan den gang blyf.-
De damopgaaf hierby. Ik stelde van den eenen dag op den anderen uit.-
Die zes vel Ideen zend ik volgende post, anders zegt ge, wat beteekent dàt nu?
♁ zyn zwarte dammen, vier in getal. Wit heeft vyf schyven, speelt E5, D6, en wint. De dam G9 moet er vier slaan, en komt op E5 te staan. Dan haalt de schyf D4 dam, en A1 zet zich dood.
NB. Voor men iemand het probleem opgeeft, goed vaststellen dat geslagen schyven eerst na afloop van den slag worden opgenomen.