Multatuli.online

6 november 1876

Brief van G.L. Funke aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 en 4(½) beschreven. (M.M.)

Met gedrukt kopje G.L. Funke Heerengracht bij de Hartenstraat, 242.

Amsterdam, 6 Nov 1876

Waarde Dekker! 't Verheugt me dat het uiterlijk der Bloemlezing U en Mimi nogal meevalt. Nu, die rug titel zal ik stellig wijzigen bij de eerstvolgende partij.

Uw aanvankelijke indruk over Huet's boeken verwondert mij niet. Als Ge eens lust en tijd over hebt, zal mij Uwe nadere beschouwing recht welkom zijn. Wel vrees ik weinig plezier (als koopman!) van deze beide boeken van H. te zullen hebben, 't geen heel jammer is, vooral ook omdat het slecht werkt op de kansen voor de later volgende bundels, die stellig solider van inhoud zijn. Hij wilde echter volstrekt dat ik die politieke bundels en die meestal oppervlakkige kritiekjes 't eerst uitgaf.

Geef mij maar op waar Ge afl 3 van bundel VII wilt sluiten: mij is 't einerlei.

Ik smul van Uwe beschrijving van pater Jansen en zijn omgeving. [1.] Zie V.W. VII, blz. 512 e.v. Gij betreedt een terrein en geeft dat zoo photografisch getrouw weer dat iedereen u dankbaar zal zijn, de Roomschen niet het minst. Ik heb een soort kerk en pastoorswoning gekend als jongen en wel op den hoek van de Heintjehoeksteeg en O.Z. Voorburgwal. Frappant geleek dat op Uwe schilderij! Ik kwam daar dikwijls omdat ik verliefd was op een mooi buurmeisje dat in die kerk catechiseerde. Ik mocht haar dan thuis brengen en kreeg een zoen als ik eerbiedig aan de deur bij de trap had gewacht tot de cathechis uit was. Die kerk was NB. op een bovenverdieping!

Hebt Ge soms nog een mijner rekeningen courant van den staat onzer rekg. bewaard? Ik ben in de war of ik U in 1873 tot en met blad 15 of tot en met blad 12 van bundel VII betaalde. Mijn boek sluit niet met eene rekg die ik daarvan in mijn zakboekje hield. Zoodra ik ins reine ben zend ik U eens de rekg van 1 Januari jl. af. Van de Bloemlezing is nu tot afl 6 verzonden. 7-10 volgen vóór 15 Nov, waarna ik tegelijk het compleete werk in commissie zend. Ik heb enkel bij aflev 1 geadverteerd om mijne krachten te sparen tot bij de verschijning van de laatste aflev., waarbij ik nog eens aan àl Uwe boeken herinner.

Lees eens bijgaande brief eens, [2.] bijgaande brief: zie bij 20 september 1876. die ik dezer dagen ontving. De schrijver schijnt Nahuijs te heeten, of weet Ge soms iets anders uit de signatuur te maken? Aan zijn voorstel kan ik natuurlijk niet doen: wie zou hier Spaansche vertalingen koopen! Van hier uit in Spanje exploiteeren, is onmogelijk.

Dat brokje Duitsch dat hierbij gaat is om van te gruwen! Bewaar het als curiosum.

Vrouwlief en 't vijftal maken 't wèl. De eerste echter heeft het te druk en krijgt daardoor nu en dan koorts, die haar een paar dagen van de been brengt. We zullen heusch niet treuren als 't bij ons vijftal blijft. Ze zijn echter allen zoo gezond en flink als maar mogelijk is, hun eenig euvel is nog hun prille jaren, doch dat betert elke dag en daarmeê zal de koorts hoop ik ook wel wegblijven. Had ons volkje ook maar wat van de goede eigenschappen van Uw Van Speykje, dan hinderde 't niet zoo veel of ze wat kort op elkaar hun neusjes in de wereld staken!

v Houten [3.] Van Houten: Samuel van Houten (1837-1930), nederlands staatsman, lid van de Tweede Kamer van 1869-1894, indiener van de befaamde ‘Kinderwet’. (het 2e kamerlid) had kort geleden een flink artikel in de Vragen des tijds, over de Bevolkingsleer in verband met de sexuele moraal, dat hier nogal ergernis wekt bij sommigen. Ik zal U dat eens zenden. Over 't geheel geven die Vragen des tijds flinke artikelen en zou ik U wel aanraden er kennis meê te maken. Hebt Ge lust, dan wil ik U gaarne mijn exemplaar afstaan.

Wees met Mimi recht hartelijk gegroet van

tt

GLF