Lijst van brieven op datum
15 september 1876
van
G.L. Funke (bio)
aan
Multatuli
Volledige Werken. Deel 18. Brieven en dokumenten uit de jaren 1875-1877 (1987)
15 september 1876
Brief van G.L. Funke aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 beschreven. (M.M.)
Amsterdam, 15 Sept 1876
Waarde Dekker! Heden morgen van mijn reis thuis komende, vond ik Uw brief van 7 dezer. Ik moet bekennen dat Woest al heel ongelukkig is geweest in den vorm zijner mededeeling, doch moet den man ontschuldigen wat de zaak aangaat. Werkelijk heb ik hem gezegd dat hij niet meer dan 32 vel mocht vullen en wel omdat ik geen papier meer had en ik om ¼ of ½ vel meer geen nieuwe voorraad kon opdoen. Dat papier heb ik nl uit België en moet altijd bij minstens 500 Kilo besteld worden, want minder wordt niet geleverd, terwijl geen van de andere partijen die ik in 't magazijn heb, er in kleur of zwaarte nabij komen. Bovendien duurt het van 4 tot 6 weken eer een nieuwe partij gereed is.
Hadt nu Woest mij maar bericht dat hij te veel Kopij voor 32 vel hàd, dan zou ik U daarover geschreven hebben, doch op de gewone zettersmanier heeft hij gemeend dat wel wat huishoudelijker te kunnen behandelen. Gewoonlijk doet een drukker zulke dingen nimmer, doch daar Gij U wel eens direct tot hem hebt willen wenden, heeft hij nu ook gemeend op zijn manier eens een directe boodschap te mogen doen. Ik zal wel zorg dragen dat dat nu niet weêr gebeurt, tenzij onder gansch andere vormen. Moet nu ‘by domeinen’ [1.] Wschl. passage uit Vorstenschool; tenslotte niet opgenomen. nog geplaatst worden, dan zal ik er voor zorgen, doch als Ge er niet heel bijzonder aan hecht, laat het dan achterwege omdat 't zoo veel tijd zou kosten vóór 't boek dan in 't licht kwam, terwijl ik bovendien weêr een kliek papier op zolder krijg, dat vooreerst renteloos blijft liggen bij zooveel andere klieken, die al zoolang op verbruik wachten.
Neen, ik wist niet dat Waltman U bezocht had en dacht zelfs niet dat hij ooit zulke uitstappen maakte. Nu, zoo iemand, dan verdient hij wel eens zoo'n opfrissching. Ik ken er weinig die zoo trouw als hij bij hun zaak zijn.
Terwijl ik van huis was, hebben eenige dronken kwâjongens en dito wijven mijn beide spiegelruiten met straatkeien verbrijzeld. Mijn wijfje die met haar moeder in de huiskamer zat te werken, is er niet gering door ontdaan geweest en heeft gelukkig nog hulp gekregen om althans 's nachts 't open huis te bewaken. Ik houd er nl geen luiken op na en waardeer nu eerst recht de stevige oudvaderlandsche manier van sluiten! De policie begaat hier allerlei domheden en is hoogst onhandig, zoodat nachtdieven en straatschenders tegenwoordig een rijk leventje hebben!
Wees hartelijk met Uwe vrouw van ons beiden gegroet en antwoord mij svpl spoedig hoe Ge besluit op mijne bedenking.
tt G L Funke