Lijst van brieven op datum
19 juni 1876
van
Multatuli
aan
Frans Christiaan Günst (bio)
Volledige Werken. Deel 18. Brieven en dokumenten uit de jaren 1875-1877 (1987)
19 juni 1876
Brief van Multatuli aan F.C. Günst. Twee enkele gevouwen velletjes postpapier, waarvan blz. 1-5 beschreven. (M.M.)
Op blz. 8 een notitie, niet van Multatuli: Douwes Dekker Wiesbaden 17/6 76.
Wb. 19 Juni 76
Waarde Gunst!
‘Heere jezis kristis, zei juffr. Pieterse, ik kan er niet uit wys worden!’ Nu, wys-worden is zoo moeielyk niet uit deze kwestie, maar ik weet niet hoe ik de zaak tot 'n behoorlyk eind breng? Kerel, hoe kondt ge denken dat m'n stukje voor den Amstelbode bestemd was, daar 't geschreven werd in antwoord op de Circulaire nota van Van der Voo? Wel verre dat ik daarmee iets meende te leveren aan Uw Bode, verwacht hy van U dat gy iets zult leveren aan zyn Tolk.
Bedenk hierby dat Funke die zeer verdrietig is omdat ik zeer ten achteren ben met kopie (en van zyn standpunt heeft hy volkomen recht!) heel onaangenaam gestemd is over Uw wel wat àl te Marktschreierische [1.] marktschreierisch: als van een marktkoopman (du.), in duitse schrijfletters. annonces van m'n stukjes. Ook ikzelf ben verlegen over zoo'n ophef. Doe dit asjeblieft niet, kerel!-
Ik weet waarachtig niet hoe ik de zaak tusschen Geneve & Rome (Tolk & Bode) moet uitmaken. Ik frustreer niet graag den goeden Van der Voo.
En er is nog 'n verwarrend element in de zaak. Ik schreef hem eergister - och, wat 'n geseur pour une omelette. [2.] (tant de bruit) pour une omelette: zoveel drukte om niets (fr.)-
Nu dan ik schreef V.D.V. gister (of eergister) na vernomen te hebben dat ook de heer V D Hoeven & hyzelf over de zaak had geschreven dat myn stukje nu wel vervallen kon ter vermyding van eentonigheid en uitputting van stof. (glissez, mortels, n'appuyez pas! [3.] glissez etc.: roer slechts aan, stervelingen, en benadruk niet. (fr.) Slotregel van kwatrijn van Pierre Roy (1683-1764) n.a.v. een gravure naar een schilderij van Lancret: Le patinage (schaatsenrijden).) Maar nu ik uit uw brief bemerk dat hy toch gaarne m'n stukje behouden wilde, weet ik niet wat te doen?-
Weet ge wat! Ik kan niet beter doen dan U uw eens gezet stuk gekorrigeerd terug te zenden. (Ik heb 't hier en daar wat bygetint) maak gy de zaak met V.D.H. & V.D.V. in-der-minne uit. Ik wasch m'n handen in melk.
Hartelyk gegroet
tt
DD
Wordt er nu tusschen U beiden uitgemaakt dat het stukje toch in den Tolk komt, bezorg dan svp. aan den heer V.D.H. de in Uw proef gemaakte auteurskorrektien.
En kollationeer den uit Esser's stuk aangehaalden zin, met zyn stuk. Want de minste afwyking van den autenthieken tekst zou worden uitgekreten voor citaatvervalsching à la Van Vloten.
Ik deel heden den inhoud van dit schryven aan den heer V.D. Voo mee.