Multatuli.online

12 mei 1876

Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 en 4 (⅔) beschreven. (M.M.)

Wiesbaden 12 Mei 1876

Waarde Funke, 't valt me erg mee dat m'n uitval tegen De Veer U niet wondt. Nu kan 't me niet schelen, en ik wensch den (armen?) Amstelbode succes met z'n komieke reklame.-

Neen, Mimi is nog niet naar Brussel. We hebben 't daartoe bestemde geld apart gelegd, maar er komt geen antwoord op zekeren preliminairen brief, en daarop wacht haar vertrek. Er is buiten die eene zaak (waarin koffers met papieren een rol spelen) nog meer achterstand, maar daaraan kan ik nu niet denken.

Toch heb ik weelderige dingen gedaan. Ik kocht 'n Keltisch woordenboek, en een mooie aardglobe en relièf. [1.] Nog behorend tot de verzameling van het Multatuli Museum. En nòg 'n paar excessen van dien aard. Natuurlyk zyn hier te W.b. geen schulden. Dat is 'n hoofdzaak.

Van alle zyden kryg ik (soms komieke) verzoeken om ‘Woutertje niet langer voor gesloten blinden te laten staan’ (Zoo ongeveer drukken de meesten zich uit, alsof 't afgesproken was.) Dit klopt met uw wenschen en rechten. Ik werk alle dagen. Wàt doe je dan? Welnu ik erken dat ik tegenwoordig gauw suf of moê ben, en ook dat ik (misschien) de korrektien wat zwaar opneem. Als ik 'smorgens met 'n proefvel [2.] proefvel: oorspr. stond er vel. begin, is altyd m'n indruk: dat zal wel in 'n ½ uurtje àfzyn, en altyd duurt het langer. Maar tyd is de hoofdzaak nièt. De zaak is dat ik gauw moê ben. 't 'S avends werken baat niet veel, want dan voel ik me den volgenden morgen zeer mat, en m'n oogen branden dan zoo.

Met het te zwaar opnemen van korrektie staat de zaak zoo, dat het me niets helpen zou er over heen te loopen (ik spreek niet van drukkersfouten, maar van auteurs fouten)

dàn word ik er nog misselyker van, dan ik nu al van al dat geschryf ben. De eenige kans om voorttegaan, is dat ik 't ter harte neem. Ook ik verlang zeer naar 't afmaken (en verder schryven) van de Woutergeschiedenis. Ik zal doen wat ik kan.

Maar ik moet u twee opmerkingen maken. 1o Ik had voor 'n jaar of wat eens moeten kunnen uitblazen, niet van werk zoo zeer als van verdriet. Inplaats daar van, enz! 2o Ik zit in allerlei verhoudingen die me dagelyks (letterlyk waar!) heen en weer schudden. 't Is te lang om te vertellen en dat ik aantrekkelyker ben dan wenschelyk is, begryp ik ook. Maar dit is nu eenmaal zoo. Niet als hoofdzaak, maar toch bykomend, was ik erg verdrietig over dien Amstelbode. Dìt is nu uit, o ja, maar dingen van dien aard, (en ernstiger!) zyn er altyd. (Gut, wat heb ik 'n malle historie gehad, met Van der Linde. Hy is nu hier, als bibliothekaris, maar ik wil hem niet zien, en hy zeker my niet!)-

Gelyk met dezen ontvangt ge een pakket Korrectur [3.] In duitse schrijfletters. Het zyn de blaadjes die de drukkery abusief in 't begin van de Bl. gezet had. Ik zend ze U, en niet aan Woest, omdat de eerste bezending (blaadje rood nummer 4 tot 7½ want de afgeknipte laatste helft van 8 gaat hierby) in der tyd aan U gezonden is. Ik hoop dat dit nu geen aanleiding tot nieuwe verwarring zal geven.-

Het zou mal zyn, u en uw vrouw by uw niet geringe obstetrische ondervinding raad te geven. Maar toch, neemt ze genoeg beweging?

Och, die vraag komt in allen geval nu niet meer te-pas, daar 't oogenblik naby is. We wenschen U van harte goeden afloop.-

Weest heel hartelyk van ons beiden gegroet

Dek

Schreef ik je dat Versluys 'n paar dagen hier geweest is? Niet juist door zyn bezoek, maar toch eenigszins ten-gevolge daarvan studeert Mimi wiskunde. Ze wil trachten daarin examen te doen, zeker om... my den kost te geven als ik heelemaal beroerd ben.