Lijst van brieven op datum
24 december 1875
van
Multatuli
aan
G.L. Funke (bio)
Volledige Werken. Deel 18. Brieven en dokumenten uit de jaren 1875-1877 (1987)
24 december 1875
Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Twee dubbele velletjes en een enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1-9 en 10(¼) beschreven. (M.M.)
De zin bovenaan op blz. 1 en de slotzin bovenaan op blz. 10 in blauw potlood zijn in feite postscripta.
't blauw omhaalde: het gedeelte over de vertalingen in het Duits is met blauw potlood aangestreept.
Alleen 't blauw omhaalde vereischt antwoord;
de rest als U niets te doen hebt
Wiesbaden 24 Decr 75
Waarde funke, hartelyk dank voor Uw lieven brief die me wel wat beschaamd maakt. Och, ik ben innig verdrietig. Ik zie telkens duidelyker dat de algemeene taktiek is, my te doen doorgaan voor 'n slecht mensch. En die taktiek gelukt. Overal ontmoet ik er blyken van. Erken dat dit wel 'n beetje reden geeft tot bitterheid. Maar ik erken dat het verkeerd is U met die stemming te plagen, daar ik van U niets dan goeds ondervind! Ja, grooten dank voor Uw brief!
Revisie [1.] Revisie: oorspr. stond er Proef. van vel 2 gaat hierby. Als ik ryk was, zou ik geen ander honorarium verlangen dan... eindeloos te mogen korrigeeren. 't Is nooit uit! Vergeving voor m'n woord: ‘tegenwerken’. Als meer gebeurt, was ik onbillyk door... schuldbesef. Ikzelf was verlegen over m'n knoeien. Ik giste, droomde, veronderstelde dat ge met de drukkery in onmin laagt om mynentwil. Ik wist dat ik daartoe reden had gegeven. Vandaar myn voorstel om met geld die menschen in hun humeur te helpen. Hierop geen antwoord krygende, in verband met 't wegraken van blad 2, dacht ik dat ge m'n gekorrigeer moe waart, en gezegd hadt: passez outre! [2.] passez outre: laat dat verder maar (fr.) Daar ik nu wist of giste, dat er in vel 2:
Dit wetende en voorziende, was ik zoo bang vel 2 niet weer te zien, juist omdat ikzelf door m'n geknoei aanleiding gegeven had om Uw geduld te doen bersten.-
Dank voor vel 1. De druk is best, vind ik.-
Uw drukker is vroom, en zeker zullen de zetters van 't (prot.) houtje wezen. Begrypen ze wat ze zetten? Kyk, ik wou zoo graag dat zoo'n man eens zei: aan zoo'n goddeloos boek wil ik niet meewerken! Liever op-straat staan!-
Ah ja. Er was [3.] was: oorspr. stond er is. wel iets in den brief waarop ik antwoord wachtte. Zou de duitsche uitgaaf van den Havelaar U schikken? Verbeelje 't vod van Stromer kost precies evenveel als Uw nieuwste uitgaaf. Om te beoordeelen [4.] beoordelen: oorspr. stond er begrypen. of gy 'n duitschen Hav. plaatsen kunt, is 't noodig U te zeggen dat Stromer my (op 'n zeer dreigenden brief) beloofd heeft in 'n algemeen gelezen blad te verklaren...
Wat? Ik eisch: ‘dat z'n vertaling geen vertaling is. Ik schreef hem: ‘dat is geen vertalen, dat is wurgen.’ Ik behandel hem streng.
(Je hebt er geen begrip van hoe hy geknoeid heeft. Ik dreig hem 'n lyst overteleggen van z'n fouten. Verbeelje, van 't broekje dat 'n javaansch jongetje draagt, maakt hy: pantoffel (hy kent 't woord pantalon niet!) In Holland heet 'n duitscher: ‘Blankaart.’ Enz Enz. En de volume bedraagt slechts 3/5 van 't origineel. Overal heeft-i met weinig oordeel brokken uitgelaten, zoowel woorden, halve en heele zinnen, als bladzyden.)
Nu, als zyn exekutie niet volledig is, zal ik aan 't duitsch publiek vertellen wat dàt voor 'n vertaling is. Hieruit kàn volgen dat 't bestaan van zyn vertaling U niet hindert, niet alleen, maar zelfs dat het gekibbel tusschen S & my, Uw uitgaaf bevoordeelen zou door deze (onwillekeurige) reklame.-
Of ge by uw begrooting honorarium voor Nast moet opbrengen, weet ik niet. Zyn vertaling zal goed zyn. Hiervoor sta ik in. Hy is knap en akkuraat. (Is z'n Spinoza stukje niet lief? De fiktie is aardig en byna [5.] bijna oorspr. stond er vry. stipt-historisch. Spinoza had 'n liefde met juffr. v.d. Ende. Die aanslag is ook historisch. Ook dat S. zich zeer yverig bezig hield met (de werken van) Descartes. 't Eenige onmogelyke is de tyd. Daaraan komen 5, 6, 8 jaren te kort, want Spinoza was maar 'n jongetje toen Descartes Holland verliet, en zelfs toen D. stierf.-
Van stukjes gesproken. Mies had waarachtig geen honorarium beansprücht. Ze dacht er niet aan, dat verzeker ik U. Nu is ze heel verrast, en wil my iets geven voor m'n Christfest. Ze zyn hier mal met hun Christfest.-
Uw oordeel (en dat van Uw vrouw) over Mimi's roodharige novelle, komt noch haar noch my vreemd voor, en 't is òf heelemaal gegrond of op 'n heel klein beetje na. By 't korrigeeren van de proef der eerste bladzyden was ze... misselyk! ‘Maar, maar, zei ze, ik geloof waarlyk dat 't in 't vervolg wat beter wordt!’ Nu, dit is zoo! De fout is, dat zy... misbruik heeft gemaakt van 't eenvoudige, van 't huiselyke. Dáárvan is (vooral in 't begin) de dosis te groot. Wat de opmerking aangaat over de onbeduidendheid van de donnée, nu, later meer daarvan. Ze meent dat niet ‘rood haar’ haar donnée is, en ook niet 't vooroordeel tégen zulk [6.] zulk: oorspr. stond er dat. haar, maar... och, wacht tot het uit is. Ook ik zeg dat ze iets ànders behandelt, namelyk: wat de titel zegt. Dit zult ge zien, al blykt 't maar uit het allerlaatste woord. (en dit is 'n goede methode). Maar of dit by de verbrokkelde publikatie, wel tzelfde effekt maakt als 't geval wezen zou by 'n uitgaaf in-eens af, valt te betwyfelen. Doch dit kan zy niet helpen. 't Is wel jammer dat men by streven naar eenvoud zoo ligt vervalt in fadeur! [7.] fadeur: flauwheid, smakeloosheid (fr.) Maar ze kent nu de klip! De oorzaak van 'r fout is hekel aan opgeschroefdheid, en dit verleidt haar tot 'n vervallen in 't andere uiterste.
Maar nu moet je weten dat ik... aan Vosmaer 'n klein standje heb gemaakt over 't opnemen van haar stuk. (Slechts zéér ten deele had ik 't gelezen. 't Is 'n principe van me, my niet met haar werk te bemoeien dan hoogstens op 't allerlaatste oogenblik. Kollaboratie is 'n onding.) Nu dan, vooral na de verschyning van die eerste aflg schreef ik er ongunstig over aan Vosmaer. En zie, nu hoor ik van hem dat velen die voor bevoegd doorgaan, het zeer pryzen. (Nyhoff [8.] Nijhoff: Martinus Nijhoff (1826-1894), uitgever van o.a. De Nederlandsche Spectator., Campbell [9.] Campbell: Marinus F.A.G. Campbell (1819-1890), bibliothecaris der K.B. te 's-Gravenhage, vriend van Vosmaer. en anderen) En... 't allerkomiekste is dat Mimi zelf myn party trok tegen den Spectator. Maar toen V. schreef dat ‘men’ 't zoo ‘lief’ vond, ‘vol fyne trekken’ &c kreeg ze weer moed.-
Ieder zal denken dat ik Mimi tot schryven aanzet. Nu, juist andersom. Ze doet het malgré moi, en byna steelsgewys. Hoogstens kan men zeggen dat ik 'r begaan laat, en wel omdat ik haar den weg niet mag afsnyden voor zichzelf te zorgen na m'n dood. Maar anders... ik houd niet van geschryf.-
Haar (proeve van 'n) tooneelspel is by Ten Brink, om geplaatst te worden in Nederland. Als T. Brink 't afkeurt, zullen noch zy noch ik er boos om zyn. Voor de planken althans acht ik 't niet geschikt, als lektuur maar... heel misschien. Ook daarin is weer iets dat ik nu kortheidshalve ‘fade’ noem, gebrek aan forsheid. En positieve fouten ook.-
Hebt ge gelezen: 1o De beoordeeling van Juffr. Beersmans' spel in Vorstenschool te Rotterdam? 2o Idem van Van Hall in 't Tooneelverbond?
(Komiek, hoe de Rotterdammer nog even terugkomt op z'n topic dat de toestanden niet op Holland toepasselyk zyn. Overigens haalt-i vry wel bakzeil. 't Stuk van V. Hall is, als gewoonlyk, pittig en ferm. Ik verlang Juff. B. te zien. Ze heeft gezegd als ik in Holland kom, weder eens overtekomen.)
Waltman schryft me dat de (of: een) leeraar in 't duitsch aan de H.B.S. te Delft, 'n fragment van Vorstenschool vertaald [10.] Deze vertaler was Dr. K.Th. Wenzelburger., en aan ‘die Gegenwart’ gezonden heeft. Hy kwam dit by toeval te weten.-
Neen, ik zal je nooit weer verdenken van kwaadwillighedens! Vergeef me! ik heb veel verdriet! Daar komt 't van.
Maar ook veel goeds. M. is een engel voor me. Onze woning is best, rustig, warm. Behalve m'n grieven van binnen, leef ik eigenlyk zoo prettig als nog nooit sedert het verlaten van Lebak. Om m'n oogen te sparen houd ik me savends bezig met kartonwerk. Ik heb wel 16 [11.] 16: oorspr. stond er 20. kleine portefeuilles geplakt, en voor Mimi 4 mooiere op haar verjaardag [12.] verjaardag: Mimi was op 14 december 36 jaar geworden.. 't Kost haar moeite my de deur uittekrygen, zoo gezellig is 't altyd op de kamer. Voor m'n geluk zou ik nooit hoeven uittegaan. 't Pretext om me in de lucht te jagen is de hond. ‘Die wordt ziek, zegt ze als ik niet met hem loop.’ Nu, dan ga ik. En we hebben:
Ook ben ik zeer gezond tegenwoordig, en mag dus wel tevreden zyn-
Als deze brief U te lang is - nu dat 's 'n kamperstreek! - ik wou zeggen: geef hem dan maar aan je vrouw. Die zal je wel zeggen wat dienst is. Je ziet: v. Vl. heeft gelyk: ik denk maar by horten & stooten.
Weest allebei heel hartelyk van ons gegroet en geloof me
t.t.
DD
Daar krygen we V's vogels! Lees vooral gauw de ‘Idylle’ [13.] Idylle: Vosmaers novelle is gebaseerd op een wandeling met Multatuli en Mimi, tijdens zijn verblijf in juni 1874. Vgl. hierboven bij 24 december.. Die idylle is historisch! Ik heb ze nog niet gelezen, maar Mimi zegt dat de beschryving allerliefst is. Alles is wáár. Hy arrangeerde maar.
De noten zyn alzoo van: 1876 goed!