Multatuli.online

21 december 1875

Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Twee enkele velletjes postpapier, dubbel gevouwen, waarvan blz. 1-7 en 8(¼) beschreven. (M.M.)

Wiesbaden 21 Decr

Waarde funke!

Ik ontving heden morgen proef van vel 3. maar ben zeer verdrietig dat ik niet revisie van vel 2 ontvangen heb gelyk ik verzocht. Ik verzeker u dat het noodig is. Ik kan U bewyzen leveren dat de drukkery (ik meen niet deze, maar in 't algemeen) by 't korrigeeren nieuwe fouten maakt, en me dingen laat zeggen die ik niet gezegd heb. Die vind ik dan of by de revisie, of, erger, in 't schoone vel.

Ik doe m'n best zooveel ik kan, maar zulke tegenwerking zou me moedeloos maken.-

Wilt ge zoo goed zyn my met den meesten spoed altyd schoon vel te doen geworden? t hoeft niet te wachten op pletten en drogen. t Is me waarachtig niet om 'n Exempl te doen maar ik heb by t korrigeeren van volgende vellen noodig te zien hoe iets in vorige vellen gedrukt of gearrangeerd is. Ook kon ik nog 'n erratum plaatsen als dit mocht blyken noodig te zyn. Ik begryp niet dat het zenden van schoon vel met spoed geen regel by alle drukkeryen is.-

Ik erken dat ik de nu verzonden korrektie behoorde weer te zien. Maar wat baat het, of ik revisie vraag? Afkorrigeeren is onmogelyk zoolang er nog zooveel op de marge staat. Dat bederft het oog en de gedachte. Althans my is 't onmogelyk. Zyn anderen zooveel knapper, in godsnaam! 't Is er dan ook dikwyls naar! Nooit lees ik (ook van myzelf) ½ bladzy, zonder nieuwe fouten te ontdekken! Nu, dáárnaar kan geen drukkery iets regelen, dit erken ik. Maar 'n revisie was toch niet te veel gevergd, dunkt me! Vooral als ik kan aantoonen dat men by 't verbeteren van fouten anderen in de plaats maakt. Als ik van vel 1 geen revisie had gehad zou er staan


t Is niet slecht.

in plaats van:


Is 't niet slecht

gelyk in de eerste proef goed stond.-

Op blz 63. van de vorige uitgaaf staat (reg. 4)


zal wel nieuw zyn.

In de 8o uitgaaf, en in de proeven stond


zal wel niet nieuw zyn-

Ik geef me te veel moeite om korrekt te wezen, dan dat zulke dingen me niet zouden ergeren.-

Bovendien, m'n vyanden zyn kwaadaardig. (zie byv. alweer V. Vloten in 't Leeskabinet. Men schryft me dati zegt dat ik vervallen ben in ‘volslagen grootheidswaanzin.’ Moet ik hun nu door 't laten drukken van zulke bêtises wapens in de hand geven? Geen moeite is my te veel, maar als dan nog die moeite te vergeefs is, wordt de zaak treurig.

't Wondert me dat ge my niet hebt geantwoord op m'n laatste brief.

Adieu

tt

DD

In deze proef heb ik nu zoo weinig veranderingen gemaakt, als eenigszins mogelyk was. De meesten zyn van uzelf. In 't buitenste blaadje nam ik ze over. Ik had het verklad. Daarom nam ik daarin uw korrekties over.

Ik ben zeer ongerust over vel 2. Bovendien, ik verzond het in de meening dat ik 't weer zou zien!