Lijst van brieven op datum
14 november 1875
van
Multatuli
aan
G.L. Funke (bio)
Volledige Werken. Deel 18. Brieven en dokumenten uit de jaren 1875-1877 (1987)
14 november 1875
Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
De hieronder tussen haakjes gedrukte zin over Mina Krüseman is in de autograaf een toevoeging onderaan op blz. 4, met een verwijzingsteken en met een lange haal.
Wb. 14 Novr 1875.
brief 10 nov ontvangen.
Waarde Funke! Vandaag zend ik gekorrigeerde vellen 11, 12, 13 & 14. Zyn de vorigen ontvangen?
Ik hoop en denk in de te ontv. proeven weinig te veranderen te hebben. Maar nu over 't vervallen van de blauwe streepjes. 't Is nu afgesproken dat die vervallen in de eerstgezonden vellen, maar ge wilt toch wel de interlignes laten, waar ze in den druk van verleden jaar nu eenmaal zyn, niet waar? Ik zeg dit nu voornamelyk voor de likdoornhistorie in vel 12 & 13. Die wordt onbegrypelyk als er niet in 't oog valt of de auteur spreekt, of de lezer, of de tentooneele gevoerde personen. Om die scheiding te bewaren was ik genoodzaakt hier-en-daar 'n blauw streepje heel onder de blz. te zetten om, by 't overbrengen, 't wit te bewaren. Indien ge nu (na 't vervallen van die blauwe streepjes in de eerste vellen) den drukker gelast daarop geen acht te slaan, meent-i dat ze ook op andere plaatsen niet gelden, en dit zou verkeerd zyn. 't Best is nu te beginnen met te zeggen: de blauwe streepjes gelden niet. En zet gy dan S.V.P. in de kopie, daar waar ze ophouden, een nootje: ‘van hier af het bestaande wit laten blyven, en 'n interligne maken waar 'n blauw streepje staat.’-
De heele kopie van bundel III volgt binnen weinig dagen, en nogeens: ik poog ze zoo te maken dat er in de drukproeven weinig verandering komt. Maar 't kan gebeuren dat die band me pynlyk wordt, als ik nu eens over 4, 6, 8 weken wat te veranderen had! Ikzelf doe 't niet graag, maar wáár is 't dat zulke afspraken me zeer belemmeren.-
Maar, kerel, als ge nu 'n nieuwe uitgaaf, niet zonder gevaar, hooger kunt laten betalen, hoe dan met de meerdere uitgebreidheid die door bygevoegde noten aan 'n bundel gegeven wordt? Dat ge niet kunt opslaan om de interlignes, begryp ik (niet geheel toch, en 't prouveert weer niet voor 't lezend publiek!) maar als nu werkelyk de inhoud van 'n boek vermeerderd wordt? Ik zou dan genoodzaakt zyn, 't Publiek te zeggen dat ik m'n op- en aanmerkingen achterhoud, omdat men ze niet betalen wil. Dit kan toch niet! Ook is 't heel pynlyk, by uitbreiding te denken dat ik dit doe ten-uwen-koste, en dat het Publiek u niet schadeloos stelt voor 't meerdere papier, zetloon &c. Ook niet voor 't honorarium dat ge myzelf altyd voor herdrukken gaaft!
Hoor eens, 't is 'n armoedige boel in Holland!-
Och, zend asjeblieft, (en zet het op m'n rekening) vier [1.] vier Exempl.: oorspr. stond er drie Exempl. Exempl. van den Havelaar, gebonden, respect. aan
alles te Rotterdam, de beide laatsten - neen, alles in één pak, geadresseerd aan Le Gras. Plak er dan maar S.V.P. bygaande papiertjes in [4.] Het M.M. bezit het exemplaar van D. Haspels. Het ingeplakte papiertje heeft de tekst: Den Heer D. Haspels van den Schrijver. Wiesbaden, November 1875., dan zal hy ze wel overhandigen. Ik heb van die heeren zooveel hartelykheid genoten. Ook dacht ik er aan één aan den goeden Waltman te zenden, maar 't is zoo gek omdat hyzelf uitgever is. Nu, ja, doe het toch. Maar zet alles behoorlyk op m'n rekening.-
Wees intusschen hartelyk gegroet.
tt
DD
Ik ben zeer onwel geweest. Mies die als 'n engel voor me zorgt ('n niet makkelyk taakje!) was zooals ik later merkte, serieus ongerust geweest. Maar ik voel me weer bezig met opknappen, schoon ik er uit zie om van te schrikken. Net 'n geest, ofliever 'n spook. - Wat M. Kr. in haar schild voert met dien ‘Blik i.d. K.W. [3.] “Blik in de K.W.”: verwijzing naar een dramatische schets in vier bedrijven met een voorspel, getiteld Een Blik in de Kunstenaarswereld van de hand van Mina Krüseman (Mijn Leven III, 101-143). Hier komen wel toespelingen op Vorstenschool in voor, maar niets ongunstigs t.a.v. Multatuli.’ Kyk, ik gis dat het tegen my is. Heb je 'r dan reden gegeven vraagt ge? Neen! (Nu ja, 't bar afkeuren van haar ‘Kritiek & Kunst’ en van haar spel, of liever van haar bluf die op niets uitliep, van haar leugens.) Maar ik kan berekenen dat ze behoefte heeft aan schandaal, en dan ligt 'n aanval op my 't naast by de hand. Ze geeft om niets, als ze maar opzien baart.