Multatuli.online

31 augustus 1875

Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Dubbel velletje postpapier, tot het midden van blz. 4 beschreven. (M.M.)

Wiesbaden 31 Aug. 75

Waarde funke! Ik kan u niet zeggen hoe ik met die Noten in den brand heb gezeten, en nóg zit. Het slot is nu in korrektie naar Utrecht. Maar dat loopt tot vier bladzyden op vel 25. Zal V.D. Heuvel dat in de bandjes kunnen persen? Ge zegt wel dat het moet, maar zal 't gaan?

Voor my is 't verminderen zéér moeielyk. M'n fout dateert van 't zetten der nummertjes in den tekst. Die eenmaal daar staande, moet er iets by gezegd worden. En geen ruimte hebbende om te zeggen wat ik voornam, is 't knoeien me zeer vermoeiend geweest, veel moeielyker en omslachtiger dan 't leveren van uitgebreide noten. Ik neem me vast voor, me nooit weer aan ruimte te binden. Ikzelf weet nooit vooruit welke indrukken ik hebben zal, en zoodra ik me daarin besnoeien moet, ben ik niets waard. Hierop doelt dan ook m'n herhaalde verzekering ‘dat ik geen schryver ben’, geen man van 't ambacht!

Wilt ge V.D.H. eens met de volume van 24¼ vel + 't voorwerk, laten probeeren? Ik wacht nog revisie van 24 en die 4 blzz van 25, schoon ik niet inzie dat ik iets weggooien kan, zonder de nummertjes in den tekst al te zot te maken. Dáárop komt de zaak neer, en volstrekt niet op de vraag of elke regel, elk woord in de noten ‘belangryk’ is. De belangrykheid werd juist door 't gedwongen knotten, door 't niet aanroeren van wat ik zeggen wìlde, tegen-gegaan. Bovendien, ik zou om iets te bereiken minstens die vier bladzyden van vel 25 moeten kunnen inkorten, en daartoe zie ik geen kans.-

Ik heb de f100 in dank ontvangen. Wat het saldo in myn nadeel aangaat (nu f228.315) dat viel me mee, vooral nu de portretzaak misgeloopen is. Wat die zaak op zichzelf aangaat, ik verzeker U dat ik er veel verdriet van gehad heb, en niet zeer hard van pleizier zou geroepen hebben, als ze my 1000 gl had opgebracht. Daarvoor kan ik 't waarlyk niet doen! Ge weet niet wat dat poseeren, en parlementeeren en dingen met 'n fotograaf me kost. Ik zette dóór, om niet koppig te schynen in Uw oog, vooral daar ik nog zelden iemand vond die 't begreep hoe zwaar me 't verkoopen van m'n gezicht valt. Dit begreep ook Vosmaer niét, die als gy (en, óók als gy uit bestwil) vriendschappelyk op de zaak aandrong. Bovendien, ik begreep dat 'n geteekend portret (hoe fraai ook uitgevoerd) geen rekening maken kon.

't Gekste van de zaak is, dat men my gedurig om 'n portret vraagt! Als ik nu eens in stemming was om 'n redelyke cliché te krygen, kan ik 't niet eens doen, om niet uw oplaag te bederven. Die man hier moet me nog altyd 12 & 12 stuks leveren van de proeven die gy gezien hebt. Ik durf er niet naar vragen. By 't poseeren namelyk en onder de pourparlers over prys, had ik hem gezegd dat ik in-allen-geval zóóveel van hem nemen zou, afgescheiden van Uw bestelling. Waarom hy ze niet zond, weet ik niet, maar ik hoor dat er 'n kabinetsformaat in 't album prykt dat in z'n wachtkamer te kyk ligt.-

Maar, afgescheiden dáárvan nu, valt me Uw rekening mede, en al ware dit niet het geval, ge weet wel dat ik op Uw boekhoudery nooit aanmerking maken zou. Ik ben altyd meer dan tevreden over Uw regeling der geldzaken.-

Goddank nu dat die vervloekte Havelaar van m'n tafel is! Althans wanneer VDH. die 25¼ er in perst. Zoo neen, dan weet ik waarachtig geen raad.-

Nu Wouter! Ja, ik moet wel anders weet ik geen raad. En Le Gras c.s. vragen me om 'n Blyspel!

Van Uw kant is de eisch billyk dat er 'n eind kome aan dien VIIn Bundel. Wat my betreft, ik blyf beweren dat het zeer wreed en onrechtvaardig is dat ik op m'n ouden dag - gestemd of niet! - vertellingen leveren moet om in leven te blyven. Maar dit kunt gy niet helpen.-

Wees met uw lieve vrouw heel hartelyk gegroet

tav

Douwes Dekker