Multatuli.online

8 maart 1875

Brief van Multatuli aan J. Waltman. Dubbel velletje postpapier, waarvan 3 blz. beschreven. (M.M.)

Rotterdam, Maandag middag

Waarde heer Waltman!

Uw hartelyk briefje was my heel aangenaam, maar er is voor den dag van morgen een bezwaar. Jufr. Schepel verwacht morgen haar jongste zuster met nog andere familie, en om den wille van velerlei belangen moet ik daarby zyn, althans 'n gedeelte van den dag. Nu wilde ik U vriendelyk verzoeken my wel degelyk te ‘eten’ te vragen, of te dulden dat ik my zelf vraag maar op 'n andere dag. Dan zal ik er expres voor komen, en me gedurende een paar uren geheel wyden aan U en de Uwen. Is dit goed?

Wat het nemen van 'n plaats aangaat, eilieve doet dit niet. Primo, hoef ik eerst daar te zyn als 't stuk ten-einde loopt, en als was ik er vroeger, O, ik heb genoeg van Vorstenschool. Denk eens: 21 repetitien (met hindernissen!) en reeds eenige voorstellingen! Om nu niet te spreken van Juff. K. (die onverdragelyk is) ook zy die goed spelen zooals Legras, de beide Haspels en van Zuylen kunnen my niet langer bekoren, juist omdat het stuk van myzelf is. Dus, beste kerel, laat me maar stil zonder plaats. Komen zal ik, maar al kom ik niet inde zaal, ik zal er niet rouwig om wezen. En wat U betreft, ik zal zoodra mogely U vragen welken dag ge my eens ontv. kunt, en dan rustig, zonder gejuich & handgeklap dat me verveelt.

Wees intusschen hartelyk gegroet van

t.a.v.

DD