Lijst van brieven op datum
25 februari 1875
van
Antonius van der Linde (bio)
aan
Multatuli
Volledige Werken. Deel 17. Brieven en dokumenten uit de jaren 1874-1875 (1986)
25 februari 1875
Brief van A. van der Linde aan Multatuli. (Schaakbibliotheek K.B. 's-Gravenhage; fotokopie M.M.)
????: hier heeft het handschrift arabische tekens.
A. 25 febr. 75.
Amice, | Ontv. | 20) | Dd6 | nt. e5 |
edelmoedig! | ||||
Andw. | 21) | Db3 | - f7 | |
Ontv. | 21) | Ke8 | - d8 | |
Andw. | 22) | Df7 | - g6: | |
Ach, ik moet wel om | ||||
???? e4 en ???? g4 |
Arabiesch van kwaadheid. Zonder gekheid- Uw 18... Pc6 - e5 is de partij waard. Mijne schrijffouten ontstaan uit de korrekcie van het tijdschrift, vermengd met de deensche partij, met deensche korrespondencie. Ik zit daar noch eenige zetten in den knel. Overigens, gij hebt daar in R. genoeg te doen, dan dat ik aanspraak zou mogen maken op groote brieven. Later!
Tot éen voorstelletje uit sympathie neem ik bij dezen, daar gij Funke noemt, de vrijheid. Als gij duitsch spreekt, laat dan de proef even over Arnhem gaan; al verbeter ik slechts éen Umlaut, dan is de moeite beloond. Alle duitsche schrijverij der Hollanders was tot dusver fout. Io el Rey! Wat in de industrie van knullen als Ten Brink er niet toe doet, komt er in Uw werken wél op aan. Ook uw duitsch heeft vlekjes, die er met éen pennestreek uit verwijderd kunnen worden. Mondeling hoffentlich mehr. Je suis sur la hauteur de la chose zou niet zoo goed zijn als je suis au fait. In 't Duitsch bestaat ook - nu, juist, daar heb ik je, sssst! Punctum. ‘Was wiederhält mich’ zegt Uw Duitscher. Jawol, wat weerhoudt me. Dus reeds wider (Widerspruch, Widerlich), nooit wieder; maar 't kan niet. Was hält mich zurück, dát's Duitsch. ‘Betönt’ (onze prozodie), neen: betont. Einen Grosche, néen: ein Groschen. Und so weiter.
Ik heb ál de veranderingen van Vosmaer dankbaar overgenomen, behalve slaaploos, niet uit Rechthaberei, niet zunächst om daktylus of spondee, maar om slapen. I am no fox. Mijn oordeel over zekere voordracht alhier was te gunstig, een ‘zwakte’. Omlijst door zooveel eigen malligheid kwamen de stukken uit Vorstenschool mooi uit. Goed genoeg? Waarachtig niet. Maar ik zocht naar iets goeds. Ik had dien avend (let toch op die e!) bekrompen lui meegesleept en - mijn brief aan U was de neerslag der relatieve indrukken. De volle waarheid lag in mijn ‘dieu protège’... 't Ergst van alles vind ik echter bij onze radikaaltjes die vervloekte onhandelbaarheid, dat feichte, filisterhafte, aartsdomme, godvergeten groene, nuchtere, laffe, kale, eunuchenhafte, hektische fertig sein met alles, ook waar ze er de kl..... van weten. Verzeihen's! Non tali auxilio, men moet het stündlich zuchten. Zóo, dat heeft me een beetje opgelucht. We groeten U hartelijk en wenschen U baldigst hier.
T.T.v.d.L.