Lijst van brieven op datum
21 februari 1875
van
Antonius van der Linde (bio)
aan
Multatuli
Volledige Werken. Deel 17. Brieven en dokumenten uit de jaren 1874-1875 (1986)
21 februari 1875
Brief van A. van der Linde aan Multatuli, op 20 februari begonnen. (Schaakbibliotheek K.B. 's-Gravenhage; fotokopie M.M.)
De aanvankelijke antwoordzet (19) is doorgestreept en de volgende morgen door een andere vervangen.
Het bijgevoegde telegram is bewaard gebleven en luidt:
doctor Vanderlinde Utrechtschestraat 324 A Arnhem
Antwoord betaald
Kunt gij mij morgen helpen aan vijf, zes bladzijden over Campbells annalen?
Van Eyck.
Amice, | Ontv. | 18) | Pc6 - e5 |
daemoniesch! | |||
Andw. | 19) | ||
nacionaal! | |||
dankje. |
Welke duivel inspireerde U dien éenigen?! Ja, nu ‘is de partij heel aardig’! Wir kennen das! Doch er zullen ook weer ‘onaardige’ buien komen. Dan vind ik 't weer aardig. Dus altijd aardig. Ik wou dat ik U die lezingen kon verbieden. Maar tegenwoordig voor 't eerst ken ik fin. zorg. En ik kan niets verdienen. Ik moet gelaten wachten of men ooit weer van plan wordt rente te betalen. En anders is 't uit. Wat mij, ware ik niet getrouwd, 't meest welkom zou zijn.
Uwe ketterijen omhelsde ik, in zake holl. prozodie, reeds lang anticipando. Ook praktiesch. Maar er ontbreekt mij iets om optetreden ‘met gezach’. Overigens dacht ik uit onze gesprekken over Londinias dat Vosmaer zich ook reeds van de exotische schablone geëmancipeerd had. Vatbaar voor de ‘eindovertuiging’ is hij stellig. En dat is meer waard dan bij mij. Krijg ik gelegentlich den brief van Pijttersen (de Friezen zeggen, hoop ik, Pietersen) terug, want ik moet er ‘fesoendelek’ op andwoorden.
Inliggend telegram behoef ik niet terug. Namelijk - dat ik terug seinde ‘onmogelijk’, komt door Uw gemenen zet Pe5. Het eerste kikkertje door dat paard vertreden. Bij élk ander andwoord lag zoo netjes een mat in 5, 6, of 12, of enz. zetten klaar, en dien zet, shameful, zag ik niet. Verliefd als men altijd is in eigen plannetjes. Goed succes op 't onpleizierig werk. Dat meen ik noch oprecht, ondanks dien valschen zet.
t.t.
v.d.L.
20 febr. 75
So, schönen guten Morgen! Jetzt spielen wir den Auflauerer (vir speculator), wie er im Mittelalter genannt wurde, nach a6, also
Andw. 19 Rd3 - a6
O die paardezet!
21 febr. 75.
Schrijf toch zoo spoedig menschmooglijk iets radikaal-negatiefs over prozodie. ‘Hōfboǔwgrǒnd’ ja. We hebben evengoed griek-latijnsche quantitas, als den vokatief onzer oude spraakkunstemakers.
5. nv. of Voc. o Koning!
Kijk zoo'n naamval?
6 nmval of abl. in, uit, op, onder, met, naar, naast, bij, tot, door enz. - den Koning.
Gussiemijne ja. Arme Germania.