Lijst van brieven op datum
19 februari 1875
van
Multatuli
aan
G.L. Funke (bio)
Volledige Werken. Deel 17. Brieven en dokumenten uit de jaren 1874-1875 (1986)
19 februari 1875
Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
Rotterdam 19 febr 75
Waarde funke! Om redenen die de Direktie aangaan, is er morgen en overmorgen (Saterdag en Zondag) geen repetitie. Maar maandag zal er voor 't eerst repetitie worden gehouden van 't heele stuk, en wel zonder interruptien. Tot-nog-toe moest byna elke regel verbeterd worden, en overgedaan. Vandaar dat één akte drie uur duurde. Nu heeft de heer Legras bepaald dat we (Wy: hy regisseur, ik, auteur) eens onzen mond houden zouden, om eens te laten dóórgaan, goed of niet. Alzoo zou maandag juist 'n aardig dagje voor U zyn. Schikt U dat? Kom dan van de spoor eerst by my. De Weenastraat is niet ver van Hollandsche Spoor, en er komt 'n trein Ca 10 uur hier aan. Dat komt goed uit. Vind goed dat ik niet aan den trein ben. Ik wacht U liever op m'n kamer. Het afhalen van den trein agiteert my altyd zoo. En daar ik weer 'snachts hoest, val ik dikwyls eerst laat in slaap. Als ik dan te vroeg moet klaar & gekleed zyn, word ik zoo zenuwachtig. In de Weenastraat gekomen (van de station af) is Engelman linkerhand, niet zéér ver in de straat. De naam staat op de deur. Ge hoeft me niet te schryven óf ge komt. Als ge met den eersten (?) holl. trein gaat zyt ge vanzelf tydig hier, en wy kunnen nog 'n kwartier praten voor we naar den Koolsingel gaan.-
Kerel wat vertel je toch van m'n ‘dwaling’ omtrent M. Kr? En: ‘dat dit me weer onder menschen brengt?’ Ik begryp er geen jota van. Juist ik ben een der weinigen (naar ik gis) die omtrent haar kunstvocatie niet gedwaald heb. Lang voor haar optreden in háár stuk, heb ik haar gezegd dat ik twyfelde aan haar talent. Ik nam 't juist zoo kwalyk dat sommige kranten haar absoluut op de planken wilden zien. En onder menschen, tengevolge van die dwaling? gut, ik begryp er niets van!
Hartelyk gegroet van
tav.
DD
Als je myn brieven aan M.K. las, zou je zien dat ik haar niet gevleid, en niet gespaard heb. Byna alles wat zy in 't publiek vertoonde heb ik zeer afgekeurd. Ja, alles, op enkele schoone passages in haar boek na, die echter ook bedorven werden door 't slordige van 't geheel. Aan haar talent als actrice heb ik nooit geloofd, en dit zei en schreef ik haarzelf.
Van Juffr Baart (schoon géén étoile waarachtig!) is nog meer te maken dan van haar.-
Ik kan op m'n vingers narekenen dat veel van haar... zonderlingheden op myn rekening worden gezet. Welnu, men dwaalt. Als ooit iemand haar op 'r plaats zette, was ik 't, tot aan haar toilet toe! Men kent me al heel weinig.