Lijst van brieven op datum
16 februari 1875
van
Multatuli
aan
Carel Vosmaer (bio)
Volledige Werken. Deel 17. Brieven en dokumenten uit de jaren 1874-1875 (1986)
Waarschijnlijk 16 februari 1875
Brief van Multatuli aan C. Vosmaer. Twee dubbele velletjes, geheel beschreven. (M.M.)
Na het woord (vooral) is een naam onzichtbaar gemaakt; na noch graven zijn 5, 6 regels weggeknipt. Het slot ontbreekt.
Mathilde: de zuster van Theo Op de Coul.
de biologie: het biologeren, sterke suggestie.
Egeria: de nympf die de tweede koning van Rome, Numa Pompilius, bij diens wetgeving onderwees; vandaar: raadgeefster.
Jet van M.: Jeane Clant van der Myll-Piepers, Vosmaers vriendin.
Dinsdag avend ½10.
Beste Vos! Ik had me den heelen dag verheugd in de hoop jelui van avend 'n langen brief met indrukken van gister te schryven, maar 't kan niet want ik ben zoo moe, kyk!
't Is de vraag of ik aan Mies schryf, wat ik anders sedert m'n vertrek alle avenden gedaan heb. Ja ja ik ben te moe om je te zeggen hoe moe ik ben. M'n ruggegraat tikt als 'n pendule. Een zware repetitie (M.K. weer!) en... bezoek, bezoekén! En nog is er iemand geannonceerd (v. Asperen, de kordate atheïst.) Zoo-even had ik jongelui uit Delft. Nu, beste jongens, maar ik - ben moê! Wat wilje? (Modelvertaling uit het zinryke fransch.)
Ik kreeg je brief. Die Multatuli schryft toch goed, vind ik. Ja dat stukjen is zeer goed, maar waarom teeken jy 't niet? Ik heb, als 't jou ‘pleizier’ doet, zoo als je zegt, niets tegen de plaatsing, dus: ga je gang. Maar leg me toch eens uit, waarom je my dien veer op m'n muts steekt. Een mooie veer is 't!
In 't algemeen, schryf ik niets in tydschriften, bladen.-
Interruptie. Den atheïst V. Asperen de deur gewezen. De kerel gedroeg zich als 'n kaailooper!-
In 't algemeen dan is 't myn voordeel niet me ergens anders te vertoonen dan in de werken die onder myn naam uitkomen. Dit is nogal natuurlyk, dunkt me! Nu kan men spreken van: ‘de werken van Mult’. Men kan zeggen: ‘ik heb ze, heb ze niet, wil ze hebben’ &c. En zoodra er hier-en-daar wat verschynt, is 't fa-brieksmerk gedeclineerd, industriellement parlant. Neen, niet alleen industrieel.
Maar... je zegt het zou je pleizier doen: ga je gang! Dat eene stukje zal me niet schaden, vooral daar 't zoo goed is. Ik wou graag dat ik 't werkelyk geschreven had! Ah ja, dit nog, 'n klein verwysje naar de serie ideën in den III bundel had er wel by gehoord?-
Zie je dáár heb je al 'n reden die er pleit tegen 't verbrokkelen. Dat stukje in de Kunstkroniek kan nooit opgenomen worden in den index, klapper of 't register. Men heeft het gelezen, wil 't terugzoeken, en zoekt zich mal in ‘de werken van Multatuli’.
Waarom teeken je 't zelf niet? Ik wou dat het van mij was! Maar... ten 3n male: ga je gang, al begryp ik niet waarom.-
Ja, m'n atheïst die zich aanstelde als 'n vlegel, heb ik weggejaagd, en nooit was m'n conscientie geruster dan dáárover. Ik had niet kunnen verzinnen dat zóó'n lompheid bestaan kon! Juist had ik twee jongelui van Delft 'n uur by me gehad, die me prettig stemden door hun lieven fatsoenlyk-hartelyken toon. Zy mogen getuigen of ik fideel was! Maar zóó 'n kerel! 't was erg! Ik wou dat er 'n derde by was geweest om 't te vertellen! Ik ben bly dat ik dóórgebeten heb, ja, puur tevreden met mezelf, wat me niet zoo dikwyls gebeurt qu'un vain peuple pense!-
Ei, ei, en aan Mies heb ik vannacht (dit is maandag-nacht) heel prettig geschreven over onzen dag, en... daarby ook... dat ik ‘nogal aardig’ was geweest. Deze woorden zyn 'n locutie onder ons. Ze beduiden: niet... nŭ... nŭ...
Wat Mimi's vraag aangaat of zy niet helpen kan in Vorstenschool, ik ben er tegen om drie redenen.
1. Ze deugt niet voor 't tooneel. Ze is niet los, niet bewegelyk genoeg. Ook voldoet me haar stembuiging niet, (hoewel toch altyd beter dan M.K.)
2. Haar optreden zou my te veel blootstellen aan de V. Vloten's. Dit begryp je wel.
3. Juist nu kan zoo-iets niet geschieden omdat M.K. dáárin 'n (valsche!) verklaring zoeken zou van myn afkeuring. Ze was instaat, te vertellen dat myn oordeel 'n parti-pris was óm Mimi op den voorgrond te stellen, iets wat me juist zoo tegen de borst zou stuiten. Ik begryp dat 'n vrouw of dochter op 't tooneel gaat, maar niet dat de man, de vader 't prettig vindt.-
Kortom, daarvan komt niets! Mimi is veel nuttiger (en nuttig zyn is toch haar stimulans!) wanneer ze myn Egeria blyft. Dát moet haar emancipatie blyven! Daar heb je nu juffrouw v. M. die zich opoffert. Zou ze hooger staan, als ze lezingen ging houden? Immers neen? Of 'n winkel opzetten? Neen! Iphigenia achter de toonbank! Ik moet toch die ‘emancipatie’ eens goed analyseeren.-
Vandaag 'n briefje van die lieve lieve Mathilde! Ook dat wou ik je wel zenden, maar je hebt geen indrukken van buiten noodig. Ik neem toch al 'n onbescheiden plaats in met al m'n confidentien. Toch gis ik dat het (vooral) (....) pleizier zal doen, zoo meeteleven. Die beste Mathilde. Ik zal haar jouw groet doen. 't Zal haar zoo verheugen dat ik je over haar gesproken heb. En nu ga ik haar schryven. Ik stelde dit al uit, zoolang ik hier ben.-
Schryf me geen lange brieven.-
Ja, Mina K. is 'n erge zaak. Niet omdat ze slecht speelt, maar omdat haar slecht spel verraadt hoe onwaar ze is. Ze schynt 't humbuggen tot stelsel verheven te hebben. Hoe dom! Ja, behalve 't onzedelyke, hoe bekrompen als taktiek. Want... hoelang kan dat standhouden? Dat stukje onlangs in 't Dagblad (‘ik wil eerst te Utrecht spelen omdat daar harten zyn’) is weer bespottelyk! De ware zin is: dáár zullen de studenten ('n troep jongens) lawaai voor me maken! Dit nu verwacht ik. Meer nog: ik verwacht dat zy zelfs elders zal voldoen. De biologie gaat ver. Maar op-den-duur beschouw ik haar onoprechte rol als uitgespeeld.
Op de repetitie van gister bleek me dat ze zeer weinig weet. Wat in 's hemels naam, heeft ze dan toch gedurende haar 35 levensjaren uitgevoerd? Ook hier is m'n Idee 30 van toepassing, in omgekeerden zin. Ik vraag wat er niet gedaan, wat er verwaarloosd moet zyn, om zoo leeg te blyven? Zy heeft noch koningen Israels, noch graven (....)
Ze zal er in groeien, en Mimi ook. Jet v. M. mag ook alles weten. Zeker amuseert het haar.-
Denk by gelegenheid aan 'n mogelykheid om de domiciliekwestie by 't trouwen wat makkelyker te maken of wel te ontduiken. Kyk, ik wou dat Mieske na zich (byv. by gelegenheid der vertooning van V.S.) even ergens opgehouden te hebben, (3 of 6 maanden?) later werd beschouwd als gebleven te zyn. Dit kán, als we 'n welwillenden B.S. ambtenaar hebben die 't met ‘domicilie’ wat luchtig opvat. Dát is de heele zaak.-
Larochefoucauld zegt (niet letterlyk, geloof ik): ce qu'il y a de plus repréhensible dans la (les) galanterie(s), ce n'est pas la galanterie.
(....)