Multatuli.online

Lijst van brieven op datum

28 oktober 1874

van

Multatuli

aan

Mina Kruseman (bio)

 

Volledige Werken. Deel 17. Brieven en dokumenten uit de jaren 1874-1875 (1986)

terug naar lijst

*28 oktober 1874

Brief van Multatuli aan Mina Krüseman. (Leven II, blz. 273-274.)

Wiesbaden, 28 Octr. 1874.

(....)

Toen je laatste briefje kwam (24 Octr,) was m'n plan terstond te antwoorden, en elken dag ging ik met dát voornemen zitten. Dan begon ik met 'n proef van herdruk te korrigeeren, en alsof de drommel er zich mee bemoeide, altyd hield me zoo'n proef tot vermoeienis toe, op. Dan erger ik me, raak m'n stemming kwyt en voel me bedorven om aan je te schryven. Want ik nader je niet graag anders dan met liefelykheid. En dit komt je toe, lieve, prettige, frissche figuur!

(Ben je ooit voor 'n figuur uitgemaakt?)

Je begrypt dat ik voortdurend nota nam van je mededeelingen aan Mimi.

(....)

Op je vraag of je uit Vorstenschool ½ doz. pagina's moogt overnemen, heeft Mies je reeds geantwoord. Gut meid, dat spreekt vanzelf. Mocht Funke er over klagen - wat ik niet denken kan, vooral daar 't 'n eer en zelfs voordeel is, dunkt me - dan neem ik de zaak op my.

Den 10den en 11den lees je te Amsterdam? En Mej. E. Baart ‘présenteeren.’ Wat is bekrompenheid in middelen toch 'n beroerd ding. 'k Kan niet op reis gaan, want Funke maant me. Maar 't is toch wel bedroefd dat ieder je nu hoort en ziet, en juist wy niet. Hierover jammert Mimi ook. Maar erger nog zou 't wezen als we je den 13den en 14den niet konden zien spelen.

Denk aan je belofte: ‘Nu gy niet over kunt komen, zal ik zorgen dat ge myn lezing gedrukt thuis hebt op 't oogenblik dat ik haar voordraag? Lieve beste Mina!

(....)

‘En wanneer trouw jelui?’ Zoo spoedig 't kan. Kyk, hier wil ik niet als ‘afgekondigd’ in de krant staan, omdat de luî die ons hier kennen, niet beter weten of we zyn getrouwd. En verplaatsen kan ik me nog niet. Dit hangt dood eenvoudig af van wat bywerken van m'n achterstand met Funke. 't Is nu juist 'n vol jaar dat ik door veel zaken erg belemmerd ben geweest. De eene hinderpaal volgde op den ander. Nog-eens: We trouwen zoodra dit kán. Het moet, helaas! Ja, helaas. Wij allebeî vinden 't 'n verdrietige noodzakelykheid, en ik verzeker je wel dat we 't niet zouden doen als we onafhankelyk waren van de wereld. We doen 't alleen om niet met steenen en slyk te worden geworpen, even als men in 'n roomsch land z'n hoed afneemt voor 'n processie. 't Is 'n gemeene geschiedenis.

(....)

Maar... noodzakelyk is het!

Heel graag zou ik zien, dat de verplaatsing die 't Huwelyk zal voorafgaan of vergezellen ons wat nader by je bracht, want we hebben je heel lief.

(....)

Ik wou heel graag precies je aandoeningen weten als de dag van 't optreden nadert, en op dien dag zelf. Ja, op 't uur! ‘Moed-houden’ behoef ik je niet aan te raden, daar ben je te kordaat voor. Ik heb de beste hoop, en kán me niet voorstellen dat je maar middelmatig voldoen zou. Als je dol veel van me hield, zond ik je op dien laatsten dag 'n woordje, 'n talisman, 'n bloem, n'importe, om je te steunen. Maar we zyn niet op sentimenteelen voet met elkaar, vooral omdat je daar boven staat. Toch voel ik heel, heel hartelyk voor je, en wat Mimi aangaat, ik ben zeker dat ze schreien zou als 't je tegenliep; zorg in-allen-geval dat we vóór je optreden je adres hebben, zoo te Amsterdam als te Rotterdam. Zie je, al kreeg je dan maar 'n vriendelyk groetje.

't Is 'n vervloekt ding dat we je niet zien zouden! En dit kan dan ook niet zoo blyven.

(....)

O, dit gaat jou aan, auteur! Zoo was ik onlangs heel tevreden over zeker schryven in 'n holl.-indisch krantje ‘Insulinde.’ De man beschreef inlandsche toestanden, en ik vond dat-i zóó thuis was in de inlandsche huishouding, dat ik 't onuitstaanbaar vond dit niet te publiceeren, en op 'n manier zon om hem aan te pryzen. (Want kennis van echt-inlandsche toestanden is niet zeer gewoon.) Gelukkig dat ik voor ik toegaf aan dit goedig pleizier, ander werk van hem in handen kreeg, waarin ZEd. my een beetje, maar jou allerschandelykst besteelt. Hy geeft verhaaltjes die met wat onhandige veranderingen voor 1/10 uit Havelaar, voor 9/10 uit uw Huwelyk gediefd zyn. Nu belet dit wel niet dat-i veel van inlandsche zaken weet (niet politiek, maar huisselyk, meen ik) maar toch, ik zou 't jammer gevonden hebben als ik zoo'n kerel had aanbevolen. Want het Publiek onderscheidt niet, en zou hem al gauw voor 'n deugdelyk schryver gaan houden, wat volstrekt het geval niet is.

(....)

Dek.

Ook ik wil 'n drama maken - als 't kán, 'n blyspel - maar... 't lukt niet! M'n plan was - en is - 't aan jou op te dragen.