Multatuli.online

7 oktober 1874

Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)

De alinea over Eduard en Stéphanie is een tussenvoeging in potlood.

de Insulinde: sinds mei 1872 verscheen bij uitgeverij J.H.A. Wansleven & Zoon te Zutphen viermaal per maand Insulinde. Nieuwsblad gewijd aan Nederlandsch Oost-Indië, met gedurende het jaar 1873 de rubriek ‘Brieven uit de Oost’. De uitgave was echter op 14 januari 1874 gestaakt.

Mimi's stukje: nl. in Nederland, jrg. 1874, dl. II, blz. 350-411.

Wiesbaden 7 Octr 74

Waarde funke!

Hierby revisie vel 13 bundel VII en 'n pakje van Havelaar vel 14, 15 & 16. 't Laatste pakje ligt gereed, en komt volgende post. Daarna Minnebr. & Verspreide Stukken.

Ge hebt immers de vorige pakjes van den Havelaar ontvangen? Géén antwoord beteekent: Ja!-

Wees zoo goed by Wansleven voor my te bestellen alles wat er by hem van Peripateticus verschynt. Die schryver is zeer goed op de hoogte van indische volksgebruiken. Ik heb dit gezien in z'n ‘Brieven’ in de Insulinde. Dus: alles wat hy schryft, s.v.p.-

Van Nonni en Edu, na de u gezonden stukken, niets. Toch zond ik Eduard heden 8 dagen geleden f10. ‘voor briefport.’ Ik wacht dan ook elk uur bericht. Ik vroeg hem namelyk opgave van de schulden. Dit moet ik weten om te beoordeelen wanneer ik me daar met succès zal kunnen vertoonen, en handelen. Tevens was dit m'n eenig antwoord op Nonni's gedicteerde brieven. D.i. géén antwoord. Ik verkies met die Stefanie niet in aanraking te komen. Nu is Nonni zeker verdrietig, dat ik haar niet schryf, maar áls ik haar schryf, en dan m'n opinie zeg over al die brutale beschikkin-gen buiten my om, en over haar zotte briefjes, stel ik die Stéfanie ten-toon, en risqueer dat ze Non de deur wyst, voor ik gereed ben haar te halen. Net 'n schaakparty!-

Voor 't sluiten zeer goeden brief van Eduard. Hyzelf waarschuwt me tegen die Stefanie.

Nog eens over de Noten in den Havelaar. Och, laat het nu maar zoo blyven dat ik ze allen achteraan geef. Anders zou ik nu weer aan 't splitsen moeten gaan van wat onderaan komt, en wat beter achter staat. Daartoe zou ik nu m'n gedachtenloop breken voor ander werk.

Dankje wel voor Mimi's stukje in ‘Nederland.’ Ik kan er niet goed over oordeelen omdat ik 't zag worden, maar 't komt my nu wel lief voor. En - in betrekkelyken zin - is alles wáár. Ik denk dat het hieraan de waarde ontleent die Vosmaer 't toekent, en volgens hem, anderen ook.

Myn verzoek om Heloise's persoonlykheid niet te ontmaskeren ligt in de vrees dat dan deze of gene Q daaruit munt zal slaan voor kwaadaardige artikelen. Zoodra Mimi's positie gelegaliseerd is - zy heeft geen zin in trouwen, maar om mynentwil en om Non, zal 't wel moeten - mag men weten wie Heloïse is.-

't Zou my innig leed doen als men dien zachten Vosmaer nog verder aanviel over z'n partytrekken voor my. Maar... ik vrees het!

Ik blyf er by dat een eenigszins verkleinde kopie van 't portret dat Mickiwicz te Brussel maakte, 't best zou zyn. Dat is wel 10 jaar jonger dan ik nu ben, doch juist daarom nader aan den Havelaar. Zoodra ik dood ben is 't even geldig als een van vandaag. Kerel, 't zit 'm niet dat ik niet poseeren wil, maar... ik kan niet. Uren vóór ik daartoe uitga beginnen m'n oogleden al te trillen, en - lach er niet om, 't is zoo - als ik 'smorgens wakker word met het idee, straks naar den fotograaf te gaan, vomeer ik. Dit alles is geen tegenzin (dien ik overwinnen moet, o zeker!) maar 'n fysisch gebrek.

Wees hartelyk gegroet van

tt

DD

Peripatéticus!

Ik zal hem wel eens moeten naslaan by de noten op Havelaar - Uw oordeel over Eduard zou my zeer gegrond voorkomen (en ieder) als ik me niet herinnerde hoe m'n vrouw my altyd waarschuwde zeer omzichtig met hem te zyn. Hy was altyd zeer vreemd. Ik erken hem niet te begrypen, doch dit is al bitter genoeg. Z'n brief, dien gy hebt, is weer zeer kinderlyk, niet waar?