Lijst van brieven op datum
5 oktober 1874
van
Multatuli
aan
G.L. Funke (bio)
Volledige Werken. Deel 17. Brieven en dokumenten uit de jaren 1874-1875 (1986)
5 oktober 1874
Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
Het stuk in 't Nieuws: blijkbaar had Funke aan Multatuli het Nieuws van den Dag van deze zelfde datum al kunnen doen toekomen.
Hy gaf u zyn woord van eer: zie V.W. XV, blz. 611.
Mimi dankt je wel voor ‘Nederland’
Denk er aan s.v.p. dat ge Heloïse niet kent.
Vosmaer zegt me dat velen naar haar vragen.
Wiesbaden 5 Octr 74
Waarde funke.
Hierby vel 1 en 9-10 van den gekorrigeerden Havelaar. Morgen & overmorgen zend ik de andere vellen die gereed liggen. Ik wil 't pakje niet te dik maken.
De reden dat ik zoo talmde met het terugzenden van dat vel 1 ligt in 't overdenken Uwer opmerking over de plaatsing der Noten. Ik heb 'n lystje van 124 stuks. En misschien komen er onder de Correctie nog by. Dit, en andere redenen doen my na lang overleggen besluiten ze achteraan te plaatsen. Uwe opmerking dat men ze dan niet leest is in 't algemeen waar. Maar ik hoop te zorgen dat men ze wel leest, en er zyn waarlyk oorzaken die in den Havelaar noten onder de blz. schadelyk maken. Ze bederven den indruk omdat ze vóór den tyd Multatuli, den schryver op den voorgrond stellen. Dit breekt de illusie. Men moet menen Droogstoppel en Stern te hooren. Ik heb daarover lang geweifeld. Laat nu in godsnaam maar zóó drukken. Ik zal den lezer in 'n Naschrift uitleggen waarom dit zoo geregeld is. Ook de zoogen. romantische passages worden bedorven door 'n noot van taal- of volkenkundigen.-
Minnebr. & Verspreide stukken volgen terstond. Ook die liggen gereed. Ge zult elken dag 'n pakket ontvangen.-
Het stuk in 't Nieuws! Doe me het genoegen geen woord te zeggen van de verwikkelingen waarin ik met de kinderen ben. Ik houd Q.Q. voor van Vloten. Z'n stuk is 'n uitbersting van woedende jalouzie over Vosmaer's Zaaier. Maar zeg gy asjeblieft niets aan De Veer. De beschuldiging dat het Nieuws voor my reklameert, is zeker al heel ongegrond, doch Q.Q. spreekt niet eens tegen 't Nieuws. t Is de vraag of-i wist dat het (nog-al plompe?) stukje 't eerst in 't Nieuws had gestaan. My deed het zeer leed dat De Veer iets partikuliers my betreffende kon publiceeren. Zyt ge zeker van Uw omgeving? Ik vond byv. nu-en-dan sporen (zegge: sporen) dat De Veer iets van my wist of gelezen had dat ik nog niet publiek bekend mocht achten. Ik wed 3 tegen 1 dat-i de vertelling van Alonso Ramirez gelezen heeft. Nu, dit is zoo vreeselyk niet. Maar wees asjeblieft gesloten tegen hem over my. Dát hy niet deugt, kan ik U bewyzen. Hy gaf u zyn woord van eer dat-i met zeker stuk in 't Nieuws niet my bedoeld had, en nu beroept hy zich tegen Q.Q. juist op datzelfde stuk.
Hartelyk gegroet
tt
DD
Ik vrees dat van Vloten zich zal indringen by de kinderen! De vent is woedend na Vrye Studie. Ik weet dit uit mededeelingen die ik van Delft kreeg.-
Over de briefjes van Nonni nog 'n opmerking. Verbeeldje den eersten dag schreef ik aan Roorda in Zwitserland (d.i. halverwege Italie) om spoed te maken. ‘Zend gauw wat geld aan de kinderen. Hy had niets en zond m'n brief aan z'n mama. Deze goede vrouw, zelf niet ryk, zond 25 fr, die ik terstond rembourgeerde, onder opmerking dat het niet om geld, maar om ‘spoedig geld’ was te doen geweest.
En zie, men heeft Nonni aan my laten schryven dat ze door vreemde menschen zoo geholpen wordt, iets als: ‘met jou hebben we minder te maken, jou kunnen we missen!’
Dit was dan ook eens - vooral de strekking der inmenging van vreemden zoowel in Holland als in Italie. V. Vloten had zich in relatie met die ‘vriendin’ of liever met haar man gesteld. In den Arnhemmer (!) noemt-i dien Omboni.
't is 'n komplot! Maar geef geen inlichting aan De Veer die geen haar beter dan V.V. is!