Lijst van brieven op datum
19 september 1874
van
Multatuli
aan
G.L. Funke (bio)
Volledige Werken. Deel 16. Brieven en dokumenten uit de jaren 1873-1874 (1984)
*19 september 1874
Brief van Multatuli aan G.L. Funke, op 18 september begonnen. (Pée 1937: blz. 202-203.)
Wiesbaden, 18 September 1874.
Waarde Funke,
Hartelyk dank voor Uwen brief. Ik zit in onbegrypelyke moeielykheid. Begryp eens: na den telegram dien gy gezien hebt en die van Zondag morgen was, ontving ik van Venetië geen letter!
Ik schreef elken dag en telegrafeerde Maandag twee maal, en Woensdag weer. Geen antwoord!
In myn brieven drong ik aan op spoedige opgave van 't noodige dáár, om te weten hoeveel ik zou noodig hebben om op reis te gaan. Want ik kon niet dáár komen zonder geld. Dan immers ware 't beter het geld, dat ik voor de reis gebruiken zou, te zenden. In 't kort, ik had inlichting noodig, om nu niet te spreken van myn verlangen om byzonderheden te weten van de ziekte.
Van maandag af heb ik nu niets gedaan dan wachten op post en dépêche! Ik ben zoo zenuwachtig dat ik moeite heb de pen vast te houden.
Heden morgen heb ik weer getelegrafeerd. Ditmaal aan de patroons van Eduard. Daarop kan, dunkt me, tegen 2 uur antwoord zyn. Ik vraag of-i ziek is. Zou hy met Nonni op reis zyn hierheen? Maar waarom dan niet geschreven? Elk geritsel op straat, aan de deur of in huis schrikt my op. Hy kon niet op reis gaan want hy had geen geld. En zélfs als die patroons hem de f100 voorschoten die ik later gezonden heb, dan nog moest hy toch daar blyven tot na de begrafenis. Onze beste Vosmaer heeft hem terstond f40 gezonden en ik den eersten dag f 20. Maar... geen bericht! Van niets!
Na den slag van Zondag die me veel zwaarder treft dan iemand weten kan - enfin!
Nu dan, ik nam me voor sterk te zyn; en in afwachting dat ik Non zou kunnen halen, te werken. En 't zou gelukt zyn, als nu niet dat irritante wachten er tusschen gekomen was! Ik zit te beven van agitatie.
19 September.
Gister avend antwoord op telegram aan die patroons van Eduard. De kinderen zyn gezond, zeggen ze, en ‘naar Padua gereisd’.
Van Eduard geen letter!
Ik moet gissen dat ze door ‘vrienden’ tegen my en vooral tegen Mimi zyn opgezet! En ik kan nu niet, zooals eerst in verband met m'n werk voor u, en m'n gezondheid ons plan was, Nonni laten afhalen door Mimi.
't Is om gek te worden.
Adieu.
t.t. D.D.