Multatuli.online

Lijst van brieven op datum

4 september 1874

van

Mina Kruseman (bio)

aan

Multatuli

 

Volledige Werken. Deel 16. Brieven en dokumenten uit de jaren 1873-1874 (1984)

terug naar lijst

*4 september 1874

Brief van Mina Krüseman aan Multatuli. (Leven II, blz. 259-260.)

Brussel, 4 Sept. 74.

Goede Mul!

Ik heb uw brieven ontvangen en ik ben beschaamd!...

Ik ben mijn eigen daar te vlug af geweest, want mijn ondoordachte uitval was reeds bij u eer ik zelve nog recht begreep dat ik u grieven zou, mogelijk onverdiend. Het is waar, ik heb u van allerhande leelijks verdacht en beschuldigd, van mannelijke eerzucht vooral; mais, que voulez-vous? dát is een kwaal, waarvan ik al zooveel te lijden heb gehad! En buitendien, ik ben gewoon aan décepties, ik verbeeldde me dat ik me ook in den laatste vergist had en, guluit gezegd, dat speet me meer dan 't me verwonderde! Leelijk hè? Mimi is geheel buiten mijn aanval, aan haar heb ik geen oogenblik getwijfeld, ik ken haar en ik weet waartoe zij niet in staat is. Grappig dat ik een vrouw altijd veel gauwer ken dan een man! De heeren der Schepping zijn zulke wonderlijke mengelmoezen van eerzucht en nederigheid, oprechtheid, geveinsdheid, trotschheid, zwakte en passie, dat ik ze zelden begrijp en doorgaans maar goed of slecht vind zonder reden, afgaande op mijn eigen instinct, dat me reeds menigmaal ‘goed’ heeft toegefluisterd; om me daarna op een déceptie te tracteeren. Bij die goeden had ik u gerekend, vergeef me 't bijna aannemen der déceptie!

Hierbij een stukje brief, waaruit gij zien zult dat ook anderen verkeerd begrepen hebben als ik.

(....)

Mina.

Hebt ge al gehoord dat het Antwerpsche tooneel, Amsterdam vóór wil zijn met de opvoering van Vorstenschool? Wie zou dáár medewerken? Zijn de artisten dáár beter dan bij ons? - Ik vrees voor de opvatting en de holl: uitspraak.’