Lijst van brieven op datum
12 augustus 1874
van
Multatuli
aan
Julius de Geyter (bio)
Volledige Werken. Deel 16. Brieven en dokumenten uit de jaren 1873-1874 (1984)
12 augustus 1874
Brief van Multatuli aan J. de Geyter. Afschrift van onbekende hand, door De Geyter gewaarmerkt. (M.M.)
Schook: het afschrift heeft Schoor.
myn stuk over ‘Vrye Studie’: oorspronkelijk een lezing te Delft d.d. 20 november 1868, gepubliceerd als Idee 541-590; zie V.W. IV, blz. 313-343.
Wiesbaden 12 Aug 1874.
Waarde De Geyter! Ach, 't is me onmogelyk te komen! Ik durf niet opstaan van m'n schryftafel. Ik ben by m'n uitgever in achterstand, en moet alle zeilen by zetten om dien te verevenen. Gaarne had ik U en uwe vrouw weergezien, en Uw kind 'n kus gebracht!
Om 't misloopen der litterarische byeenkomst ben ik minder verdrietig. Ge weet niet wat my - op weinig uitzonderingen na - de hollandsche pers aandoet. Hoe moet ik me nu te midden dezer lieden gedragen? Er zyn er die ik, wel beschouwd, niet anders zou kunnen te woord staan dan met de punt van m'n laars. En dáártoe houdt men toch geen feestelyke byeenkomst, niet waar?
Hoe, byv. zou ik met V. Vloten moeten doen, met den man die me zoo zwart maakt als-i kan, en dit tegen beter weten aan! Kan ik 't helpen dat myn stuk over ‘Vrye Studie’ opgang maakt, en dat het zyne niet gelezen wordt?
Doch afgescheiden daarvan heb ik me over V. Vloten zeer te beklagen, en gewis zou ik 't publiek behandelen, indien ik niet daardoor genoodzaakt was innige huisselyke verhoudingen aanteroeren die voor publiek te fyn zyn. Wanneer hy, dáárop steunende, voortgaat my te tergen, zou ik aldra my genoopt voelen alle consideratiën terzy te zetten, en te doen blyken dat men juist niet tot 'n kerkorde hoeft te behooren om 'n welgeconditioneerde Jezuit te zyn. En... zoo zyn er velen! Men zou haast naar de tyden van 't ‘Geloof’ terugverlangen.-
Zoo, zal men te Antwerpen zich over Vorstenschool ontfermen? Dán zou ik gewis gaarne daar komen, als ik kan! Ik moet - met of zonder stemming - arbeiden, op straffe van hongerlyden. Ziedaar den toestand van 'n Nederlandsch auteur. Tyd tot verademing heb ik niet! 't Slot zal wezen dat ik eenzydig, suf en stokpaardig wordt. Dít kan niet anders.
Het doet my innig genoegen dat ge nu 'n anderen werkkring hebt. Avoué en gy zyn twee, dunkt me. Maar... men doet wat men kan, en niet wat men wil! Zóó is 't leven! Ik heb altyd begrepen dat de chicane en de ‘Vormen’ der Rechten u zwaar moesten vallen. Wanneer zal er in die zaken 'n hervorming plaats hebben! Nog altyd is eenvoud niet gewild. Na de goddienery is zeker geen vak zoo middeleeuwsch ten-achteren als de behandeling van 't zoogenaamde ‘Recht.’
Zeker zou 't my aangenaam wezen U na de kermis hier te zien! Ik woon:
Schwalbacher str 9a
Doch doe my uw komst s.v.p. vooraf weten, 't Is te hopen dat ge schooner weer treft dan we heden hebben. Juist dezer dagen wacht ik bezoek uit Holland. De advt Schook komt by me. Hy zou reeds gister gekomen zyn, maar was niet in den trein waar ik hem kwam afhalen. Dit is teleurstellend en daarom, gy, schryf me wanneer ik U wachten kan. En ge zult 'n armoedige ontvangst voor lief nemen niet waar?
Groet uwe lieve vrouw zeer hartelyk van my, en geloof me
Uw vriend
DD
Ja, meld me uw komst vooruit. ge moet toch weten of ge een bed vindt. De hôtels hier zyn zéér duur. Dit is niet te doen. Komt Vosmaer ook? Dat is een vriend van my. Ook hy heeft me tot m'n groot genoegen hier bezocht.