Multatuli.online

7 augustus 1874

Brief van Multatuli aan J.A. Bientjes. Dubbel en enkel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)

Het papier heeft twee perforeergaatjes voor opberging in een registermap. Het tekstverlies is gering en kan telkens met zekerheid worden gereconstrueerd. De zin tussen haakjes, beginnende met Nu ja, heeft in de autograaf geen haakjes maar is doorgestreept.

De slotopmerkingen staan in het handschrift bovenaan op blz. 1, maar met het papier op de kop.

Wiesbaden 7 Augustus 1874

Zeer geachte heer Bientjes, ik ben zeer in m'n schik met uwen prettigen brief. De oorzaak dat ik niet terstond daarvoor dank zei, ligt in 'n beetje drukte. Ik ben tenachteren by m'n vrind Funke, en dat is in zeer letterlyken zin voor my 'n levenskwestie. Ik was aan 't corrigeeren van den herdruk der 3 & 4 bundels Ideën, en heb nu wat bygespykerd. Ik kreeg maanbrieven van de drukkery. Vergeef me dus m'n uitstellen.-

Wees zoo goed in Uw Ex Mill. Studiën twee malle drukfouten te verbeteren. Er staat ergens: 6 en: zes voor: 5 en vyf. En, in 'n aanhaling uit Vorstenschool werk voor merk. Als ik nu de blzz. ga opzoeken, raak ik van dezen brief af. Die twee blunders zullen U wel in 't oog vallen.-

Rond-uit gezegd - en ik hoop zonder nu eens te denken aan myn belang - geloof ik dat ge met Uw flink stuk een goed werk hebt gedaan. 't Is nadeelig voor Holland zich zoo Oost-indisch doof te houden, en 't doodzwygen grenst aan 't... idiote! Ik verwonder me dagelyks hoe personen en partyen die eigenlyk niet met elkaer in verbinding staan, en zelfs kunnen geacht worden elkaer te bestryden, zoo militair geschŭlt-eenstemmig kunnen te-werk gaan in zekere taktiek. De Gids ignoreert m'n werk even struisvogelig als de leden der tweede Kamer, en in deze laatste de liberalen zoo goed als de behouders. Hoe drommel spreken ze dit met elkaer af! Of hoe treft het dat ze - zonder afspraak dan - zich zoo broederlyk ontmoeten op 'n terrein dat me nu juist niet heel vereerend voorkomt. Ik ben zoo populair (hu!) als Jehovah by de Joden, en Z.H. Satan in de middeleeuwen. Die Heeren mochten ook niet genoemd worden.

In gewonen zin echter ben ik volstrekt niet populair. Het is my bedroevend aan te zien hoe in Duitschland schryvers van den... zooveelsten rang doordringen tot álle klassen der Maatschappy. Mag men zoo-iets aannemen als maatstaf van beschaving, dan is Holland niet beschaafd. Byna iedere Duitscher, zelfs 'n dienstmeisje, weet iets van de letterkunde van haar land, en zelfs hierin ligt grootendeels het hoofdelement van eigenaardig Volksbesef, van Nationaliteit. Weinig duitsche jongens of meiden die Heine's Lorelei niet neurien. Ten onzent gaat het vertrouwd zyn met de voortbrengsels onzer Letterkunde, voor 'n soort van voornaamheid door. Zou misschien... verplicht schoolgaan iets baten? Liberalistisch-doktrinair gesproken mag men de vryheid der onbeschaafdheid niet aanranden. (Nu ja, maar de liberalen die hun doctrina tot 'n dogma verknoeien, zyn... dogmatici, dus ouwerwetsch, dus niet-liberaal.)

Ik haal deze 4 regels door. Ze zyn niet correct. 'n Liberaal principe (dogma) moet inderdaad streng worden doorgezet. Maar men onderzoeke wél of t principe goed geformuleerd is. Ik zie hierin de oude kwestie tusschen theorie en praktyk. Theorie die in de praktyk faalt, is verkeerde theorie.-

Uw stuk ‘Onze Grondwet’ ontving ik van Mr Schook, adv. te Balk. Overigens ben ik niet altyd (zegge: zelden) op de hoogte der dagblad-artikelen. Gy hebt gelyk: men kan niet alles lezen. 't Is niet bytehouden ook en vooral financieel niet. In de Kursaal hier liggen 4 holl. couranten, maar ik ga daar niet graag. Over dag heb ik geen tyd (eens aan 't loopen, kan ik moeielyk weer tot zitten komen) en 's avends laten myn oogen 't lezen niet toe. Bovendien, ik wil geen kennissen maken. En dit zou voortspruiten uit het: ‘Na U, m'nheer.’ Of: ‘hé, is uwe-n-ook 'n Hollander?’ Of: ‘heb ik niet 't pleizier &c te spreken?’ Zulke kennismakingen zyn verfoeilyk. 't Zou my zelf zeer doen by zulke ontmoetingen styf of stuursch te wezen, en dan ben ik later van de 100 keer, 99 keeren opgescheept met 'n relatie... &c-

Alzoo ik lees weinig couranten. Hoogstens zendt me deze of gene vriend 'n stuk dat me rechtstreeks aangaat. Uitzonderingen zyn 't (allerellendigste) Nieuws van den Dag, dat Funke my zendt, en de Sneeker dien ik van Mr Schook kryg. Zelfs indische bladen ontvang ik niet. Ze zyn me te duur, wat me wel spyt. Uw opinie over de pers op Java, deel ik geheel, o ja! Maar ik had die lectuur noodig om controle te hebben op m'n particuliere berichten.-

De im ‘Goldnen Adler’ te Wiesbaden geadresseerde courant heb ik niet gekregen, tot m'n verwondering, want de post is hier uitstekend en van roemenswaardige welwillendheid. Onlangs had ik 'n pakket drukproeven te laag gefrankeerd. Men bracht het my terug om den geadresseerde niet te doen vervallen in briefport plus boete. In den Haag echter, waar een uit Indië aangekomen brief ontv. was, stelde men zich aan als of men my niet kon uitvinden, en wel ofschoon ik tweemaal m'n adres had opgegeven.-

Uw afwyzen van dat indische voorstel is eerlyk en verstandig. My was 't immer 'n raadsel hoe zoo 'n blad telkens 'n nieuwen redakteur kan krygen? ‘M'nheer, wil je voor zooveel 'smaands onze “wy” zyn?’ 't Is komiek! (‘autonomie der gemeentes op Java?’ Kyk!)

Een nieuw weekblad? Zie ik geloof inderdaad dat daaraan behoefte is, zeldzaam genoeg by iets nieuws van die soort. Uit den Spectator kan ik niet wys worden. Me dunkt dat dit werk 'n wedergeboorte hoognoodig heeft. 't Is net 'n produkt van snipperuurtjes, wat dus ook klopt met den geringen omvang. Ik begryp 't program van den Spectator niet. Mag ik 't ding meten aan den titel, dan lykt het naar niemendal. Ja, ik geloof dat 'n flinke, ernstige, nieuwe spectator z'n weg maken zou.

Of ik daarby zou kunnen gebruikt worden, is 'n andere vraag! Waarschynlyk niet. Ik ben te - hoe drommel noemt men 't? - te ‘journalier’ te afhankelyk van allerlei ‘trainbuben’ in en buiten my. M'n onafhankelykheid is geen karakterweelde, maar gebrek aan talent, aan gelykmatig werkende kracht. Dit komt er nu (iets) minder op aan, als ik op m'n eigen houtje werk. Maar in compagnieschap iets moetende voortbrengen, zou ik in oogenblikken (maanden soms!) van malaise, de firma benadeelen door m'n onmacht. Toch juich ik uw voornemen toe, en zou graag u willen dienen van consideratie over uw program.

Ja, Vosmaer en Roorda zyn uitstekend. Van Vloten is 'n slecht mensch. Dit behoeft gy niet te gelooven op m'n woord (en ge moogt dit zelfs niet, op m'n woord gelooven!) maar ik die 't weet, zou nooit met hem iets willen te doen hebben. Als eventueel medewerker raad ik u Schook aan. Eerstdaags komt deze hier. Wilt ge dat ik hem pols? Hy heeft in z'n stukken iets eigenaardigs dat niet te verwerpen is, nam: feiten. Met styl houdt-i zich niet op. Hy levert gewoonlyk in weinig bladzyden stof tot lang nadenken. En al wat-i zegt krygt puntjes op de i's Het doet me leed dat-i tot nog toe z'n stukken in den Sneeker begroef, en ik zal er op aandringen dat-i ze uitgeeft in 'n bundel. Dat zal waarachtig 'n kurieus handboek zyn, vol wetenswaardigheden. Men zal 't opslaan als 'n dictionnaire. Kyk, dit beduidt méér dan mooischryvery, niet waar? Toch erken ik dat er ook andere methoden noodig zyn. (Ik zal eens 'n paar Sneekers opzoeken, en U zenden.)-

Uw stuk over Vosmaers E & A zond ik naar Indie, met verzoek het hier-of daar overtenemen. Ge ziet dus welke waarde ik daaraan hecht.-

Precies, Vosmaer bleef wat uitsluitend by de letterkundery! Dit komt me voor 'n hollandsche eigenaardigheid te zyn. Geen engelsch staatsman zal 't Disraeli tot verwyt maken dat-i romans schreef. Noch Bulwer. Noch Gladstone dat-i de Ilias vertaalde. En Dickens was (meen ik) lid van 't Parlement. In frankryk speelden mannen van letteren steeds (des verkiezende) 'n rol op 't politiek tooneel. (Chateaubriand, Lamartine, Victor Hugo. Of ze nu die rol goed speelden, is de vraag niet. Onder de slechte staatk. acteurs waren er ook die zich niet hadden bezondigd aan mooischryven!)

En in Holland schynt het beoefenen van litteratuur iemand in zekeren zin te schandvlekken! In de 2e Kamer ging v. Lennep gebukt onder 'n soort van doodverklaring. Il était convenu de ne pas le prendre au sérieux. 't Is waar dat-i niet laten kon geestigheidjes te verkoopen. Dit noem ik geen verdienste. Maar is 't 'n verdienste dit natelaten, in hen die 't niet kunnen?-

Doch al ware het leveren van litterature legère léger! Dat zou ernstig mogen heten? - al ware het dat men nu juist niet iemand tot politisch voorganger kiest die z'n leven hoofdzakelyk had gebruikt liedjes te rymen, zou dit ook zyn (of moeten zyn) op iemand en. Maak m'n zin maar uit.

Ik vind het koddig dat de eerste de beste die in z'n district zooveel stemmen weet byeen te krygen (wat volstrekt geen bewys is noch van intellectueele noch van zedelyke distinctie! 't waarborgt niets dan zeker burgerlyk standpunt in de oogen der kappellui) ik vind het onbehoorlyk dat zoo iemand mag meepraten, en dat men 't woord weigert aan iemand die blyk gaf van inspanning &c

Inderdaad, het ware my aangenaam geweest, als V. dat had aangeroerd. Ik zal er hem eens over schryven. 't Is 'n lapsus want z'n meening is hartelyk. Dit is me gebleken, en uit z'n werk zelf, en door de persoonlyke kennismaking. Want, ook hy heeft me opgezocht. Hy is 'n beminnelyk en achtenswaardig mensch, 'n knappe beste kerel met veel hart. Hieruit spruit dan ook z'n groot talent voort. Z'n Londinias is uniek, en veel stukken in z'n ‘Vogels van diverse pluimage’ prachtig.-

Gy misschien hier komen? Kyk, dit is nu zóó. Ik wacht over 2, 3 dagen m'n vrind Schook, en daarna misschien den heer Versluys van Groningen. Doch gy hebt waarschynlyk uw tyd niet voor 't kiezen en moet terade gaan met vakantie. En ook van myn kant zyn er nog bezwaren. Meen niet dat ge in 'n Logement kunt logeeren - als 't my geoorloofd is U aantezien voor iemand die z'n traktement wel op kan - de hôtels zyn gemeen-duur. Ge zoudt by my onder dak moeten komen, wat ik prettig vinden zal, maar juist daarom moet ik 'n beetje loisir wachten van werk, en wat byspykeren van 'n finantieelen achterstand. O, dat loopt in 't grappige. Ik heb 'n perfecte lieve woning, maar nog niet gemeubileerd. Voor Schook byv. heb ik nog geen tafel, geen waschkom &c. Toch ben ik welvarender dan ooit sedert Lebak, want ik ga vooruit in betrekkelyk bien-être. Zeg me nu eens, wanneer ge zoudt denken, behalve nu juist, te kunnen komen? De reis is niet duur, en hier zoudt ge niets noodig hebben. Ik ben zeker dat het u niet berouwen zou hier geweest te zyn. Dit slaat niet op 't kennismaken met my, natuurlyk - schoon ik zeggen durf dat ieder met wien ik van naby omging, van me houdt - maar Wiesbaden en m'n huisselykheid zyn lief.-

Ook Feringa schreef onlangs van komen. (Kent ge hem? Hy is de schryver van ‘Vrye-gedachte’ maar 't schynt in de pen te blyven. En ik heb hem niet sterk genoodigd omdat ik hoor dat-i wat ruw is. Dat noem ik 'n onechte zuster van 't liberalismus. (Idee )-

Toch doet het me innig genoegen dat gy, Versluis en Dr F. die alle drie party voor my trokken, mathematici zyn. Dat 's 'n goed teeken! Ik zal er eens op bluffen tegen Publiek.-

Wees vriendelyk gegroet van

t. a v

Douwes Dekker

Ik schryf altyd slordig (niet m'n kopie!) Neem dat voor lief.

Jufvr. Dekker geen familie van Koekebakker? 't Is onmogelyk! Daar zit hovaardy achter. 't Mensch wil me niet kennen, denk ik.