Lijst van brieven op datum
25 mei 1874
van
R.J.A. Kallenberg van den Bosch (bio)
aan
E.J. Potgieter (bio)
Volledige Werken. Deel 16. Brieven en dokumenten uit de jaren 1873-1874 (1984)
25 mei 1874
Brief van K.A.J. Kallenberg van den Bosch aan E.J. Potgieter. Dubbel velletje postpapier, tot het midden van blz. 4 beschreven. (U.B. Amsterdam; fotokopie M.M.)
Potgieter heeft kennelijk de brief van Kallenberg van den Bosch d.d. 15 mei beantwoord en hem daarbij de brieven van Tine d.d. 18 januari, van Edu d.d. 26 maart ter inzage gestuurd.
Laanzicht 25 mei 1874
WelEdelgeboren Heer!
Ik ben U zeer dankbaar voor de toezending van den brief van Mev. Dekkers, daaruit zijn zielstudien te maken; de brief van Eduard is ‘une lettre d'affaires’ en daarom welligt in kantoorfransch geschreven. - Maar de brief van de arme vrouw en van de gelukkige en trotsche moeder, is leerrijk. Ik begin meer en meer te hechten aan de waarheid der uitspraak: Vrouwen zijn óf veel beter, óf veel slechter dan mannen. Physiologisch en psychologisch laat zich dat ook wel begrypen. - Hier wordt door de verlaten (want au fond is zij dat toch) en vertrapte vrouw, toch iedere gelegenheid te baat genomen om haar eenmaal gevormd ideaal steeds opnieuw optepoetsen, en onder stille trouw te reinigen van alle smetten, om zich zelve en het publiek te kunnen wijs maken, dat het uit edel metaal bestaat. - Zelfs als hij soms geld stuurt om vrouw en kinderen te ondersteunen, die zonder vriendenhulp welligt van tijd tot tijd honger zouden geleden hebben, wordt hem dit als deugd aangerekend. - Wat een heerlijk prisma is niet het hart eener vrouw, die werkelijk liefheeft, en alles met regenboogkleuren weet te omlijsten!-
U doet mij de eer aan mijn oordeel te vragen, omtrent uw al of niet schrijven aan Mev: D. nadat de teleurgestelde arme vrouw, nogmaals den glans zag tanen van dat in haar brief van 18 Jany zoo schitterend opgepoetste ideaal. Wat was zij toen fier en gelukkig, en nu, nu ja! de migraine was het eenige antwoord dat zij U kon geven, na de opnieuw ingeroepen en weder verleende hulp. Zeker kan ik niet anders dan met U instemmen dat niet schrijven aan haar het beste Samaritanen werk was dat U doen kondt; zij kent uw groot hart genoeg om te weten, dat wanneer weder hulp noodig is, die niet door U geweigerd zal worden en zij, de fijngevoelende vrouw, zal uw kiesch gevoel weten te waardeeren, dat haar spaarde, waar ieder woord, hoe zorgvuldig gekozen, toch alligt pijnlijk kon kwetsen - Buitendien zou ik wel gissen, dat het aan U gedaan verzoek, dat met niet te miskennen aarseling wordt uitgesproken, eerder van M. zelf uitging, die toen hij in staat was aan zijn huisgezin iets overtemaken, te trotsch was om te gedoogen dat anderen eenigsints aanvulden waar hij te kort schoot. - Het is echter best mogelijk dat ik mij hierin bedrieg. - Ik sluit hier weder de beide brieven in, daar het zeer wel kan gebeuren, dat ik nog in langen tijd geen oproeping naar Amsterdam ontvang, en uw liefde-archief daarvoor te lang onvolledig zou blijven. - Het is toch nu den komkommertijd, en de Heeren in Amsterdam schijnen zich niet te overhaasten. - Daarenboven ben ik het met mijzelven nog niet geheel eens, of ik niet goed zou doen, voor mijn lidmaatschap in die Commissie te bedanken. Ik ontveins mij volstrekt niet, dat ik daar geen nut sticht, toch slechts werkzaam ben als 5de rad aan den wagen, of als eene machine om op de eene of andere wijze fondsen aan te brengen tot ondersteuning der zaak. - Hier vind ik die ondersteuning bij zoo weinigen, wat vroegere ondervinding mij geleerd heeft, dat ik dan zelf te veel bij moet passen om toch iets te doen. - En par le temps qui court, wordt dat kostbaar, en zoolang de opvoeding mijner kinderen nog veel van mij vergt, minstens onraadzaam. Het zou dus, hoezeer mij dat ook spijt, lang kunnen duren, eerdat ik U die brieven persoonlijk ter hand stelde. - Intusschen verzeker ik U ten stelligste, dat wanneer ik Amsterdam, om welke reden dan ook, bezoek, mijne eerste vrije schreden zich zullen wenden naar het huis op de Leliegracht, dat mij zoovele hoogst aangename en leerrijke herinneringen heeft nagelaten. - Met vriendelijke groeten aan Uwe zuster, heb ik de Eer mij met de meeste hoogachting en vriendschap te noemen
UEg: Dienstw.Dienaar
R.J.A. Kallenberg van den Bosch