Lijst van brieven op datum
11 oktober 1873
van
Multatuli
aan
S.E.W. Roorda van Eysinga (bio)
Volledige Werken. Deel 16. Brieven en dokumenten uit de jaren 1873-1874 (1984)
*11 oktober 1873
Brief van Multatuli aan S.E.W. Roorda van Eysinga, op 10 oktober aangevangen. (RvE, blz. 277-281.)
corollair aan: nevengeschikt aan, verbonden met (fr.)
'n rien: een nietigheidje (fr.)
Wiesbaden, 10 Oct. 73.
Beste Roorda, Gister zond ik u drie vel van de Ideën, maar na 't expedieeren maakte ik my ongerust of ik u ook op kosten jaagde van port. Het was zwaar, en ik weet niet of 1 gr. genoeg was. (Dat malle dikke papier!) 't Is te dommer van me omdat ik waarlyk om groschen meer of min niet geef. Waarom niet er nóg een opgeplakt! Want nu agiteert het my. Als brief zoudt ge véél betalen moeten! En met de huishoudelykheid die thans uw plicht is, zou dit niet strooken. Myn plicht is thans: niet huishoudelyk te zyn met al wat beneden de gulden of thaler is. Dat bederft m'n stemming, weetje? Verkoop geen wysheid over die schynbare lichtzinnigheid. Als we elkaar wat rustiger te spreken kregen, zoudt gy het begrypen en toestemmen, juist uit 'n oogpunt van économie. Ja, graag sprak ik u over veel zaken! Dat zou later gemak geven in de correspondentie.
Neen, Geisbergstrasse is geen voorname buurt. Integendeel. Maar al zy myn buurt niet voornaam, de woning is zeer goed. Aan de voorzy (Geisberg) zyn wy au premier. Maar aan de achterzyde (keukentje en eetkamertje, die in 'n leelyke cour uitzien) zyn we au second.
Uw tegenzin om in Holland te wonen wordt door my begrepen en gedeeld. Om daar niet mishandeld te worden, moeten wy met zeer veel geld komen. Dan zal ieder roepen dat-i alles precies met ons eens was, en trachten te deelen in den triumf.
Het plan (of... 't denken aan een plan) van uw vrouw doet my rillen! Het is onmogelyk. Gy zyt prikkelbaar (et pour cause) in andere verhoudingen. Hoe dan als gy in aanraking komen zoudt van zúlken aard! Ik noem het onmogelyk.
Maar, zal uwe vrouw zeggen: ‘Nood breekt wet’, en ik erken dat haar streven eerbiedwaardig is. Ik ken dat streven zeer goed, en van naby. Ook myne vrouw wilde altyd zelf de handen uitsteken. En zy heeft dat dan ook tegen myn zin gedaan. Sprekende zou ik u dit beter kunnen uitleggen. Ze heeft te Padua les gegeven tot ze niet meer kon. Gedurende 2 à 3 jaar heeft ze daarmee iets verdiend en corollair aan dat plannetje was 't wonen by 'n ‘vriendin’ die 't ook zoo byzonder wys en flink vond dat ze niet langer zat te wachten op de vruchten: ‘de son génie stérile’ enz. enz.
Welnu, myn vrouw heeft doorgezet, en my - dus ook haarzelf! - vreeselyk benadeeld. De schade die ze zich op den hals heeft gehaald is zeer groot. Gelukkig dat ze 't nu inziet. Ze heeft hare ‘vriendin’ verlaten en (heel Padua!) haar les geven opgezegd, een woning te Venetië gehuurd en schreef onlangs: ‘Dek, ik zal heusch gaan verjongen, in plaats van oud worden. Ik ben haast bang dat ik als 'n gekkin zal dansen van blydschap op 't San Marco-plein.’ Zie je, juist omdat ik tegenwoordig voor m'n troepje zorgen kan, heb ik 't prettig gevoel dat ik meer kan doen ook. Ge zult het zien!
Ik schreef ten onrechte: ‘Kom maar by me met je heele familie.’ Want dit geeft den schyn of je reizen moest voor je iets aan my hadt. Bovendien, wél wou ik u 14 dagen achtereen spreken, maar op den duur is 't voor m'n schryvers-métier beter dat ik alleen blyf. En gy zult niets anders noodig hebben dan kalmte om te werken. Zoodra ge een geregeld débouché vindt, verdient gy evenveel als ik, en zult dit ook zeker krygen. Nóg ben ik niet goed aan den gang, maar ik moet en zal m'n productie brengen op 600 gl. 's maands. En zou ik u dan niet kunnen helpen tot ge dit ook hadt? 't Ligt 'm alleen hieraan, dat ge niet door armoed aan 't zwerven raakt, gelyk met my jaren lang 't geval geweest is. En: dat ge een débouché vindt, wat minder précair dan kranten. Nóg moet ik 'n beetje zuinig zyn in alles wat boven de f10, f20, f50 gaat, maar zoodra mogelyk wil ik u komen spreken over 't (industriëel) faire valoir uwer gaven. Gy verbrokkelt u, dit is zonde en jammer.
Hoe dit zy, wees bid ik u niet angstig over geldgebrek. Ik hoop en denk welvarend te worden, en zal u (in 74 immers eerst?) zooveel kunnen leenen als noodig is om tot 'n geregelde ‘levering’ te komen. Style industriel, ja, want dát behandelen wy nu, niet waar? Ik zette my eerst sedert kort tot ‘schryven voor de kost’. Nu ik 't eindelyk doe, kan ik even goed m'n brood verdienen, als 'n ónbekwaam être. En dit zal ook met u 't geval zyn. 't Ligt by u aan 'n rien.
Neen, in Holland kunt ge niet zyn! Onmogelyk! Laster? Ja, connu! En de bêtise ergert me nog meer dan de kwaadaardigheid.
Van wien weet ge dat Cremer f400 voor 'n vel ontvangt? Het komt my ongehoord voor. Ik kryg f 40. Nu heeft Funke zelf my gezegd dat het meer waard was, doch daarin zit voor my de zaak niet. Ik heb ommegaand contant noodig, en dit doet hy stipt, iets wat ik nooit gehad heb, en daarom werkte ik zoo ongeregeld, want wachten maakt me zenuwachtig. Met van Helden is 't dan ook zóó ver geweest dat ik honger leed. Het meerdere dat myn geschryf waard zou zyn, is evenwel 'n zaak van later, want aanvankelyk heeft F. moeite om drukker en papierk. te betalen. De incasseering begint eerst over 2, 3 jaar. Ook spreekt het vanzelf dat het bedoeld meerdere niet in de buurt komt van 400 gl. Dit komt me dan ook bovenmatig voor! En ik begryp niet hoe 'n boekverkooper het er uit haalt.
11 October.
Hier eindigde ik gister, omdat ik aan 't timmeren ging. (Schroeven indraaien, spykers slaan, boekerekje ophangen etc.) Ik houd daar zoo veel van, en kan by zulk werk zoo aangenaam denken. Eergister heb ik my ½ dag geamuseerd met 'n hangklokje in orde te brengen. Gereed om 't optehangen, vreesde ik dat het houten kastje te zwak in elkaêr zat om de gewichten te dragen. Juist op 't laatste oogenblik wou ik dat met 'n klein schroefje goed maken, en... boor tegen 'n spilletje aan! Al m'n gewurm was vergeefs. Zulke nietigheden geven te denken! Men struikelt over 't kleine, over de byzaken! Want het werk, het uurwerk, de hoofdzaak, had ik inderdaad goed gerepareerd.
Zeg, vermoei je niet, me telkens iets te zeggen van de schryvery, die ik u zend. Alleen als je iets heel beroerd vindt, zeg 't dan. 't Zou anders 'n corvée voor je worden.
Hartelyk, ook van Mimi gegroet van
uw vriend
D.D.