Lijst van brieven op datum
19 september 1873
van
Multatuli
aan
G.L. Funke (bio)
Volledige Werken. Deel 16. Brieven en dokumenten uit de jaren 1873-1874 (1984)
19 september 1873
Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
akamedie: vergissing of spotvorm voor akademie.
om door hem te laten betoogen: gezien het voornaamwoord hem, was de identiteit van Holda aan Multatuli blijkbaar niet bekend.
de times: zie Idee 34; V.W. III, blz. 316.
Wb. 19 Septr 1873
Waarde funke! Dank voor Uwen brief van eergister. Ge kunt er op rekenen dat ik my wat het Nieuws aangaat, geheel in uwe plaats stel. Het gezond verstand brengt mee dat iedere zaak beoordeeld worde naar hare eischen, en niet naar die van anderen. Een Hollander die zeeschepen te-koop bood aan Zwitsers zou 'n gek zyn.
Het komt ook my zeer gelegen dat de V. niets weet van M. Kunt gy te dien aanzien uw bedienden vertrouwen? 't Gevaar ligt gewoonlyk niet zoozeer in boosheid als in babbelzucht. Men maakt zich wichtig met 'n nieuwtje.-
O Gaarne, ze zal eenige proeven zenden. Ze is er geheel van vervuld, en voelt zich gelukkig dat ze wat werken kan, ánders dan vertalen. Dát is 'n vreesselyk iets. Ik byv. kán 't niet!-
Hm, hm! Laatste proef Vry-arbeid! Ik kan niet zeggen dat H. & W. ál de schuld dragen van 't verzuim. Maar ook ik niet! Er was waarlyk veel beroerds in de tweede proef. En ik moest nog-eens revisie vragen. Maar ik had u daarvan kennis moeten geven. Dit had ik verzuimd. Ter stilzwygende inlichting legde ik twee succ. ontv. proeven van den titel er by.
Daaruit zult ge gezien hebben dat ze van m'n eerste opmerking over ongelykheid van letters te weinig nota hadden genomen. Daarom durfde ik ook niet vertrouwen op de tweede correctie. Enfin, 't is nu uit. Maar 't spyt me dat ge gewacht hebt. En ik had U moeten waarschuwen, dat is waar.-
Daar zendt my iemand (Mr Schook te Balk) 'n uitknipsel uit 'n Deventer Zondagsblad waarin De Veer wordt aangevallen, óók naar aanleiding van z'n stuk over my. En Schook schryft dat hy dat stuk niet kende (toen-i hier was heb ik 't hem niet gewezen) maar opzoeken zou, en dán De V. uitmaken voor al wat leelyk is. (Hy heeft 'n specialen hekel aan hem, ik geloof van de akamedie af.) Nu zal ik Schook vragen dit niet te doen, omdat gy myn uitgever zyt, en groot belang hebt by 't Nieuws.
Dit nu is makkelyk. Als ik t niet zóó had ingezien, zou ik zelf voor lang reeds De V. geantwoord hebben. Maar dit belet niet dat het voor U & my onaangenaam is dat de man zonder gegronde aanleiding zoo 'n standpunt heeft ingenomen. Want het Nieuws moest in zekeren zin myn (en uw als uitgever der Ideen) natuurlyke bondgenoot zyn. Lang voor dat stuk evenwel had ik de positieve en negatieve vyandelykheid opgemerkt. En ik meen den grond te kennen. Maar dit doet er nu niet toe.
Wees zoo goed te zenden: met 'n ‘van den schryver.’
Melick-Herckenbosch by Roermond.
Maar debiteer me, s.v.p. Anders durf ik niet bestellen.
Aan Holda zend ik die Vrij-arb om door hem te laten betoogen dat m'n Ideën (uitweidingen &c) wel degelyk overeenkomen met m'n program in den Vry-arbeid. Ik heb niet één roman beloofd, maar: ‘de times van m'n ziel.’
En op de Coul is 'n jong mensch die den Havelaar in 't Fransch wil vertalen. Hy is niet bemiddeld en wil er noten by geven uit mn ander geschryf geput. Ziedaar de reden.-
Wat ge over Vosmaer schryft doet me veel genoegen. Als ik gelegenheid zie met hem in vriendschappelyke aanraking te komen, zal ik 't doen. Maar wat heeft nu ‘Holda’ daarmee te maken?
Vosmaer = Flanor, goed. Maar is Flanor = Holda?
Dit zou komiek wezen. Ik heb juist aan Holda 'n briefje geschreven. - Revisie vel 12 is verzonden. Ik wacht proef 13. M'n schoone vellen loopen t/m 8. Ik ben zeer tevreden over de drukkery, of hebt gy veel moeite die ik niet zie? De proeven zyn zeer voldoende, en de revisies zeer goed.
Wees hartelyk van ons gegroet
t.a.v.
DD
Ja, ik hoop ook dat het stuk in den Spectator goed zal doen. Maar, eilieve, wat 'n makkelyk geschryf is dat! Betaalt de Spectator zulke kopie!
O, wat zyn de Litt. fantazien van Huet mooi! Geef die niet weg! Ik zal ze by eerste gelegenheid sterk aanpryzen!
Dát 's 'n schoon werk! Dát is studie!