Lijst van brieven op datum
4 september 1873
van
Multatuli
aan
G.L. Funke (bio)
Volledige Werken. Deel 16. Brieven en dokumenten uit de jaren 1873-1874 (1984)
4 september 1873
Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Dubbel velletje postpapier, tot het midden van bladzijde 4 beschreven. (M.M.)
Wiesbaden 4 Septr 1873
Waarde Funke, Gelyk met dezen gaat proef van vel 11. Proef, revisie, en de zeer mooie schoone vellen (ik heb reeds tot 8) alles gaat perfect, dunkt me. Op blz 93 regel 3 is 'n foutje gebleven - ‘gewezen en genezen’ moest er staan - maar dat 's menschelyk. Met het geheel moet ge, dunkt my, eer inleggen. Ik hoop en... verwacht dat ge tevreden zult zyn met het debiet. Ik wensch U hartelyk satisfactie toe (en wat ruim, als 't kan) van uw eeuwig betalen en uitschieten. Zeer goed begryp ik dat ik niet de eenige ben die u plukt. Papier en druk moeten ook betaald worden. Toch ben ik gerust dat ge later 'n goed eigendom aan dat alles zult hebben.
Ronduit gezegd, heb ik 't, in dezen bundel vooral, wel wat op debiet toegelegd. Dit was de verrassing die ik u eens in 'n vorigen brief toedacht. Op kommando iets te leveren kan ik niet, maar myn eigen stemming bracht mee, de kopie nu eens zóó te maken dat ze ook voor pleizier-lezers pikant was. Gewoonlyk stoor ik me daaraan niet, maar ik zou 't prettig vinden als me dit nu eens gelukt was. En, zoo ja, dan moet men ook vorige bundels koopen. Dat de aan-een-schakeling van de Ideën menigeen van koopen afhoudt, is begrypelyk. Maar hier tegen-over staat dat ze ánderen dwingt tot completeeren. In allen geval hoop ik dat, na m'n dood vooral, het geheel voor U behoorlyke waarde hebben zal. Dit is my 'n prettig denkbeeld. Ik zit nu al in agitatie, wie dan corrigeeren zal, en een-en-ander dat fautief is in m'n eigen werk, verbeteren? Denk aan Roorda. Die is 'n goed litterator, en 'n braaf mensch.-
Dat ik U schryf, is uit luiheid, omdat ik koude voeten heb, die my onwel maken. Ook wou ik U wat ophelderen over die seurige Mill. Studiën. Neen, die Studiën zyn niet seurig, maar 't uitgeven daarvan. Ziehier wat daar achter zat.
Ge hebt gelezen hoe de auteur aan dien gnoom (gnoom = weter) middel vraagt om aan geld te komen.
(Ik namelyk heb geld noodig. Niet van U, geen kopie-honorarium, dit is voor 't dagelyksche, en ik ben er mee tevreden. Maar ander geld, méér. Om vry man te zyn, en om... enfin, lees wat ik aan Adolf zeg, maar daar noem ik alles niet!)
En die wetende, verstandige Adolf kapittelt me, en laat me 'n tydje tobben met allerlei wanbegrip en misverstand. Hy dwingt me m'n denkvermogen te oefenen. Maar zie, ik wilde aan dat alles 'n praktisch slot hebben, en dit kon wel. Ik laat me door die gnomen bevelen: Schep waarde, als je dichter bent moet je dit kunnen! (Zeer waar!)
Dit doe ik dus. De vraag bleef echter hoe waarde te scheppen zóó dat ikzelf er iets van kryg? Dit bleek moeielyker dan de hoofdzaak. Dáárover peinsde ik drie jaar. En ik meen ook het middel daartoe gevonden te hebben.
Of 't beroep op Loyauté &c (zie circulaire) 't bedoeld effect heeft, is me eigenlyk onverschillig. Ik heb 'n middel achter de hand om de zaak vruchtbaar te maken ook ten-mynen behoeve. Dit zal later blyken.
Maar intusschen kon ik die Mill. Studiën niet sluiten voor ik wist hoe ik dan handelen zou, en daar de heer Waltman (zeer ten-rechte, waarachtig!) aandrong op slot, moest ik daarin een decisie nemen. 't Was me een ware graat in de keel. Net 'n schaakparty waarby men 't ééne stuk niet kan verzetten om 't andere, en... 't andere niet om 't ééne!
Nu is die graat er uit! Ik weet hoe ik te doen heb, als de Loyauté &c afwezig blyven van 't appel, 'tgeen te verwachten is. Ik ben niet gewoon 'n schaakparty, waarby ik tyd van denken heb te verliezen. geduld is hoofdzaak, geduld om exact te denken.
(Ik heb inderdaad 'n correspondentie party met iemand te Amsterdam, die me door den heer de Lelie gerekommandeerd is. De Lelie is 'n eerste, weet ge?)-
Over 5, 6 dagen zend ik 'n Exemplaar van byg. circulaire aan de voornaamste couranten van Europa. Ik heb 'n 60 tal op m'n lystje staan. Aan de Gouvernementen zyn ze reeds in zee. Dat ik toef met de couranten is omdat ik 't wou laten samenvallen met de verschyning van slot Mill. Studiën. Wees zoo goed nog niet over de zaak te spreken voor ze in de couranten staat. (t Spreekt vanzelf dat ik aan Holland anders schryf, omdat we geen Staats-exploitatie hebben. En in 't hollandsch natuurlyk!)-
Er ligt nog altyd 'n vel kopie voor u. Maar haast voor de drukkery is er niet. En ik moet eerst weer in den Wouter zyn (na al dat gewurm met circulaires &c &c &c) voor ik voortga. Ik hoop morgen, of misschien vanavend al. Maar nu heb ik koude voeten.
Volgens my staat onze rekening (buiten 't door U aan my geleverde!) f780. - dat is voor 19½ vel. Ik ben dus ± twee vel achter-uit. Maar die hoop ik morgen te zenden, want er ligt meer dan één vel gereed. Meen toch niet dat ik by 't openlaten van ½ regels kopie wil winnen. God bewaarme! Neen, er is van meer dan één kant opgemerkt dat het zoo moeielyk leest als alles zoo dicht staat, als byv. in III (m'n beste bundel, maar van VI zult ge meer verkoopen!)-
Ik ga wat wandelen, om de kou te overwinnen. Onder deze kamer is 'n kelder, en geen zon. t Is zoo kil hier.
Zie zoo, m'n geweten is in rust, nu ik U een-en-ander heb uitgelegd. (O, ik had veel meer, maar gun me den tyd niet. Ook over Atjin!) Maak U gereed veel kopie te ontvangen, want én voor hier én voor Italie heb ik veel noodig. Ik moet snel werken. Ik weet nog niet waar ik 1o October belanden zal. Nog altyd heb ik hier achterstand, en zou niet graag W.b. verlaten, voor die aangezuiverd was. Hier appartementen huren wil ik niet om de duurte. In 'n hôtel gaan is nog erger. En in Italie is ook veel noodig. Dit zend ik met pleizier. Enfin, ik ben wel, en hoop alles te klaren.
Hartelyk gegroet
tt
DD
Morgen zeker kopie!
als 't moest, kon 't vandaag al.