Multatuli.online

13 juni 1873

Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Enkel velletje postpapier, dubbel gevouwen en geheel beschreven. (M.M.)

de verrassing: het woord is niet door Multatuli gebruikt; in zijn brief d.d. 7 juni 1873 staat: Ik heb lust u 'n genoegen te doen. Zie V.W. XV, blz. 784.

stille faam; zie V.W. VI, blz. 107.

Wbaden 13 Juni 1873

Waarde funke, Hiernevens revisie 25.

Wilt ge zoo goed zyn de correctie te controleeren? In de schoone vellen vind ik nu-en-dan kleine flaters. (byv. 1 regel blz. 343. Ik meen dat n van: anderen te hebben doorgehaald, en ze hebben die van woorden weggenomen.

Waar ik by 'n revisie altyd zoo bang voor ben is dat ze fouten maken als nu byv. in 25 op blz. 396, waar ze ‘'n kop koffi’ in 'n verkeerde alinea gezet hebben.

Meen vooral niet dat ik over de Drukkery klaag. Ik vind nu byv. de revisie 25 zeer mooi. De meeste nu gemaakte correctien zyn van my zelf. Ik zie duidelyk dat ze hun best doen en 't zou my smarten als ze meenden dat wy dit niet waardeeren. Zoo-als 't tegenwoordig gaat, verlang ik niet beter.

Toch bewyzen foutjes als nu op 396, dat revisie, en contrôle op de correctie in revisie niet kan gemist worden.-

Heden ochtend ontving ik Uwen brief van eergister met voorstellen tot verandering &c. Ik neem expres maar 'n half blaadje om niet nu te antwoorden. Gy hadt namelyk nog niet ontv. het slot van bundel V, en 't begin van bundel VI. De mogelykheid bestaat dat het daarin voorkomende u op dit oogenblik van uw voorstellen doet afzien. En als ik nu, voor ik dit weet, over die zaken aan 't schryven ga, loopen we gevaar van misverstand en verwarring. Schryven is toch al zoo'n gebrekkige zaak!-

Och, de verrassing (zooals ge 't noemt. Heb ik dit woord gebruikt? Het drukt meer uit dan ik bedoelde) Ze komt alleen neer op 't plan om met zeer grooten spoed voorttewerken aan Wouter, alleen aan Wouter! Ik dacht dat het U als uitgever aangenaam wezen zou (ná komkommertyd?) in-eens den VI bundel, en misschien den VII - alleen over de W-geschiedenis handelende - klaar te hebben. Dat ik u dit aanrekende als pleizier, was omdat ik van zoo veel zyden aanvraag kryg om 't vervolg op die historie.

Rechtstreeks toegeven in den wil van m'n Publiek kan ik niet. Dit zou me terstond verlammen. Maar wel heeft de manier waarop men iets ontvangt, invloed op m'n stemming. En door 't vragen naar Woutertje, waarin veel belangstelling doorstraalde, werd m'n stemming zóó als ik noodig had om 't te doen. Vandaar 't slot des 5n bundels.

Dáártoe ben ik nu gereed, en elke verandering zou me veel inspanning en tyd kosten. 't Spreekt vanzelf dat gy beoordeelt of m'n werk in uw oogen den prys waard is, maar ik kan nu niets anders leveren dan wat ik heb klaargemaakt in m'n hoofd.

Het is komiek dat Flanor de Woutergesch. ‘beroemd’ noemt. Ei? Dít is dan de ‘stille faam’ waarvan Louise in V.S. sprak, want publicistisch gesproken heeft men van Wouter zoomin notitie genomen als van de zeeziekte geschiedenis (die ook ‘beroemd’ is.) Dit is 'n aardige bydrage tot de onmacht van 't ‘doodzwygen.’ Wouter is ‘beroemd’ zonder besproken te zyn. Tant mieux!

In afwachting van uw nader schryven, ga ik nu eenvoudig voort. Ik kan (finantieël) geen dag verliezen. Hard genoeg!

Hartelyk gegroet

t.a.v.

DD