Multatuli.online

27 april 1873

Brief van G.L. Funke aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)

De laatste alinea staat deels verticaal in de linkermarge op blz. 4.

't rapport v. F. vd Putte: het grotendeels historische regeringsrapport over de kwestie-Atjeh.

een roman over Indische toestanden: het boek van Mina Krüseman, Een huwelijk in Indië.

Amsterdam, 27 April 1873

Waarde Dekker!

Ik heb er wel degelijk over gedacht om Uw Brief aan Sire te adventeren, maar ben er voor terug geschrikt, nu de agitatie over ons échèc te Atchin zoo groot blijkt. en iedereen blaakt naar vergelding. Uwe gewone lezers kennen den brief en van velen reeds vernam ik: ‘wat is onze M. toch goed op de hoogte over Indische zaken!’ dus bij de Uwen wordt Ge voldoende geappreciëerd en om nu voor de groote hoop de trom te roeren, dáárvan zie ik 't nut niet in, te minder omdat Gij in Uw brief ijvert voor verschooning der Atchinezen. Niemand, die na 't rapport van Fr. v.d. Putte nog twijfelt aan de noodzakelijkheid om de rooverij en kwade trouw dier vrienden te straffen en daarom zou Uw woord, thans opgewarmd, enkel verkeerd effect kunnen teweeg brengen.

Neen, als Ge nu eens iets geheel nieuws over den toestand wildet of liever kondet geven, waarin Ge met Uw kennis van de vroegere verhoudingen tegenover Atchin den volke wildet voorlichten, des noods tegenspreken wat er onwaar mocht zijn in 't officieel rapport, zoo iets zou dunkt mij met gretigheid gelezen worden. Dat te doen als naschrift of in noten op ‘Vrij-Arbeid’ zou geen doel treffen, doch uitgegeven als afzonderlijk werkje onder een sprekenden titel, zou 't zeer zeker ook nieuwe lezers lokken. Als de eerste schok voorbij is, zult Ge daartoe misschien U opgewekt gevoelen en in dat geval zal ik gaarne het mijne doen om Uwe denkbeelden te exploiteeren. Op die manier hebben wij beiden satisfactie van onzen arbeid! Kunt Ge niet, dan moet het maar in gods naam wegblijven, maar ik zou 't jammer vinden.

Lees met mij Uw brief nog eens na en ik geloof dat Ge als ik tot de overtuiging zult komen dat hij in deze omstandigheden geen sier effect kán maken.-

Ei, volgt Mimi Mina Kruseman en gaat zij auteuren? Ik beloof vooraf te zwijgen als een mof, maar wou toch erg graag weten wát zij in den pen heeft. Een roman of zoo iets??-

Ge weet immers dat M.K. een roman schrijft over Indische toestanden? Nu, dat dit boek gretig zal gekocht worden, is zeker. Nijhoff, die 't zal uitgeven, vertelde mij dat het uitnemend van stijl en zeer interessant wordt. Mina reist voortdurend het land door en steekt overal fragmenten uit haar boek af, die zeer bevallen en eivolle zalen lokken. Betsy Perk altijd meê en dient geloof ik om behoorlijk licht en bruin aan te brengen, want steeds maakt zij fiasco en stijgt Mina hooger. M. is zoo handig om Betsy steeds de eer te laten van 't eerst het woord te voeren.-

Verwonder u niet als Ge niet terstond antwoord op Uwe brieven krijgt. Ik ben nu van woensdag tot gistr'avond op reis geweest en ben van morgen tot zaterdag in Groningen en Friesland. De week van 6-13 Mei blijf ik thuis om daarna weêr verder te trekken.

Spoedig hoop ik weêr iets van u te hooren. Intusschen hartelijk met Mimi gegroet!

tt

GLf

Ja, uw opmerking over 't embarkeeren is zeker zeer juist. Er kan nog menigeen door die manoeuvre blijven. Ik hoop maar hartelijk dat van Daalen zijn plicht kan doen zonder te sneuvelen en verheug me innig over Uw prachtig getuigschrift over v D. - Ik wou zoo-iets gedrukt zien!-

‘Vrij-Arbeid’ laat ik nog maar wat liggen tot ik weêr rustig bij mijn werk zit. Het drukken loopt toch gauw genoeg af.