Lijst van brieven op datum
23 maart 1873
van
G.L. Funke (bio)
aan
Multatuli
Volledige Werken. Deel 15. Brieven en dokumenten uit de jaren 1872-1873 (1983)
23 maart 1873
Brief van G.L. Funke aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier met gedrukt kopje, geheel beschreven. (M.M.)
Amsterdam, 23 Maart 1873
Waarde vriend!
Dank voor Uwe laatsten zéér belangrijken brief! Ja, Ge hebt gelijk: het is uiterst moeielijk voor óns tooneel een goed blijspel saâm te stellen. Dit wordt mij recht helder door Uwe zeer duidelijke en treffend juiste verklaring. Ik had nooit gedacht aan de moeielijkheden die Gij noemdet, maar thans voel ik hoe bezwaarlijk die te overwinnen of liever te bestrijden zijn. Intusschen doet het mij veel genoegen dat Ge lust hebt toch Uwe krachten er voor in te spannen en zoo iemand, dan is 't U stellig gegeven iets te leveren wat volmaakter is dan waarmeê we 't thans doen, of beter niet doen moeten. Kome de inspiratie nu maar spoedig! Ik vrees enkel maar dat Ge al te kieskeurig zult zijn en 't daardoor erg lang zal duren?
Dat inzetten van die letter of van dat teeken is al een heel dwaas ding. Los onschuldigt zich met de bewering dat in geen enkel grieksche letterkast Uw teeken voorkwam en hij zich toen maar gered heeft met dat malle figuur er tusschen te plakken. Daar ik nu de grieksche karakters niet voldoende kende, heb ik bij 't nazien der proef de gekheid niet opgemerkt. Een volgende keer zal 't mij niet weêr gebeuren! Laat het U troosten dat toch weinig boeken de wereld instevenen, minder mismaakt door drukfouten dan de Uwe!
Zend mij toch eens een gedrukte gamma, want ook ik heb Uw teeken niet uit de letterproeven kunnen opdelven.
Hoewel L 't ding ook uitscheldt voor een teeken uit den dierenriem, verdenk ik hem sterk dat hij een 8 van boven afgeknot, en er dat ingeknoeid heeft. Hij zal zoo'n dwaasheid nu niet licht overdoen; wees daar gerust op!
Aaltje blijft lief. Zie eens uit bijgaand document hoe ze U promoveert. - Wees niet bang dat ik U met meer van hare brieven zal cajoleeren!-
Thans begin ik heusch naar kopij te zuchten. Los heeft al drie maal bij me laten vragen of ik nog niets ontvangen had. Hebben de Mill. Studiën U niet losgelaten? Ik had gehoopt dat het slot er van al tot de geschiedenis behoorde?
Uwe studie over Bilderdijk is hoogst interessant en niet minder amusant. Maar zal ‘men’ niet zeggen dat B. niet mag veroordeeld worden om dat ééne lorrige stuk. Hebt Ge hem soms aan zijn zwakke zij bevochten en houdt Ge U niet wat al te lang juist met dat ééne stuk bezig? Ik vrees dat men al gauw die opmerkingen maken zal, al kan niemand ontkennen dat Uwe critiek volkomen gepast en raak is. Ik voor mij heb van B. nooit iets kunnen lezen omdat zijn verzen me zoo vervelend aankeken, ook geloof ik U dadelijk als Ge zegt dat B. over 't geheel niets beteekent, maar ik geloof dit grootendeels op Uw gezag en dat doet publiek niet. Publiek zal direct toestemmen dat B.'s Floris V een prul is, maar gelooft daarom nog niet dat al wat B. leverde prullig mag heeten. Ik vrees dus dat Ge met Uwen aanval toch niet volkomen doel zult treffen.-
Wil Mimi dat heele feuilleton uit de Utrechtsche hebben? In dat geval zal ik al die oude kranten laten opzoeken. Hierbij als proeve een brokje uit het nummer van 13 febr. geknipt. Ik zal haar stuk, dat helaas te kort is voor een afzonderlijke uitgave, trachten te verkoopen aan een onzer tijdschriftuitgevers en haar een redelijk honorarium daarvoor bezorgen.
Wees met haar vriendelijk gegroet!
tt
GLf
In de volg. week ben ik een dag of drie, vier van huis-