Lijst van brieven op datum
13 maart 1873
van
Multatuli
aan
G.L. Funke (bio)
Volledige Werken. Deel 15. Brieven en dokumenten uit de jaren 1872-1873 (1983)
13 maart 1873
Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Dubbel velletje postpapier, tot het midden van blz. 4 beschreven. (M.M.)
Dat's 'n groote: misschien is hier een woord vergeten zoals opluchting of geruststelling.
Wb. 13 Maart 73.
Waarde funke, Hierby de proef van 12. Het is met dat corrigeeren een eigenaardige zaak. Straks gaat de post. Nu moet ik óf dit vel nog aanhouden en dus 'n post verzuimen, óf terugvragen.
Ik kan door ondervinding geleerd, niet rekenen op m'n oogen en attentie als ik niet 'n proef na die eenige uren te hebben weggelegd, in andere stemming en by ander licht weerzie.
En, als ik nu met verzenden tot morgen wacht, durf ik er niet op rekenen dat al de correcties nauwkeurig worden uitgevoerd, omdat het dan zoo'n slaatje is. Ik ben dus wel genoodzaakt snel terug te zenden, en revisie te vragen.
Er komt nog iets by. Als de marge zoo vol staat, zie en lees ik niet zuiver. Ik heb waarlyk daartoe 'n nette revisie noodig. Dit doelt volstrekt niet alleen op drukfouten, maar wel degelyk ook op flaters van myzelf. Op fouten byv. als die me door v. Hall worden onder den neus gewreven (zeer ten-rechte!) in z'n schoon stuk over Vorstenschool.
Dát is in weinig bladzyden, eene recensie! Een kunstbeschouwing! O dat is zoo'n goed stuk! Bemerkt ge de eigenaardigheid wel? Hy verhaalt niet, citeert geen mooiigheidjes of fouten, maar: ‘geeft 'n handleiding tot behoorlyk gebruiken.’ Juist wat ik altyd bedoelde. Er blykt dat v. H. m'n kritiek over... Kritieken gelezen en overdacht heeft. Ziet ge ook kans zyn stuk (ik ontving het als overdrukje uit ‘Het Tooneel’) verspreid te krygen? Dat zou veel nut doen! 't Is keurig! Een waar modelletje. Ik verzeker U dat ik 't om de wyze van behandeling evenzeer pryzen zou, al had-i V.S. laag gesteld. 't Is me niet om lof te doen, maar om juistheid van opvatting. Ziehier nu precies wat ik stel tegenover 't bête ‘mooi-vinden’ waarover ik altyd zoo klaag. Dat is me nóg onaangenamer dan vitten op foutjes. Integendeel dit laatste neem ik niet kwalyk als men dát maar niet voor hoofdzaak houdt. ‘In 't Escuriaal is links van de Westerpoort in den derden steen van boven &c... een barstje.’ Als dit waar is, mag 't gezegd worden, maar... men geve dit niet als beschryving van 't Escuriaal, neen: als beschryving van den indruk die 't Escuriaal te-weeg brengt.
Die recensie van v. H. is een kostbaar stuk. Ik zal 't dikwyls aanhalen. Dat 's 'n bekwaam man! Zelfs met die (gegronde) aanmerking op 'n slordigheid in uitdrukking heeft-i 'n doel. Jammer dat ‘men’ niet lezen kan. Daar staat: ‘ge ziet wel dat ik wel in-staat ben ook berstjes te ontdekken!’ Het voorbygaan dus van die berstjes in V.S. heeft 'n beteekenis, en 't verhoogt de waarde der methode die hy wél toepast. Daar ligt groote bekwaamheid in zulke kleinigheden.-
Daar ge in zooveel dagen geen kopie ontvangen hebt, zult ge denken dat ik onwel ben. O neen, juist heel wel! Maar... maar... ik zit te tobben met Mill. St. Die moet ik sluiten! En ik kan er maar niet mee terecht. Ik zit al vyf dagen te wurmen met 1 of 1½ vel.-
Ge hebt immers mn brief waarin ik o.a. schreef dat ik bly was met de uitgave van Aflg 1? (accusatie ontv. van de f100.-)
Hartelyk gegroet
tt
DD
Bid den Heer dat-i wat helpt aan 't slot van Mill. St. Precies 'n moreele verstopping. De reden is dat ik vol van Woutertje was en nu op-eens op dat vreemd terrein kom. Ik ben er niet in.
Ik heb wel kopie voor u liggen maar moet ze nazien.
Gy hebt voor 14 vel.
In allen geval krygt ge spoedig meer. Als M.S. niet lukken, laat ik ze liggen. Vandaag probeer ik nog maar morgen niet meer.
Ik hoest al sedert 8 dagen niet. Dat 's 'n groote. Ik slaap weer als vroeger.