Multatuli.online

10 februari 1873

Brief van G.L. Funke aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier met gedrukt kopje, geheel beschreven.

Amsterdam, 10 febr 1873

Amice! Dank voor Uwe brieven van 7 en 8 dezer. Het spijt mij dat Ge U zooveel moeite hebt gegeven, want het is mij gelukkig gebleken dat ik te argwanend ben geweest.

Gij begrijpt dat ik niet Uwe brieven heb afgewacht om de Veer aan te spreken. In de volle hoogte mijner verontwaardiging over zijn artikel zond ik hem een zeer scherp briefjen, dat aanleiding gegeven heeft dat het heele bestuur der krant (mijn mededirecteur en de commissarissen) in 't geweer geroepen zijn. Voor die ‘zeer achtbare’ Vergadering heeft de Veer de pertinente verklaring afgelegd dat hy ‘'t zich zelf nimmer vergeven zou, indien hij bij 't schrijven van zijn artikel de geringste bedoeling had gehad U te kwetsen’, ja zelfs zou 't niet bij hem opgekomen zijn in zijn schets van de verhouding tusschen genie en publiek, juist Uwe geschiedenis te meenen of daarop de aandacht te willen vestigen. Later heeft hij mij dezelfde verklaring plechtig herhaald en kon ik zelfs merken dat hij van Uwe geschiedenis zoo goed als niemendal wist en dus met de phrase ‘het genie koopt een vrouw en maakt zich boos als 't publiek haar niet onderhouden wil’, of zoo iets, niet het oog op U kan gehad hebben.

Hoewel ik er bij blijf dat in zijne volzinnen eene merkwaardige overeenkomst is met de praatjes die sedert lang door publiek over U zijn uitgestrooid, is het een feit dat, zoo de V. in zijn schets van Uwe verhouding tegenover het Ned. publiek heeft gedacht, hij dit pertinent tegenspreekt en beweert enkel algemeene verhoudingen te hebben geschetst. Tevens verklaart hij zijn leedwezen dat hij niet bij 't schrijven van dat stukje gedacht heeft aan de mogelijkheid dat Gij en ik daardoor gekwetst konden worden en beloofde hij mij plechtig voortaan voorzichtiger te zijn als hij zulke soort toestanden schetste. Ten slotte heeft hij mij herhaaldelijk betuigd dat, zoo ooit iemand tot hem durft zinspelen op eene kwade bedoeling of zinspeling op U, die men in dat artikel zou gelezen hebben hij in de stelligste woorden zulke zinspeling zou ontkennen.

Hoe 't zij, dit staat vast dat met al die ontkenningen en verklaringen, die de Veer tegen mij en anderen heeft gedaan, geen vergelding kan gevorderd worden. De strijd van ja en neen is hevig genoeg geweest en heeft te vele dagen geduurd, dan dat ik er eenige vrucht van zou zien ze langer voort te zetten. Ik hoop dus dat Ge even als ik in de zaak zult willen berusten en niet langer over dit fatale incident denken. Zeggen we dus maar ‘basta!’

Toch dank ik U voor Uw belangrijken brief van 8 dezer. Hij kan mij werkelijk dienen als ik ooit weêr gedwongen word Uw partij tegen anderen op te nemen en zal daarom door mij zeker mettertijd gebruikt worden.

Hebt Ge in het Nieuws van maandag 10 febr gezien wat een onzer Debating-clubs a.s. woensdag zal behandeld worden? Merkwaardig niet waar? Waarlijk er komt leven, als is 't wat laat!-

Voor heden hartelijk gegroet. Mijn respect aan Mimi

tt

GLf

As. Woensdag ga ik voor een paar dagen van huis voor zaken. Denkelijk zal ik uiterlijk zaterdag middag weêr bij honk zijn. De proeven zullen doormarcheren.

Telegram ontvangen. Ook zoo pas een bericht van een aanget. brief.