Multatuli.online

24 januari 1873

Brief van Multatuli aan D. Post. Enkel velletje briefpapier, dubbel gevouwen en geheel beschreven. (M.M.)

voor de post: waarschijnlijk vergissing i.p.v. voor de pers.

Wbaden 24 Januari 73

Waarde Heer Post

Wat moet ge wel van my denken! Dat ik 'n lomp mensch ben? Nu, dit is zoo niet.

Ik moet het schryven van brieven uitstellen - gy zyt de eenige niet! - tot dat ik, ja wie weet hoeveel schryvery voor de post af heb.

Voor 'n week of vier maakte ik allerlei afspraak met m'n uitgever, waarop weer andere arrangementen gegrond werden... och, 'n omslachtige historie.

Als 'n gevolg van die afspraken moest ik veel werken, en daar kreeg ik op-eenmaal alle nachten hoestbuien die me 't slapen beletten. S morgens stond ik moê en suf op, en kon niet werken, zoodat ik nu nog niet zoo ver ben als ik reeds voor 14 dagen had moeten zyn. En de drukkery wacht! Bovendien is 't met m'n oogen slecht gesteld, en 't corrigeeren kost me veel.-

Voor 't eerst van m'n leven heb ik medicynen gebruikt. Eerst om te kunnen slapen: morphine. Nu wat anders - voor de slymvliezen, geloof ik - en ik hoest inderdaad minder, maar zoo goed als vroeger slaap ik nog niet.

Uit dit alles vloeit voort dat ik 't zeer druk heb en elk bruikbaar oogenblik werkelyk gebruiken moet. Sedert weken (en dagen) drukte 't my dat ge op uw beide lieve brieven geen antwoord hadt. En om daaraan een eind te maken, dit kleine groetje.

Dank voor uw schryven en uw portret. Zoodra ik kán, zal ik u 't myne zenden. Maar ik heb er geen op dit oogenblik.

Ook uw theses heb ik ontvangen. Op 't oogenblik zou ik er niet gaarne voor of tegen durven spreken. Ik denk niet helder. Maar schryf me s.v.p. één ding: is by 't debat ter-spraak gekomen wat de beteekenis is van ‘specifiek onderscheid? Het begrip species is zeer rekbaar. Ik gis - maar nog-eens: ik denk niet helder! - dat het zwaartepunt ligt in de bepaling van dát woord.

Heeft de heer Cohen Stuart m'n brief ontv.? Ik schreef hem, meen ik, in de Kerstvakantie. En daarom kon m'n brief verzeild wezen. Hy schreef allerliefst over U. Met veel achting. 't Deed me zoo'n genoegen.

Neem dit vodje alleen aan als 'n vriendschappelyk groetje. Zoodra ik eenigszins kan, zal ik uwe beide brieven beantwoorden: Intusschen denk ik na over uwe theses. Ik vrees dat ze heel stipt uitgewerkt zich verliezen in spitsvondigheden. Ik meen niet dat gy spitsvondig zyt, maar de kwaal die ik bedoel, ligt in den aard van 't debating-wezen. Ge weet dat ik er niet van houd. Maar dat 's byzaak.

Wees zeer vriendelyk gegroet van

tav.

Douwes Dekker

Heel goed dat ge uw candidaats niet uit het oog verliest! Dát is wat ik niet ‘misgrypen’ noem. 't Is uw plicht. Wilt ge ook C.S verzoeken steady te werken?